ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0231 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.422

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0231
Datum uitspraak: 21-04-2009
Datum publicatie: 10-07-2009
Zaaknummer(s): 2008.422
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een vonnis gewezen tegen de enen zus wordt aan haar andere (tweeling)zus betekend terwijl die het juiste adres van haar zus had doorgegeven.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 21 april 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 422.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[      ],

(voormalig) gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 30 september 2008 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 5 november 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 maart 2009 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder verschenen.

Klaagster heeft voor de zitting telefonisch meegedeeld niet te kunnen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 21 april 2009.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Aan de gerechtsdeurwaarder is op of omstreeks 19 december 2007 door [     ] BV (hierna: [     ] opdracht verstrekt tot dagvaarding van mevrouw [     ], de tweelingzus van klaagster.

b)      Nadat verificatie van de gegevens van [     ] in eerste instantie niet lukte bleek uit een uittreksel van de Gemeentelijke basisadministratie van 15 januari 2008, dat zij ingeschreven stond op het adres [     ] [     ] te [     ].

c)      Nadat een dagvaardig was betekend op dat adres, is op 6 juni 2008 telefonisch aan de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat mevrouw [     ] vanaf 1 mei 2008 niet meer op dat adres woont.

d)      Een door de gerechtsdeurwaarder verrichte adresverificatie van 9 juni 2008 vermeldt niet de gegevens van [      ] maar de gegevens van klaagster en haar adres.

e)      Een adresverificatie van 21 augustus 2008 vermeldt de gegevens van [     ] met haar adres in [     ].

f)        Op 19 augustus 2008 wordt aan klaagster een vonnis van de Kantonrechter te [     ] van 10 april 2008 betekend waarin [     ] wordt veroordeeld terzake van een vordering van [     ].

 

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat zij lacherig te woord is gestaan toen zij klaagde over het feit dat, ondanks dat zij het nieuwe adres van haar zuster had doorgegeven, het tegen haar zuster gewezen vonnis aan haar is betekend terwijl in dat vonnis duidelijk de voorletters van haar zuster zijn vermeld. Klaagster stelt dat de gerechtsdeurwaarder onprofessioneel handelt en onzorgvuldig omgaat met persoonsgegevens.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder stelt zich op het standpunt dat de adresverificaties in eerste instantie inderdaad niet goed zijn verwerkt doch dat het om een vergissing dan wel een fout gaat. Er is sprake geweest van een dubbele slordigheid omdat er op een verkeerd adres en aan een verkeerde persoon is betekend. Een adresverificatie is niet goed geïnterpreteerd en bij de betekening van het vonnis is niet goed gekeken naar de voornamen.

4. Beoordeling van de klacht.

4.1. Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarder inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. In het verweerschrift heeft gerechtsdeurwaarder [     , zich opgeworpen als beklaagde zodat de klacht wordt geacht tegen hem te zijn gericht en omdat hij pas per 1 maart 2009 eervol ontslag heeft gekregen en de gewraakte handelingen zich daarvoor hebben afgespeeld. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2. Ter beoordeling staat of de handelswijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3. In het algemeen maakt een gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een fout maakt, zich daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Naar het oordeel van de Kamer is hiervan sprake geweest. De gerechtsdeurwaarder heeft dit ter zitting ook erkend.

4.4 De Kamer acht de klacht gegrond, maar ziet geen aanleiding een maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.