ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0351 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.273

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0351
Datum uitspraak: 22-12-2009
Datum publicatie: 23-02-2010
Zaaknummer(s): 2009.273
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarder heeft een bedrag ontvangen en in depot gestort in afwachting van de uitkomst van een procedure in hoger beroep. Klager die was voorzien van de bijstand van een advocaat is het niet eens met deze gang van zaken omdat hij geen toestemming heeft gegeven voor een betaling in depot. De Kamer is van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden -de advocaat van klager reageerde niet of niet afdoende op een verzoek om instructies- de gerechtsdeurwaarder mocht handelen als hij heeft gedaan.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 december 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 273.2009 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde mr. D. Vermaat,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 24 april 2009, ingekomen op 27 april 2009, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief met bijlagen van 26 juni 2009, ingekomen op 29 juni 2009, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 10 november 2009, alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter terechtzitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 december 2009.

1. De feiten

a)      Ten gunste van klager is op 13 februari 2008 een vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gewezen. [     ], advocaat te [     ] heeft op 13 maart 2008 aan de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven het vonnis te betekenen en te executeren en het gelegde conservatoir beslag op de woning om te zetten in executoir beslag. De gerechtsdeurwaarder heeft het vonnis betekend op 28 maart 2008 aan klager en op 2 april 2008 aan de hypotheekhouder.

b)      Op 1 juli 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder een brief ontvangen van de echtgenote van klager. In deze brief maakt zij gewag van betaling van een bedrag van € 12.000,00 aan klager waarmee ongeveer de helft van de vordering al zou zijn voldaan. Voorts is meegedeeld dat hoger beroep tegen het vonnis is ingesteld en is voorgesteld dat het restant van de vordering wordt betaald aan de gerechtsdeurwaarder en door hem wordt gereserveerd in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep.

c)      De gerechtsdeurwaarder heeft de brief voor commentaar doorgestuurd aan [     ] en heeft in het bijzonder gevraagd om te reageren op het voorstel het restant te mogen “parkeren” op de derdenrekening. [     ]heeft op 16 september 2008 gereageerd met de mededeling dat hij tot dan toe nog geen concrete aanbiedingen heeft ontvangen van de schuldenaar op het gebied van het stellen van voldoende zekerheid en hij heeft de gerechtsdeurwaarder daarom verzocht om alsnog met spoed de draad op te pakken en verder te gaan met de executie, meer in het bijzonder met de verkoop van de woning en of het leggen van loonbeslag. De gerechtsdeurwaarder heeft deze fax teruggefaxt met de handgeschreven mededeling “zie ons schijven van 2 juli 2008, Zowel wij als wederpartij wachten op uw antwoord. Wederpartij wil betalen” . [     ] heeft deze fax weer teruggefaxt met daarop de mededeling “ maar ze betalen niet ”.

d)      De gerechtsdeurwaarder heeft hieruit afgeleid dat [     ] niet afwijzend stond tegen betaling op de derdenrekening en heeft met diens secretaresse afgesproken dat met klager zou worden “afgestemd” of klager al een gedeeltelijke betaling had ontvangen en of hij wilde instemmen met betaling op de derdenrekening.

e)      Bij brief van 30 september 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder de schuldenaar om betalingsbewijzen gevraagd en heeft hij voorgesteld het restant van de vordering te storten op zijn derdenrekening in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep.

f)        Op 19 oktober 2008 zijn de betalingsbewijzen toegestuurd en is het grootste gedeelte van het restant van de vordering op de rekening van de gerechtsdeurwaarder gestort, en een paar dagen later het resterende gedeelte. De gerechtsdeurwaarder heeft in totaal een bedrag van € 13.047,20 ter zake ontvangen. Op 19 oktober 2008 € 10.900,00 en vervolgens het restant.

g)      Op 23 oktober 2008 heeft [     ] gevraagd om een reactie op de betalingen te geven.

h)      Bij brief van 30 oktober 2008 heeft [     ] de gerechtsdeurwaarder verzocht om het bedrag van € 10.900,00 over te maken op de rekening van het bedrijf van klager.

i)        De gerechtsdeurwaarder heeft [     ] op 4 november 2008 geschreven dat als klager niet akkoord gaat met de voorwaarde dat het geld in afwachting van hoger beroep op zijn derdenrekening blijft staan, hij gedwongen is om de gelden weer terug te storten aan de wederpartij, waarna de executie kan en zal worden voortgezet.

j)        [     ] heeft niet op voormelde brief gereageerd.

k)      Bij brief van 6 februari 2009 heeft de gemachtigde aan de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat hij de belangen van klager behartigd en heeft hij verzocht het bedrag aan hem door te betalen.

