ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0255 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.581

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0255
Datum uitspraak: 02-06-2009
Datum publicatie: 10-07-2009
Zaaknummer(s): 2008.581
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Geen verificatie bij opdrachtgever ook niet na telefonische uitleg  of wel de juiste persoon werd aangeschreven.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 juni 2009 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 581.2008 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 5 december 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief met bijlage van 5 januari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 april 2009. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 2 juni 2009.

Per fax van 21 april 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder verweer gevoerd en meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

1. De feiten

a)      Klager en zijn echtgenote hebben gewoond aan het adres [    ]1A – III te [     ]. In verband met hun verhuizing op 21 februari 2008 is door hen op 12 februari 2008 een aanvraag tijdelijke verkeersmaatregel ingediend bij Stadsdeel [     ] voor het plaatsen van bebording voor de verhuiswagen van [     ] BV (hierna [     ]). Hiervoor was leges verschuldigd.

b)      Het (kantoor van de) gerechtsdeurwaarder heeft van Stadsdeel [     ] opdracht gekregen een vordering met betrekking tot de hiervoor vermelde leges te incasseren op [     ].

c)      Bij brief van 19 november 2008 gericht aan [     ] op het adres [     ] 1A –III te [     ] heeft de gerechtsdeurwaarder [     ] tot betaling van de vordering gesommeerd. Deze brief is door de oude buren doorgestuurd naar het nieuwe adres van klager.

d)      De echtgenote van klager heeft direct na ontvangst van die brief op 3 december 2008 telefonisch contact met de gerechtsdeurwaarder opgenomen en uitleg verschaft over de vordering. Daarbij heeft zij onder meer meegedeeld dat zij de leges heeft voldaan, doch dat zij het betalingsbewijs niet kon vinden.

e)      Bij brief van 3 december 2008, wederom gericht aan [     ], maar thans geadresseerd aan het nieuwe adres van klager, heeft de gerechtsdeurwaarder [     ] nogmaals tot betaling van de vordering gesommeerd.

f)        Bij brief van 23 februari 2009 aan [     ], met de vermelding nu t.a.v. klager en gericht aan diens nieuweadres, heeft de gerechtsdeurwaarder onder meer aan klager meegedeeld het dossier op verzoek van het Stadsdeel te sluiten.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder op gronden als in zijn klacht omschreven kort gezegd dat  er niet adequaat is gereageerd op de  door zijn vrouw telefonisch gegeven uitleg inzake de vordering. Voorts beklaagt hij zich over de in rekening gebrachte kosten en de wijze waarop hij, ondanks de uitleg over de vordering, is bejegend door de (medewerkers van) de gerechtsdeurwaarder.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij een vordering ter incasso heeft gekregen, nadat klager bij herhaling schriftelijk tot betaling is aangemaand. Die aanmaningen zijn verzonden aan het bij de opdrachtgever bekende adres van klager. Klager is nalatig geweest om de verhuizing te melden en daarom heeft hij het niet ontvangen van de aanmaningen aan zichzelf te wijten

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, overweegt de Kamer dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderwet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. In het verweerschrift heeft oud gerechtsdeurwaarder [     ] zich opgeworpen als beklaagde. Hij wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat op de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft bij zijn fax van 21 april 2009 een kopie van de Aanvraag tijdelijke verkeersmaatregel (TVM) ingezonden. In die aanvraag staat weliswaar [     ] Verhuisbedrijf als aanvrager vermeld, doch als contactpersoon staat mevrouw [     ] vermeld. Voorts staat vermeld dat het om een verhuizing gaat.

4.4 Ter zitting heeft klager een brief van Stadsdeel [      ] aan mevrouw [     ] van 15 februari 2008 overgelegd, waarin de plaatsing en bebording worden bevestigd.

4.5 Gelet op vorenstaande en op de onbetwiste stelling van klager dat, direct na ontvangst van de brief van de gerechtsdeurwaarder van 19 november 2008, aan de gerechtsdeurwaarder dan wel zijn medewerkers is uitgelegd, dat niet [     ], maar klager (of zijn echtgenote) de verkeersmaatregel had aangevraagd (omdat het om een verhuizing van het gezin van klager naar zijn nieuwe adres ging), is het onduidelijk waarom de gerechtsdeurwaarder ook na die telefonische uitleg op 3 december 2008, [     ] als debiteur bleef beschouwen.

4.6 De gerechtsdeurwaarder heeft zijn stelling dat klager herhaaldelijk door het Stadsdeel zou zijn aangemaand niet onderbouwd. Vast staat dat de gerechtsdeurwaarder steeds [     ] heeft aangeschreven. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder nadat uitleg was verschaft omtrent de gang van zaken bij zijn opdrachtgever heeft geverifieerd of wel de juiste onderneming of persoon was aangeschreven.

4.6. Vorenstaande, alsmede de mededeling van de gerechtsdeurwaarder in zijn brief van 23 februari 2008, dat het Stadsdeel hem heeft verzocht het dossier te sluiten, leidt tot de conclusie dat de gerechtsdeurwaarder de zaak niet adequaat heeft afgehandeld. Het had, zeker na de telefonische reactie van de echtgenote van klager, op zijn weg gelegen om zijn opdrachtgever om uitleg te vragen omtrent de vordering en omtrent de vraag of de juiste debiteur was aangeschreven, alvorens tot verdere aanmaning over te gaan.

4.7 De mededeling in het verweerschrift van 5 januari 2009 dat de tweede aanmaning is verzonden omdat toezending van het betalingsbewijs uitbleef, leidt niet tot een ander oordeel omdat die aanmaning op dezelfde dag is verzonden als waarop uitleg is verschaft door klagers echtgenote.

4.9 Vorenstaande in samenhang bezien met de erkenning door de gerechtsdeurwaarder dat de informatiekosten voorbarig zijn geboekt, leidt tot de conclusie dat de klacht gegrond dient te worden verklaard. Voorts geeft voormelde gang van zaken aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart de klacht gegrond;

-          legt aan beklaagde de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van

2 juni 2009 in tegenwoordigheid van  H.A.J. van der Lee, secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.