ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0314 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.238verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0314
Datum uitspraak: 07-07-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.238verzet
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Proces-verbaal van constatering. Beslissing op verzet. De voorzitter verklaart de klacht kennelijhk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 7 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer  238.2009 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 24 maart 2009 (zaaknummer 95.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 31 maart 2009 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 8 april 2009 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 mei 2009 alwaar klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 25 mei 2009 laten weten niet ter zitting te kunnen verschijnen. Hij heeft verwezen naar zijn verweerschrift tegen de klacht. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 7 juli 2009.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Het gaat hem erom dat de gerechtsdeurwaarder door bewust een onjuiste vraag te stellen, zijn positie in de in [     ] lopende gerechtelijke procedure met de brouwerij opzettelijk heeft willen schaden. Klager vindt dat onzorgvuldig. Het ging hem met zijn klacht dus over de onjuiste vraagstelling en niet over het proces-verbaal van constatering. In het kader van zijn onderzoeksopdracht of klager nog bier van de brouwerij verkocht, had de gerechtsdeurwaarder hem hierover moeten bevragen. De gerechtsdeurwaarder heeft dus bewust een strikvraag gesteld.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze zich niet bekend heeft gemaakt en ook het doel van zijn komst niet heeft meegedeeld.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter was van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond. Het stond de gerechtsdeurwaarder vrij om die vragen te stellen die hij goeddunkte om te voldoen aan zijn onderzoeksopdracht.

 6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, en mr. J.H. Dubois en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.