l)        De gerechtsdeurwaarder heeft dat geweigerd, omdat hij met de wederpartij heeft afgesproken dat de uitkomst van het hoger beroep zou worden afgewacht. Hij heeft de brief van de gemachtigde voor commentaar aan [     ] toegestuurd en heeft uiteindelijk van deze op 15 mei 2009 per fax de mededeling ontvangen dat hij geen verdere instructies kon geven omdat hij al geruime tijd geen contact had met klager.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - verkort samengevat- dat hij het van een derde ontvangen bedrag niet aan hem uitbetaalt. Klager noch [     ] hebben de gerechtsdeurwaarder toestemming gegeven met de derde de afspraak te maken dat het bedrag op de derdenrekening werd gestort in afwachting van het hoger beroep. De gerechtsdeurwaarder is dus verplichtingen aangegaan zonder toestemming. De gerechtsdeurwaarder is niet gemachtigd om het ontvangen bedrag te beschouwen als een zekerheidstelling en niet als een betaling conform het vonnis, dat bovendien uitvoerbaar bij voorraad is.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 Het is de gerechtsdeurwaarder niet bekend dat [     ] niet langer zou optreden als de advocaat van klager. De gerechtsdeurwaarder beschouwt [     ] daarom nog steeds als zijn opdrachtgever, al is het hem inmiddels gebleken dat klager het honorarium van [     ] niet langer betaalt. Kennelijk reageert [     ] daarom nergens meer op.

3.2 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij correct heeft gehandeld, omdat hij ondanks vele brieven en telefoontjes geen instructies van klager of van [     ] heeft ontvangen. Onder de gegeven omstandigheden kan het hem niet kwalijk worden genomen dat hij de voorwaardelijke betaling heeft geaccepteerd. De debiteur biedt weinig verhaal en is ook nog eens voor maar de helft eigenaar van de beslagen onroerende zaak. Klager is daardoor in ieder geval niet benadeeld. De huidige situatie is ontstaan door feiten en omstandigheden die in de risicosfeer van klager liggen. Het staat hem gezien de gemaakte afspraak niet vrij om het ontvangen bedrag, zolang de uitkomst van het hoger beroep niet vast staat, door te betalen aan klager.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer is dat gelet op de brieven van de gerechtsdeurwaarder van 2 juli 2008 en 16 september 2008 aan de advocaat van klager, niet het geval. In die brieven wordt door de gerechtsdeurwaarder onder meer verzocht om instructies ten aanzien van het voorstel van de wederpartij om het nog openstaande bedrag in afwachting van het hoger beroep op zijn derdenrekening te storten. Op deze brieven is door de advocaat van klager onvoldoende gereageerd.

Zo heeft [     ] weliswaar op 16 september 2008 gereageerd met de mededeling dat hij tot dan toe nog geen concrete aanbiedingen heeft ontvangen van de schuldenaar op het gebied van het stellen van voldoende zekerheid. Hij heeft hij de gerechtsdeurwaarder daarom verzocht om alsnog met spoed de draad op te pakken en verder te gaan met de executie, meer in het bijzonder met de verkoop van de woning en of het leggen van loonbeslag. De gerechtsdeurwaarder heeft deze fax teruggefaxt met de handgeschreven mededeling “zie ons schijven van 2 juli 2008, Zowel wij als wederpartij wachten op uw antwoord. Wederpartij wil betalen”. [     ] heeft deze fax weer teruggefaxt met daarop de mededeling “maar ze betalen niet”. De gerechtsdeurwaarder heeft hieruit mogen afleiden dat [     ] niet afwijzend stond tegen betaling op de derdenrekening. Dit geldt te meer nu de gerechtdeurwaarder met de secretaresse van [     ] heeft afgesproken dat met klager zou worden “afgestemd” of klager al een gedeeltelijke betaling had ontvangen en of hij wilde instemmen met betaling op de derdenrekening.

Ook op de brieven van 4 en 10 november 2008 waarin de gerechtsdeurwaarder aangeeft dat, als klager niet akkoord zou gaan met voormelde voorwaarde, het geld zou worden teruggestort aan de wederpartij is reactie uitgebleven. Op grond hiervan mocht de gerechtsdeurwaarder er van uit gaan dat hij met instemming van zijn opdrachtgever, mr. Van den Berg handelde.

4.4 Nu klager was voorzien van bijstand van een advocaat, die bovendien als de contactpersoon en opdrachtgever van de gerechtdeurwaarder kon worden aangemerkt, komen de gevolgen van het niet beantwoorden, dan wel niet reageren op brieven en mededelingen van de gerechtdeurwaarder door die advocaat voor risico van klager. Mede gezien het onbestreden standpunt van de gerechtsdeurwaarder dat de wederpartij van klager weinig tot geen verhaal bood is het bovendien niet onbegrijpelijk, althans niet tuchtrechtelijk laakbaar, dat de gerechtsdeurwaarder namens klager akkoord is gegaan met de door de wederpartij gestelde voorwaarde.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.