ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0315 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.516

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0315
Datum uitspraak: 07-07-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2008.516
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: In strijd met de wet beslagvrije voet op nihil gesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 7 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer  516.2008 van:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ]

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 6 november 2008 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief ingekomen op 9 december 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 mei 2009, alwaar klaagster is verschenen.

De gerechtsdeurwaarder heeft bij email van 25 mei 2009 laten weten niet ter zitting te kunnen verschijnen en zijn verweer te handhaven.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 juli 2009.

1. De feiten

a)      Een collega van de gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klaagster executoriaal derdenbeslag gelegd op haar uitkering. Naar aanleiding van haar verzoek heeft deze gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet aangepast.

b)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 12 juni 2008 ten laste van klaagster beslag gelegd onder de belastingdienst op een aan klaagster toekomende voorlopige teruggave. Daarbij is de beslagvrije voet op nihil bepaald.

c)      Klaagster heeft met de gerechtsdeurwaarder telefonisch contact opgenomen om tot aanpassing van de beslagvrije voet te komen.

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat zij door diens toedoen in de financiƫle problemen is gekomen. Ondanks diverse verzoeken daartoe heeft de gerechtsdeurwaarder geweigerd om contact op te nemen met zijn collega, die eerste beslaglegger is, om te onderhandelen over het bedrag waarvoor in eerste instantie beslag was gelegd. De gerechtsdeurwaarder weigert ook de beslagvrije voet aan te passen. Volgens klaagster lopen de kosten nu zo hoog op dat zij die niet kan dragen. Zij verzoekt de Kamer te bepalen dat een gedeelte daarvan voor rekening van de gerechtsdeurwaarder blijft.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Ondanks haar toezegging tijdens het telefoongesprek is klaagster niet op kantoor geweest met een overzicht van haar inkomsten en uitgaven. Zij heeft dat overzicht ook niet toegestuurd. Er is ook niet gecorrespondeerd met het Cebus (Centraal Bureau Schulden), zoals kennelijk wel met de collega is geschied. De brief die klaagster bij haar klacht heeft overgelegd is niet aan hem doorgestuurd. Verzoeken tot aanpassing van de beslagvrije voet worden pas behandeld, nadat de gevraagde gegevens zijn verstrekt. Daarmee is klaagster in gebreke gebleven. Dat de collega tot aanpassing van de beslagvrije voet is overgegaan, betekent niet automatisch dat hij dat ook dient te doen, te meer nu de aan de collega verstrekte gegevens niet aan hem zijn verstrekt, aldus de gerechtsdeurwaarder.

4. De beoordeling van de klacht

4.1. Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is hier sprake. Het door de gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt met betrekking tot het verschaffen van informatie, alvorens hij tot aanpassing van de beslagvrije voet kan overgaan, is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Inkomstenbelasting in de vorm van een voorlopige teruggave is een vordering tot periodieke betaling in de zin van artikel 475c Rv. Daar mag dus beslag op gelegd worden. De gerechtsdeurwaarder had de beslagvrije voet echter hoogstens mogen halveren indien er sprake was van het verschaffen van gebrekkige informatie door klaagster. Door de beslagvrije voet in strijd met de wet op nihil te bepalen heeft de gerechtsdeurwaarder dan ook ernstig verwijtbaar gehandeld. Overigens heeft klaagster ter zitting onweersproken gesteld dat zij persoonlijk op 4 augustus 2008 naar het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is geweest om hem over haar inkomsten en uitgaven te informeren. Klaagster is door het handelen van de gerechtsdeurwaarder ernstig gedupeerd. Eveneens staat vast dat de gerechtsdeurwaarder tegen klaagster heeft gezegd dat hij pas tot aanpassing van de beslagvrije voet zou overgaan indien klaagster zou instemmen met een regeling. Dit standpunt is behalve in hoge mate onbehoorlijk ook in strijd met de wettelijke bepalingen.

4.3 Het behoort niet tot de bevoegdheid van de Kamer om door een gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten te verminderen. Hooguit kan de Kamer bepalen dat nodeloos kosten in rekening zijn gebracht. Dit laatste is niet gebleken.

4.4 De Kamer acht de klacht gegrond en ziet aanleiding om gelet op de ernst van de verweten gedraging na te melden maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klacht gegrond;

-           legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. J.H. Du bois en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.