ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0329 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.04

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0329
Datum uitspraak: 23-06-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.04
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Schenden privacy door betekenen van exploot aan werknemer

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 juni 2009 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 04.2009 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief van 19 december 2008, ingekomen op 22 december 2008 en aangevuld bij brief van 24 maart 2009, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 5 februari 2009, ingekomen op 6 februari 2009, heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 mei 2009.

Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 23 juni 2009.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 18 december 2008 een exploot betekend op het adres waar klaagster woonachtig is en kantoor houdt.

b)     Het exploot is conform artikel 46, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna ook: Rv) uitgereikt aan een werknemer van klaagster.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder kort gezegd dat deze haar privacy heeft geschonden door het exploot niet in een dichte envelop te laten, maar het te overhandigen aan haar werknemer. Klaagster vindt dat hierdoor haar privacy is geschonden. Tevens voert klaagster aan dat wel een lege envelop is overhandigd en dat er niet voor haar bestemde stukken zijn meebetekend.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder is van mening niet klachtwaardig te hebben gehandeld omdat zij heeft gehandeld conform de wettelijke bepalingen. De gerechtsdeurwaarder heeft gesproken met een werknemer en achtte het aannemelijk dat deze zou bevorderen dat het exploot klaagster tijdig zou bereiken. De gerechtsdeurwaarder had op voorhand de enveloppe als bedoeld in artikel 47 Rv meegenomen en om het exploot gevouwen. Per abuis heeft zij na het uitreiken van het exploot de envelop niet mee terug genomen. De deurwaarder begrijpt dat het achterlaten van de envelop verwarring heeft gezaaid en biedt daarvoor haar excuses aan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderwet zijn gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak onderworpen. Ter beoordeling staat op de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.2 Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat het exploot is betekend conform het bepaalde in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

4.3 Op grond van artikel 46, eerste lid Rv laat de deurwaarder een afschrift van het exploot aan degene voor wie het is bestemd in persoon, of aan een andere persoon die zich daar bevindt en van wie aannemelijk is dat deze zal bevorderen dat het afschrift degene voor wie het exploot is bestemd, tijdig bereikt. Slechts in de situatie als bedoeld in het derde lid van voormeld artikel, wanneer de persoon voor wie het exploot bedoeld is weigert het exploot in ontvangst te nemen, laat de deurwaarder een afschrift in gesloten enveloppe achter. Ook in de situatie als bedoeld in artikel 47 Rv, wanneer het exploot aan geen van de in artikel 46 RV genoemde personen kan worden gelaten wordt het exploot in gesloten enveloppe achtergelaten.

4.4 De klacht dat klaagsters privacy is geschonden doordat de deurwaarder het exploot aan haar werknemer heeft gelaten kan gelet op het hiervoor geschetste dwingendrechtelijke wettelijke kader niet slagen.

4.5 De Kamer is voorts van oordeel dat klaagster door het feit dat de gerechtsdeurwaarder per abuis de enveloppe heeft achtergelaten, niet in haar belangen is geschaad.

4.6 Hoewel de Kamer van oordeel is dat het slordig is dat bij het exploot per abuis twee schermuitdraaien zijn gevoegd die betrekking hadden op de behandeling van de zaak van iemand anders dan klaagster, kan gelet op wat hierna wordt overwogen niet gezegd worden dat de gerechtsdeurwaarder daarmee tuchtrechtelijk laakbaak heeft gehandeld.

4.7 Zoals ter zitting is toegelicht heeft de gerechtsdeurwaarder in deze zaak het exploot met bijlagen in zijn geheel aangeleverd gekregen van de opdrachtgever en is alleen het exploot op juistheid gecontroleerd en niet de bijlagen. Het ware wellicht beter geweest dat de gerechtsdeurwaarder ook de bijlagen had nagezien, doch niet gezegd kan worden dat hier sprake is van grote onzorgvuldigheden of van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

5. Vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend voorzitter, en mr. A.C.A. Wildenburg en J. Smit (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 juni 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.