ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0307 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.116

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0307
Datum uitspraak: 14-07-2009
Datum publicatie: 18-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.116
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Afwikkelingskosten. Toepassing algemene voorwaarden. Omvang opdracht

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 14 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 116.2009 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

advocaat gevestigd te [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 15 februari 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 12 maart 2009, ingekomen op 13 maart 2009, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 23 juni 2009 alwaar de gemachtigde van klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 14 juli 2009.

1. De feiten

a)      Klager heeft op 8 februari 2008 de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven een uitspraak van de rechtbank [     ]te betekenen, gewezen tussen klager en zijn familieleden en de Staatssecretaris van Justitie. Voorts staat in deze brief onder meer vermeld: “Nu is de vraag of u executoriaal beslag wilt leggen voor een bedrag van hoofdsom en wettelijke rente van € 11.098. Kan er even overleg zijn over welke stappen u gaat nemen en ook over de soort rekening, waarop beslag wordt gelegd.”

b)      Bij brief van 14 februari 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder de opdracht bevestigd onder verwijzing naar zijn meegezonden algemene voorwaarden en het daarbij behorende reglement tarieven.

c)      De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens exploten uitgebracht op 22 februari, 10 april en 11 april 2008 en heeft op 22 mei 2008 bij de gemachtigde geïnformeerd of een bedrag van € 8.398,00 rechtstreeks van de [     ] was ontvangen. De gemachtigde heeft op de brief van 22 mei 2008 niet gereageerd.

d)     Bij brief van 7 augustus 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder aan de gemachtigde meegedeeld dat er meerdere derdenbeslagen waren gelegd en dat er tot verdeling zou worden overgegaan.

e)      Bij fax van 11 augustus 2008 heeft de gemachtigde onder meer aan de gerechtsdeurwaarder bericht: “ De vordering is reeds door de [     ] voldaan! Verzoek om bevestiging van de intrekking van het beslag” .

f)       Op 14 augustus 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder aan de gemachtigde meegedeeld dat hij niet op de hoogte was gesteld dat de vordering reeds was voldaan, dat hij graag zou vernemen welk bedrag was ontvangen en wanneer en dat  hij daarna tot sluiting van het dossier zou overgaan. De gemachtigde heeft deze brief op 17 augustus 2008 teruggefaxt met daarop met de hand bijgeschreven: “Ik heb niet gevraagd om beslaglegging. Dat heeft u wel gedaan. Verzoek om bevestiging opheffing beslag” .

g)      Op 29 augustus 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd met de mededeling dat het beslag inmiddels was uitgewonnen en opgeheven, dat door de gemachtigde niet was bericht dat verdere maatregelen niet meer nodig waren en dat de executie kon worden gestaakt. Voorts wordt verzocht te berichten over de ontvangen betaling.

h)      De gerechtsdeurwaarder heeft klager op 26 september 2008 gefactureerd voor een bedrag van € 639,63 aan afwikkelingskosten inclusief BTW.

i)        Bij brief van 17 oktober 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder toegelicht waarom de afwikkelingskosten volgens hem verschuldigd zijn.

j)        De gemachtigde heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 4 november 2008 meegedeeld van oordeel te zijn dat de gerechtsdeurwaarder na 22 mei 2008 het dossier had behoren te sluiten, omdat hem toen door de [     ] was meegedeeld dat een klacht van klager gegrond was verklaard en een bedrag van € 8.398,75 aan de gemachtigde was overgemaakt.

2. De klacht

Verkort samengevat verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze:

1)      geen overleg heeft gevoerd over de wijze van beslagleggen. Pas op 17 oktober 2008 zijn kopieën van de exploten meegezonden;

2)      afwikkelingskosten in rekening heeft gebracht, terwijl deze kosten niet zijn gemaakt;

3)      heeft geweigerd om deze kosten te specificeren, in de brief van 17 oktober 2008 staat niet meer dan een algemene opsomming;

4)      geen kopieën van de gelegde beslagen aan de gemachtigde heeft toegestuurd;

5)      niet heeft gereageerd op de brief van 4 november 2008.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft samengevat aangevoerd dat er van klager een algemene executieopdracht is ontvangen welke opdracht is bevestigd onder toepassing van zijn algemene voorwaarden. Vervolgens is met de executie aangevangen en zijn er exploten uitgebracht. Uiteindelijk is duidelijk geworden dat de gemachtigde de betaling van de [     ] daadwerkelijk heeft ontvangen. Aan de gemachtigde van klager is uitgelegd waarom de beslagen zijn gelegd en daarbij is verzocht duidelijkheid te verschaffen omtrent de datum van ontvangst van betaling. Ook al heeft de gemachtigde de datum van ontvangst nooit doorgegeven, het is wel duidelijk dat deze ontvangstdatum ligt na zijn tussenkomst, aldus de gerechtsdeurwaarder. Klager is daarom wel de afwikkelingskosten op basis van de algemene voorwaarden verschuldigd.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen.

Het gerechtsdeurwaarderkantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Blijkens het verweerschrift heeft gerechtsdeurwaarder [     ] zich namens de maatschap opgeworpen als beklaagde en hij wordt daarom als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Bij de beoordeling van de klacht dient tot uitgangspunt dat het een gerechtsdeurwaarder in beginsel vrij staat zijn om incasso- danwel afwikkelingskosten in rekening te brengen. Bij de inwerkingtreding van de Gerechtsdeurwaarderswet op 15 juli 2001 zijn met behoud van waarborgen voor de schuldenaar prijsafspraken tussen een opdrachtgever en een gerechtsdeurwaarder vrijgelaten. De grondslag daarvoor was gelegen in vergroting van het concurrentie mechanisme, waarbij aan de gerechtsdeurwaarder ruimte werd geboden om tot gedifferentieerde op de individuele opdrachtgever toegesneden prijsafspraken te komen. Op grond daarvan zijn de gerechtsdeurwaarder en de opdrachtgever volledig vrij iedere prijsafspraak te maken die hen goeddunkt. Blijkens de memorie van toelichting zal de tariefstelling echter wel altijd in een redelijke verhouding moeten staan tot de te leveren prestatie en kan excessieve tariefstelling leiden tot tuchtrechtelijke maatregelen (TK, 1999-2000, 22 755, nr 16 p.13).

4.3 Uit de stukken en de daarop ter zitting gegeven toelichting is de Kamer het volgende gebleken. De gemachtigde van klager heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 8 februari 2008 opdracht gegeven de uitspraak opnieuw te betekenen.

In de brief waarbij de opdracht is verleend wordt ook verzocht executoriaal beslag te leggen. Naar het oordeel van de Kamer volgt daaruit en mocht de gerechtsdeurwaarder daaruit ook opmaken dat het een algemene opdracht tot executie betreft. De gerechtsdeurwaarder heeft de opdracht bij brief van 14 februari 2008 aanvaard en bevestigd. In die brief verwijst de gerechtsdeurwaarder naar de toepasselijkheid van zijn algemene voorwaarden, die aan de brief zijn gehecht. In de brief wijst de gerechtsdeurwaarder de gemachtigde van klager ook op het feit dat alleen het uitbrengen van exploten kosteloos kan plaatsvinden. Andere kosten, voor zover niet verhaalbaar op de wederpartij, blijven voor rekening van de opdrachtgever. In die brief staat ook dat de gerechtsdeurwaarder de opdrachtgever op eerste verzoek zal informeren omtrent het verloop van de zaak. Ook wordt in die brief verzocht ontvangen betalingen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de gerechtsdeurwaarder te melden.

4.4 Vast staat dat de gemachtigde op deze brief niet heeft gereageerd. Eveneens staat vast dat de gemachtigde bij de gerechtsdeurwaarder niet heeft geïnformeerd naar het verloop van de zaak en ook niet heeft gemeld dat zij een klacht had ingediend bij de [     ]. Evenmin heeft de gemachtigde de gerechtsdeurwaarder kenbaar gemaakt dat zij een betaling van de [     ] had ontvangen, zelfs niet nadat de gerechtsdeurwaarder daar expliciet om had gevraagd in zijn brief van 22 mei 2008.

4.5 Gezien hetgeen hiervoor is overwogen kan niet worden gezegd dat tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De gemachtigde van klager is een professionele opdrachtgever die bekend kan worden verondersteld met de term afwikkelingskosten.  De in rekening gebrachte kosten zijn gebruikelijk en niet excessief.  Het door de gerechtsdeurwaarder met argumenten onderbouwde standpunt met betrekking tot de door hem in rekening gebrachte kosten is verdedigbaar, althans niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Het ligt niet op de weg van de tuchtrechter om te beoordelen of de afwikkelingskosten daadwerkelijk zijn gemaakt en welke werkzaamheden daarvoor al dan niet zijn verricht. Klager zal zich met dit geschil moeten wenden tot de gewone rechter.

4.6 De overige onderdelen van de klacht zijn eveneens ongegrond. De exploten zijn bij brief van 17 oktober 2008 aan de gemachtigde toegezonden. In de factuur zijn de afwikkelingskosten voldoende gespecificeerd, nu ter zake in de voorwaarden slechts een percentage is vermeld en geen afzonderlijke werkzaamheden zijn omschreven. De brief van 4 november 2008 behoefde geen beantwoording omdat deze alleen het standpunt van de gemachtigde bevat over de wijze waarop de opdracht is uitgevoerd.

5. Nu tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet is gebleken, wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.