ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0331 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.193

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0331
Datum uitspraak: 13-10-2009
Datum publicatie: 19-10-2009
Zaaknummer(s): 2009.193
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder, die een alimentatiebeschikking executeert, de ontvangen gelden niet tijdig genoeg aan haar af te dragen. De gerechtsdeurwaarder heeft ook zonder overleg het gelegde beslag opgeschort. Onder de omstandigheden van het geval acht de Kamer dit laatste niet tuchtrechtelijk laakbaar. Op grond van de ter zitting overgelegde specificatie kan evenmin worden geoordeeld dat de afdracht van de ontvangen gelden niet tijdig heeft plaatsgevonden.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 1

Beslissing van 13 oktober 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderwet inzake de klacht met nummer 193.2009 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 20 maart 2009, ingekomen op 23 maart 2009 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 14 april 2009, ingekomen op 15 april 2009, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 24 mei 2009, ingekomen op 26 mei 2009 heeft klaagster een aanvullende klacht ingediend.

Bij brief van 9 juni 2009 is de vervolgklacht aan de gerechtsdeurwaarder verzonden.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 september 2009 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 13 oktober 2009.

1. De feiten

a)      In opdracht van de advocaat van klaagster is de gerechtsdeurwaarder belast met de betekening en verdere tenuitvoerlegging van een alimentatie-beschikking van de rechtbank te [     ] van 20 mei 2008.

b)      Op grond van voormelde beschikking heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd en de uit het beslag vrijkomende gelden doorgestort naar zijn opdrachtgever.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder samengevat kort gezegd dat het geld dat door de gerechtsdeurwaarder wordt geïncasseerd niet (tijdig) aan haar of haar advocaat wordt overgemaakt. Ook wordt geklaagd over het feit dat het beslag zonder overleg is opgeschort.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij door de advocaat van klaagster is ingeschakeld met het verzoek alimentatie te incasseren. Alle gelden die onder het door hem gelegde beslag vielen zijn door de gerechtsdeurwaarder doorgestort naar de

advocaat van klaagster. De gerechtsdeurwaarder houdt met het doen van tussentijdse afdrachten echter rekening met de kosten van de betreffende opdrachtgever. Op grond van de wet behoeft pas te worden afgedragen indien er € 500,00 of meer ruimte is op portefeuilleniveau. Met betrekking tot de interpretatie van de beschikking van het Gerechtshof was er enige onduidelijkheid ontstaan naar aanleiding van het verweer van de wederpartij. Het beslag is daarom van 28 februari 2009 tot eind maart 2009 opgeschort. De gerechtsdeurwaarder heeft het Gerechtshof geraadpleegd en duidelijkheid verkregen. Dat is in het belang van klager. De restantvordering wordt inmiddels weer geïncasseerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het

gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. De aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder wordt als beklaagde aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Onderzocht dient te worden of de gerechtsdeurwaarder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer is dat niet het geval. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting een specificatie overgelegd van ontvangen bedragen, de gemaakte kosten en de afgedragen bedragen overgelegd waaruit het volgende blijkt.

datum

ontvangen

doorbetaald

datum

aan wie

29-07-2008

€ 3000,00

€ 2410,00

07-08-2008

opdrachtgever

29-08-2008

€ 1900,00

€ 1900,00

04-09-2008

opdrachtgever

30-09-2008

€ 1900,00

€ 1550,00

09-10-2008

opdrachtgever

27-10-2008

€ 1351,72

€ 3275,00

29-10-2008

€ 1900,00

€ 1800,00

12-11-2008

opdrachtgever

27-11-2008

€ 1900,00

€ 1800,00

15-12-2008

opdrachtgever

23-12-2008

€ 2600,00

€ 2600,00

08-01-2009

opdrachtgever

29-01-2009

€ 1900,00

€ 1900,00

12-02-2009

opdrachtgever

27-04-2009

€ 1818,44

€ 1001,31 

28-04-2009

klaagster

€   800,00

07-05-2009

opdrachtgever

27-05-2009

€ 4000,00

€ 4000,00

28-05-2009

klaagster

01-07-2009

€ 1900,00

€ 1532,53

09-07-2009

opdrachtgever

ontvangen

afgedragen

Totaal

€ 24170,16

€ 22768,84

Uit voormeld overzicht blijkt dat nadat de bedragen door de gerechtsdeurwaarder werden ontvangen, gemiddeld na tien dagen is doorbetaald naar de opdrachtgever of rechtstreeks naar klaagster. Tuchtrechtelijk laakbaar is naar het oordeel van de Kamer niet gehandeld.

4.4 Over het opschorten van het beslag had de gerechtsdeurwaarder in beginsel overleg moeten plegen met de opdrachtgever. In dat licht bezien is het begrijpelijk dat daarover wordt geklaagd. Gezien de door de gerechtsdeurwaarder gegeven uitleg en het feit dat de opschorting slechts een maand heeft geduurd, is dat naar het oordeel van de Kamer onder de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk laakbaar.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-         verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 oktober 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.