ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0293 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.258verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0293
Datum uitspraak: 21-07-2009
Datum publicatie: 21-09-2009
Zaaknummer(s): 2009.258verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet onder aanvulling van de gronden ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 21 juli 2009 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 258.2009 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 24 maart 2009 (zaaknummer 90.2009) heeft de voorzitter van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 7 april 2009 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 16 april 2009, ingekomen op 17 april 2009, heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 juni 2009 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 21 juli 2009.

2. De gronden van het verzet

Klaagster voert in verzet samengevat aan dat de gerechtsdeurwaarder haar onder druk heeft gezet de klacht in te trekken anders zou klaagster nog meer problemen krijgen. Verder verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat zij door zijn toedoen is ontslagen. Haar werkgever vernam dat klaagster een klacht had ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder en vreesde zelf problemen te krijgen. Daarop is zij ontslagen. De gerechtsdeurwaarder heeft de privacy van het gezin waarvan klaagster deel uitmaakt geschonden door bij de Gemeentelijke Basisadministratie alle persoonsgegevens van het gezin op te vragen. Bovendien heeft hij de verblijfsadressen van klaagster vanaf 1986 opgevraagd. Dergelijke informatie is niet noodzakelijk voor een geode verrichting van een ambtshandeling.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In haar inleidende klacht verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder verkort samengevat dat hij diverse strafbare handelingen heeft verricht en onvoldoende rekening heeft gehouden met de moeilijke omstandigheden waarin zij verkeert.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat klaagster een groot aantal verwijten aan de gerechtsdeurwaarder heeft gemaakt, maar deze in het geheel niet heeft onderbouwd. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. In ieder geval staat vast dat diverse uitspraken wel zijn betekend aan klaagster. Het komt voor haar rekening en risico als zij daarvan geen kennis heeft genomen, wellicht als gevolg van haar vele verhuizingen.

5.2 De voorzitter heeft voorts overwogen dat de gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat met betrekking tot de beslagvrije voet een fout is gemaakt. Ten onrechte is aangenomen dat klaagster in het buitenland verbleef omdat van haar geen bekende woon- of verblijfplaats bekend was. Klaagster werkte echter bij [     ] in [     ] en op haar loon was beslag gelegd. Inmiddels is die fout hersteld. Een gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een rekenfout maakt, maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is echter niet gebleken, aldus de voorzitter.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De in verzet aangevoerde gronden betreffen niet eerder aangevoerde klachten.

In het algemeen kunnen die niet voor het eerst in verzet worden behandeld en dienen buiten beoordeling te worden gelaten. De gerechtsdeurwaarder heeft echter geen bezwaar gemaakt tegen behandeling daarvan en heeft daar ter zitting verweer op gevoerd.

6.2 De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting een uittreksel overgelegd van de met klaagster en de gemachtigde van klaagster gevoerde telefoongesprekken. Daaruit blijkt niet dat klaagster of haar gemachtigde onder druk zijn gezet de klacht in te trekken. Uit de telefoongesprekken blijkt slechts dat door de klachtbehandelaar van de gerechtsdeurwaarder contact is gezocht om een oplossing te zoeken.

Dat klaagster en haar gemachtigde dit als druk hebben ervaren maakt nog niet dat het dan ook zo is.

6.3 Ter zitting heeft de gemachtigde van klaagster aangevoerd dat klaagster niet meer op haar werk is verschenen omdat zij door het gelegde beslag geen geld had om naar haar werk te gaan. Daarop is klaagster ontslagen. Niet valt in te zien waarom de deurwaarder ter zake een verwijt treft. Deze, eerst bij de behandeling ter zitting van het verzet, aangevoerde grond kan evenmin slagen.

6.4 Het enkel opvragen van persoonsgegevens levert nog geen schending van de privacy op. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting medegedeeld dat de gegevens zijn opgevraagd in een huurzaak en dat dit tot doel had te onderzoeken of er sprake was van medehuurders. Niet gebleken is dat de informatie buiten het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is gebruikt. Op de gerechtsdeurwaarder en zijn medewerkers rust een geheimhoudingsplicht zodat niet kan worden gezegd dat de privacy van klaagster is geschonden.

6.4 Uit het voorgaande volgt dat d e door klaagster in verzet aangevoerde gronden niet kunnen leiden tot gegrondverklaring van het verzet. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter, onder aanvulling van de gronden, juist. Het verzet dient ongegrond te worden verklaard.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.