ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0319 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.87

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0319
Datum uitspraak: 07-07-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.87
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Proces-verbaal van constatering. Ambtshandeling? Legitimeren ja of nee?

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 87.2009 ingediend door:

De vennootschap onder firma [     ],

gevestigd te [     ],

vertegenwoordigd door [     ], vennoot,

klaagster,

tegen:

1. [     ],

2. [     ] ,

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 5 februari 2009, ingekomen op 9 februari 2009, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 12 februari 2009, ingekomen op 13 februari 2009, hebben de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 juni 2009 alwaar klaagster en gerechtsdeurwaarder sub 1 vergezeld van kandidaat-gerechtsdeurwaarder [     ] zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 juli 2009.

1. De feiten

a)      Bij vonnis van 2 augustus 2007 is de vennootschap Strandpaviljoen [     ] op straffe van een dwangsom kort gezegd verboden om met ingang van 17 augustus 2007 bedrijfsmatig anders dan om niet sterk alcoholhoudende dranken te verstrekken en licht- en non-alcoholische dranken en snacks bedrijfsmatig of anders dan om niet te verstrekken voor gebruik ter plaatse.

b)     Bij exploot van 3 september 2007 is het vonnis aan een der vennoten betekend.

c)      Op verzoek van de gemeente [     ] hebben diverse aan het kantoor verbonden (kandidaat)gerechtsdeurwaarders tien zogeheten processen-verbaal van constatering opgemaakt waarin overtredingen van het verbod zijn opgenomen.

2. De klacht

Klaagster maakt bezwaar tegen de manier waarop de controles hebben plaatsgevonden en stelt dat deze niet rechtsgeldig zijn geweest. De gerechtsdeurwaarders hebben als een soort ‘undercover agenten’ verschillende drankjes gekocht en gekeken of er alcoholhoudende dranken op het terras aanwezig was. In twee gevallen hebben de gerechtsdeurwaarders zelf alcoholhoudende drank gekocht en opgedronken. Dit kan als een vorm van uitlokking gezien worden, de controleur begaat zelf een overtreding en maakt daarvan een proces-verbaal op.

Bij het verrichten van ambtshandelingen is een gerechtsdeurwaarder verplicht zich te legitimeren. Door de vreemde actie is klaagster niet in de gelegenheid geweest een legitimatie te vragen omdat de gerechtsdeurwaarders zich niet als zodanig kenbaar hebben gemaakt. Als de gerechtsdeurwaarders zich bij de eerste controle kenbaar zouden hebben gemaakt zouden er geen overtredingen meer hebben plaatsgevonden. Gezien de bedragen die naar de gemeente zijn gefactureerd lijkt dit meer op geld inhalen dan op een juiste manier je werk doen. Klaagster ziet gaarne een deel van de niet rechtmatig verbeurde dwangsommen terug.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben kort gezegd aangevoerd dat zij door de gemeente zijn ingeschakeld om te controleren of klaagster zich aan de inhoud van het vonnis zou houden en daarmee dwangsommen zou verbeuren. Een dergelijke constatering is geen ambtshandeling. Van (desgevraagd) verplichte legitimatie is dan ook geen sprake.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen.

Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Gerechtsdeurwaarders [     ] en [     ] hebben zich opgeworpen als beklaagden. Zij worden als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Dat is naar het oordeel van de Kamer niet het geval. Het inschakelen van gerechtsdeurwaarders voor het opmaken van een proces-verbaal van constatering ter controle op naleving van bij civiele vonnissen opgelegde verboden is algemeen gebruikelijk en in de rechtspraak aanvaard. Van uitlokking is eerst sprake wanneer iemand een ander aanzet tot het begaan van een strafbaar feit, voor welk feit de uitgelokte zelf kan worden gestraft. Terecht heeft een van de gerechtsdeurwaarders daaromtrent ter zitting opgemerkt dat klaagster niet is bewogen tot het plegen van een handeling die klaagster anders niet zou hebben verricht. Het verkopen (en daarmee bestellen) van bier was toegestaan alleen het nuttigen daarvan op het terras niet. Gezien het vonnis lag het op de weg van klaagster haar personeel dienaangaande te instrueren.

4.4 In deze zaak ging het om controle van een bij vonnis opgelegd verbod en het constateren van eventuele overtredingen daarvan. Legitimatie vooraf is dan niet aan de orde en zou het doel voorbijschieten. Terecht hebben de gerechtsdeurwaarders aangevoerd dat het opmaken van een dergelijk proces-verbaal geen ambtshandeling betreft maar een handeling als bedoeld in artikel 20 van de Gerechtdeurwaarderswet. Slechts bij het verrichten van ambtshandelingen is legitimatie ˝desverlangd˝ geboden (art. 13 Gerechtsdeurwaarderswet ).

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.