ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0327 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.84verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0327
Datum uitspraak: 23-06-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2008.84verzet
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verzet niet tijdig gedaan. Beroep op bijzondere omstandigheden afgewezen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 juni 2009 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 8 januari 2008 met nummer 533.2007 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 84.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 18 oktober 2007, aangevuld bij brief van 19 en 26 oktober 2007, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Op 16 november 2007 is het verweerschrift van de gerechtsdeurwaarders ontvangen.

De voorzitter heeft bij beslissing van 8 januari 2008 beslist op de klacht. Deze beslissing is bij brief van 24 januari 2008 aan klager verzonden.

Op 18 januari 2008 is echter een fax van klagers ontvangen waarin zij onder meer verzoeken de behandeling van de zaak de eerstkomende vier weken niet op een zitting te plannen.

Op 14 februari 2008 is het verzetschrift van klagers tegen voormelde beslissing van de voorzitter ontvangen.

Nadien is er nog gecorrespondeerd bij brief van 29 februari 2008 (van klager), 12 maart 2008 (de plaatsvervangend voorzitter van de Kamer) en 14 maart 2008 (de secretaris van de Kamer).  

Klagers hebben vervolgens op 28 april 2008 een wrakingsverzoek ingediend.

Dit verzoek hebben zij na een briefwisseling met de (plaatsvervangend) voorzitter bij brief van 20 mei 2008 ingetrokken.

Klagers hebben na verdere correspondentie de op een geplande zitting van 27 januari 2009 geplande voorzitter bij brief van 26 januari 2009 gewraakt.

Dit verzoek is bij uitspraak van de (wrakings)kamer van 24 maart 2009 ongegrond verklaard.

Het verzetschrift is vervolgens behandeld ter openbare terechtzitting van 12 mei 2009. Omdat beide partijen niet ter zitting zijn verschenen is van die behandeling geen afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 23 juni 2009.

2. Het verzoek tot gevoegde behandeling

Klagers hebben bij fax van 12 mei 2009 een verzoek ingediend tot gevoegde behandeling van deze zaak met een door hen ingediende klacht tegen een andere gerechtsdeurwaarder. Dit verzoek wordt afgewezen omdat een nieuwe klacht tegen een andere gerechtsdeurwaarder niet in een verzetprocedure tegen de beslissing van de voorzitter op de klacht tegen de in deze procedure betrokken gerechtsdeurwaarder  kan plaatsvinden.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

3.1 Allereerst dient te worden beoordeeld of het verzet tijdig is ingesteld zodat klagers in hun verzet kunnen worden ontvangen.

3.2 Op grond van het bepaalde in artikel 39, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet kan een klager tegen de beslissing van de voorzitter tot afwijzing van een klacht, binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving, schriftelijk verzet doen bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders.

3.3 Zoals blijkt uit het hiervoor onder 1. vermelde, hebben klagers het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet ingesteld  binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van deze beslissing.

3.4 Klagers hebben in het verzetschrift aangevoerd dat door de voorzitter geen hoor en wederhoor is toegepast omdat klagers in afwachting waren van het onderzoek door de griffier van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders. Klagers hebben een beroep op overmacht gedaan en op stuiting van termijnen, gelet op de geringe tijdsoverschrijding die is ontstaan door hun afwezigheid wegens vakantie. Dat was ook kenbaar gemaakt aan de griffier.

3.5 Naar het oordeel van de Kamer levert de omstandigheid dat klagers bij fax van 18 januari 2008 onder meer hebben meegedeeld dat zij wegens zeer ernstige familie aangelegenheden vier weken afwezig zullen zijn, en daarom verzoeken de klachtzaak nog niet op zitting te plannen, geen verschoonbare reden voor termijnoverschrijding op.

3.6 Betrokkenen als klagers, die voor langere tijd afwezig zijn, dienen toereikende maatregelen te nemen ter behartiging van de eigen belangen. Als wordt nagelaten om adequate maatregelen te treffen om tegen een tijdens die afwezigheid ontvangen besluit tijdig – al dan niet op nader aan te voeren gronden - in verzet te komen, dient dit voor rekening van de betrokkenen te blijven.

3.7 Het enkele feit dat klagers hun afwezigheid hebben gemeld en verzocht hebben om de zaak tijdens die afwezigheid niet op zitting te plannen, doet immers niet af aan de bevoegdheid van de voorzitter zoals neergelegd in artikel 39, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet om kennelijk-ongegronde klachten zonder nader onderzoek bij met redenen omklede beschikking af te doen.

3.8 Vast staat dat klagers en de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord op de zitting van 12 mei 2009, zodat ook voldaan is aan het bepaalde in het derde lid van artikel 29 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

3.9 Vorenstaande overwegingen leiden de Kamer tot het oordeel dat klagers niet in hun verzet kunnen worden ontvangen.

4. Ter voorlichting van klagers merkt de Kamer nog op dat in een verzetuitspraak geen plaats is voor een uitspraak ten principale.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend voorzitter, en mr. A.C.A. Wildenburg en J. Smit (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 juni 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.