ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0241 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.443

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0241
Datum uitspraak: 28-04-2009
Datum publicatie: 10-07-2009
Zaaknummer(s): 2008.443
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzuim mededeling te doen dat dagvaarding is ingetrokken.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 28 april 2008 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 443.2008 ingesteld door:

De heer en mevrouw [     ],

wonende te [     ],

klagers dan wel klager en klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 30 september 2008 hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 29 oktober 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 maart 2009. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 28 april 2009.

1. De feiten

1.      Klaagster heeft aan Vakagarage [     ] (hierna: de Vakgarage) een auto ter reparatie en voor de jaarlijkse APK aangeboden.

2.      Bij brief van 5 januari 2001 heeft mevrouw [     ], namens klager gereageerd op de door de Vakgarage gezonden rekening en daartoe onder meer gesteld dat de rekening niet overeen komt met de gemaakte prijsafspraak van € 500,=.

3.      Bij brief van 22 februari 2008 heeft de Vakgarage onder meer aan [     ] meegedeeld – samengevat - dat er extra werkzaamheden zijn uitgevoerd naast de werkzaamheden waarop de afgesproken prijs zag.

4.      Op 5 maart 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder van de Vakgarage de vordering ter incasso ontvangen.

5.      Bij brieven van 10 maart 2008 en 17 maart 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder klagers gesommeerd de vordering vermeerderd met rente en incassokosten te voldoen. Klager heeft hierop gereageerd.

6.      Nadat daartoe opdracht was ontvangen van de Vakgarage, is op 8 september 2008 een dagvaarding in een gesloten enveloppe aan het adres van  klager betekend waarin klager is gedagvaard om op donderdag 25 september 2008 om 10.00 uur  te verschijnen bij het Kantongerecht te [     ]. Klager heeft bij de Rechtbank een verweerschrift ingediend.

7.      De gerechtsdeurwaarder heeft klagers in opdracht van de Vakagarage op 22 september telefonisch benaderd met een verzoek tot schikking. Klager heeft dit geweigerd.

8.      Vervolgens heeft de Vakagarage de gerechtsdeurwaarder gemeld af te zien van de procedure en is besloten de dagvaarding niet in te dienen. Dit heeft de gerechtsdeurwaarder niet aan klager gemeld.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder – samengevat – dat de dagvaarding aan de verkeerde persoon is betekend omdat hij niet de contractpartij is. Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder hem lastig valt met valse facturen en onbehoorlijk handelt door niet te melden dat de dagvaarding niet is ingediend. Klager meent dat de gerechtsdeurwaarder intimideert en chanteert door een dagvaarding te sturen, of  dat er sprake is van oplichting en dat de gerechtsdeurwaarder misbruik maakt van zijn ‘titel’. Klager  verzoekt om een reële vergoeding voor de door hem gepleegde inspaningen en gemaakte kosten.

3. Het verweer

De gerechtsdeurwaarder stelt – samengevat - dat het inderdaad niet correct is dat niet is gemeld dat de dagvaarding niet is aangebracht bij de rechtbank. Aan klager zijn hiervoor excuses aangeboden. De gerechtsdeurwaarder is van mening dat de door klager genoemde terminologie niet juist is weergegeven. Er is geen sprake geweest van intimiderend, chanterend en/of crimineel gedrag.

 4. Beoordeling van de klacht

4.1. Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarder inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. In het verweerschrift heeft de verweer voerende gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde zodat de klacht wordt geacht tegen hem te zijn gericht. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 (Kandidaat) gerechtsdeurwaarders zijn op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in voormelde zin oplevert.

4.3 Zoals ook ter zitting is erkend door de gerechtsdeurwaarder, had het op zijn weg gelegen om klager direct nadat dit bekend werd, mee te delen dat de dagvaarding niet was aangebracht. Door dat niet te doen heeft hij klager onnodig in spanning laten zitten omtrent een te voeren rechtszaak. Hoewel de hiervoor geschetste gang van zaken geen schoonheidsprijs verdient, ziet de Kamer thans geen aanleiding om de klacht op grond daarvan gegrond te verklaren. Het nadeel dat klager ervan heeft ondervonden is ook in die zin beperkt dat hij - achteraf gezien - zonder noodzaak een schriftelijk verweer heeft opgesteld.  Hierbij is verder van belang dat het kennelijk gaat om een incident. Er zijn immers geen feiten of omstandigheden aangevoerd die doen vermoeden dat het een vaste praktijk betreft van de gerechtsdeurwaarder. Indien deze handelswijze echter zou worden herhaald, kan dit wel leiden tot gegrondverklaring van de klacht.

4.4 Anders dan klager meent, bestaat er geen aanleiding om aan te nemen dat de dagvaarding enkel bij wijze van intimidatie is gezonden of dat er misbruik is gemaakt door de gerechtsdeurwaarder van zijn ‘titel’.

4.5 Voorts is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder valse facturen heeft uitgebracht. Die facturen waren immers afkomstig van de Vakgarage en zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien waarom de gerechtsdeurwaarder zou moeten controleren of de aan hem ter incasso gegeven facturen op alle punten overeenstemming met een gegeven opdracht. Dat er verschil van inzicht bestaat over de hoogte van de factuur en de werkzaamheden waarvoor opdracht was gegeven kan ook niet tot die conclusie leiden.

4.6 Voorts is de Kamer van oordeel dat niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder intimiderend en daardoor tuchtwaardig heeft gehandeld door aan klager te melden dat de vordering zou kunnen worden verhoogd met de kosten van de dagvaarding. Deze mogelijkheid bestond immers bij toewijzing van de vordering door de Kantonrechter.

4.7 Voor een schadevergoeding zoals verzocht door klagers biedt het tuchtrecht geen ruimte. Desgewenst kan hij zich daarvoor tot de civiele rechter wenden.

5. Op grond van vorenstaande wordt als volgt beslist.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend voorzitter, en mr. A.C.A. Wildenburg en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 april 2009 in tegenwoordigheid van H.A.J. van der Lee, secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.