ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0300 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.310verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0300
Datum uitspraak: 14-07-2009
Datum publicatie: 21-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.310verzet
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 14 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 310.2009 ingesteld door:

[     ]

gevestigd te’ [     ],

klaagster,

vertegenwoordigd door haar bestuurder [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 21 april 2009 (zaaknummer 59.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht.

Bij brief van 22 april 2009 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 5 mei 2009, ingekomen 6 mei 2009, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

De gerechtsdeurwaarder heeft op 22 juni 2009 medegedeeld niet ter zitting te verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 23 juni 2009 waar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

Na behandeling heeft de secretaris een brief aangetroffen van de vertegenwoordiger van klaagster waarin wordt medegedeeld dat als gevolg van ziekte het voor hem niet mogelijk is te verschijnen en gezien de korte termijn ook niet mogelijk is zich te laten vertegenwoordigen.

De uitspraak is bepaald op 14 juli 2009.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster aangevoerd dat het niet de bedoeling van de gedragsregels kan zijn dat gerechtsdeurwaarders ongecontroleerde vorderingen doen uitgaan. Op dergelijke wijze kunnen uit het niets vorderingen ontstaan die dan wel gerechtvaardigd kunnen zijn maar tot onverantwoorde hoogte kunnen worden opgevoerd. In zijn brief aan de Kamer van 27 februari 2009 schrijft de gerechtsdeurwaarder ook dat het de rol van de gerechtsdeurwaarder is bezwaren van klagers voor te leggen aan zijn opdrachtgever. Dat is hier beslist niet gebeurd. Er is geen standpunt van de opdrachtgever kenbaar gemaakt. Evenmin zijn zoals verzocht fouten in de vorderingen gecorrigeerd of nader onderzocht, aldus klaagster.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klaagster zich op het standpunt dat de gerechtsdeurwaarder onrechtmatig jegens haar handelt en in strijd met de gedragscode voor gerechtsdeurwaarders door te dreigen met niet bestaande vorderingen en afsluiting van de energielevering. De gerechtsdeurwaarder reageert niet op de door haar gedane verzoeken om opheldering en beantwoordt brieven niet.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat klaagster met de gerechtsdeurwaarder van mening verschilt over de (hoogte van) de aan hem ter incasso gegeven vorderingen. Het door de gerechtsdeurwaarder ten aanzien daarvan ingenomen en met argumenten onderbouwde standpunt is verdedigbaar, althans niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Het ligt niet op de weg van de tuchtrechter op de inhoudelijke beoordeling van dit geschil in te gaan. Klager zal zich met dit geschil moeten wenden tot de civiele rechter. D e door klaagster ingediende klacht stuit hierop af.

5.2 De voorzitter heeft voorts overwogen dat de door klaagster aan de gerechtsdeurwaarder verzonden brieven zien op betwisting van de vorderingen. De gerechtsdeurwaarder is gehouden hierover het standpunt van zijn opdrachtgever te vragen. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder dat niet heeft gedaan. Hierbij wordt opgemerkt dat het niet aan de gerechtsdeurwaarder is om een oordeel te vellen over de vraag of de vorderingen correct zijn. De aan klaagster verzonden brieven zijn normaal van toon en de daarin aangekondigde maatregelen zijn, in de omstandigheden van dit geval passend.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1. De door klaagster in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de in verzet aangevoerde gronden bieden evenmin aanknopingspunten de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

6.2. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.