ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0341 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.543verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0341
Datum uitspraak: 24-11-2009
Datum publicatie: 21-12-2009
Zaaknummer(s): 2009.543verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kenneljk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM - 6

Beslissing van 24 november 2009 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 21 juli 2009 met nummer

213.2009 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 543.2009 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter van 21 juli 2009 is bij brief van 27 juli 2009 aan klager verzonden.

Bij brief van 30 juli 2009 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 oktober 2009.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 24 november 2009.

2. De gronden van het verzet

Klager stelt in verzet – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet niet goed heeft gehanteerd en dat er ook door het LBIO beslag is gelegd op klagers pensioen.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat het verzet ontvankelijk is.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder –verkort samengevat dat deze geen rekening wil houden met zijn moeilijke financiële omstandigheden.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen:

“4.1 De klacht is wel ontvankelijk. Een gerechtsdeurwaarder is verantwoordelijk voor het handelen van zijn medewerkers, voorzover dat handelen aan hem kan worden toegerekend. Gesteld noch gebleken is dat van dit laatste geen sprake is geweest.

4.2 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.3 Daarvan is geen sprake. Een betalingsregeling kan alleen tot stand komen met instemming van de opdrachtgever van een gerechtsdeurwaarder. Klager kan het de gerechtsdeurwaarder dus niet verwijten dat zijn lagere aflossingsvoorstel niet is geaccepteerd.”

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Klager onderbouwt noch zijn stelling dat zijn inkomen de hoogte van de beslagvrije voet niet overschrijdt, noch zijn overige stellingen met betrekking tot zijn inkomsten en uitgaven met bewijsstukken. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting meegedeeld dat klager aan hem ook geen bewijsstukken heeft verstrekt.

6.2 Gelet op vorenstaande werpen de door klager in verzet aangevoerde gronden naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht en bieden deze gronden evenmin aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, en mrs. G.H.I.J. Hage en

J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.