ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0317 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.142

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0317
Datum uitspraak: 07-07-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.142
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet vooraf in kennis stellen van gelegd loonbeslag. Nakomen van toezeggingen. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 142.2009 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 23 februari 2009, ingekomen op 24 februari 2009, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 31 maart 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 juni 2009 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 juli 2009.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klager gewezen vonnis. Op 30 september 2008 is het vonnis betekend aan de partner van klager en op 19 december 2008 is ten laste van klager executoriaal derdenbeslag gelegd op zijn loon.

b)     In het exploot van betekening is een te betalen bedrag vermeld van € 318,81 inclusief de explootkosten. De kosten van het exploot van beslaglegging bedragen € 107,12.

c)      Bij brief van 17 maart 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder de werkgever van klager aangeschreven voor betaling van een nog openstaand bedrag ad € 89,53

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze:

1)      hem niet vooraf in kennis heeft gesteld van het loonbeslag;

2)      in de maand januari 2009 ten onrechte nog een bedrag van € 203,80 van zijn salaris heeft ingehouden, ondanks de mededeling van een medewerker dat met de inhouding van € 230,08 in december 2008 de vordering was voldaan;

3)      toezeggingen, om het te veel ingehouden bedrag terug te betalen en bewijsstukken met betrekking tot de vordering op te sturen, niet is nagekomen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat een executoriaal derdenbeslag niet van te voren wordt aangekondigd evident lijkt. De gerechtsdeurwaarder verwijst naar het door hem overgelegde vonnis en het exploot van betekening daarvan. Het vonnis is betekend aan de partner van klager. Dat er sprake zou zijn van privacy gevoelige informatie en het opsturen van bewijsstukken is dan ook een misvatting. Aangezien klager de getroffen betalingsregeling niet nakwam is derdenbeslag gelegd. Dat door een medewerkster aan klager zou zijn medegedeeld dat de vordering zou zijn voldaan, wordt door de gerechtsdeurwaarder betwist. Er staat nog een bedrag open waarvoor de werkgever van klager is aangeschreven.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderwet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is geen sprake. In verband met de mogelijkheid van verduistering van het verhaalsobject, is het niet gebruikelijk een beslag van te voren aan te kondigen.

Bovendien wordt in het exploot waarbij het vonnis aan klager is betekend de aanzegging gedaan dat indien niet wordt voldaan aan het gegeven bevel, het betekende vonnis ten uitvoer zal worden gelegd met alle wettelijke middelen waaronder derdenbeslag. In zekere zin is dus al aangekondigd dat beslag zal worden gelegd. Nu klager onweersproken heeft gelaten dat niet aan de betalingsregeling werd voldaan, kon de gerechtsdeurwaarder het vonnis verder ten uitvoer leggen en zonder verdere aankondiging beslag leggen.

4.3 Dat klager is toegezegd dat met de inhouding bij de werkgever de vordering was voldaan, is door de gerechtsdeurwaarder bestreden. Gezien het feit dat de regeling niet werd nagekomen is dat ook niet aannemelijk. Klager heeft ook geen bewijs geleverd dat de vordering zou zijn voldaan.

4.4 Dat klager is toegezegd dat er bewijsstukken zouden worden opgestuurd is door de gerechtsdeurwaarder ter zitting bestreden. Dat er bewijsstukken zouden worden opgestuurd lag ook niet voor de hand omdat klager via de dagvaarding en het betekende vonnis kennis heeft kunnen nemen van de naam van de opdrachtgever, de vordering en de daarbij behorende bewijsstukken.

5. Nu tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet is gebleken wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.