ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0197 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.543verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0197
Datum uitspraak: 24-03-2009
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2008.543verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bezwaar tegen gelegd beslag. Klager heeft schade geleden door inbeslagname auto en motorfiets. Bjegeningsklacht. De voorzitter oordeelt dat klachten over beslag en geleden schade niet in het tuchtrecht thuishoren. De bejegeningsklacht kan niet worden vastgesteld. De kamer is het met de voorzitter eens. Verzet ongegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 maart 2009 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 543.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ] ,

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 28 oktober 2008 (zaaknummer 373.2008) heeft de voorzitter van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 29 oktober 2008 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 11 november 2008, ingekomen op 12 november 2008, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Bij brief van 19 januari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen en twee getuigenverklaringen overgelegd.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 februari 2009 alwaar klager is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 24 maart 2009.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij het er niet mee eens is dat de schade voor zijn rekening blijft. Het is juist dat klager de auto van het pad heeft gereden. Klager had daarvoor toestemming gekregen van een chauffeur van het bergingsbedrijf. De voorbumper van de auto hing al los en dat is niet door klager veroorzaakt. De motorfiets van klager heeft wel degelijk krassen opgelopen aan de zijkant van de tank en niet alleen maar een lichte kras bij de benzine dop. Die schade is evenmin door klager veroorzaakt. De gerechtsdeurwaarder suggereert dat zij klager heeft trachten te bereiken maar klager heeft geen telefoon gehad terwijl ook zijn mobiele nummer bekend was. Klager heeft niemand bedreigd terwijl de gerechtsdeurwaarder wel dreigend bij hem aan de deur is geweest, aldus klager.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat de inbeslagname onrechtmatig was gelet op de dagwaarde van de auto en de motor van € 8.000,00 in verhouding tot de hoofdsom. Ook verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat de auto bij het achteruit rijden van het pad door de (medewerkers) van de gerechtsdeurwaarder is beschadigd en dat zowel de auto als de motorfiets krassen of deuken hebben opgelopen na de inbeslagname. De gerechtsdeurwaarder heeft ook niet gereageerd op meerdere verzoeken om een gesprek en wil de door hem geleden schade niet vergoeden. Als laatste verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat zij zich op 7 augustus 2008 tijdens het uitreiken van een document bedreigend naar hem heeft opgesteld.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 Op de inleidende klacht heeft de voorzitter samengevat overwogen dat de beoordeling van klagers stelling met betrekking tot de dagwaarde van de auto en de motor in verhouding tot de hoofdsom in het kader van deze tuchtprocedure niet aan de orde kan komen. De executant kan aansprakelijk zijn voor de gevolgen van een executie. Dat moet echter worden beantwoord aan de hand van criteria die gelden voor misbruik van recht. Behoudens evidente misslagen, waarvan in het onderhavige geval geen sprake is, is het niet aan de tuchtrechter om hierover een oordeel te geven maar aan de gewone rechter.

5.2 Ten aanzien van de stelling van klager dat hij schade heeft geleden door de inbeslagname van de auto en de motorfiets, heeft de voorzitter overwogen dat dit niet binnen de tuchtrechtelijke procedure aan de orde kan komen. De Kamer is niet bevoegd hierover te oordelen. Voor zover klager de gerechtsdeurwaarder aansprakelijk acht voor door hem geleden schade zal hij zich voor een antwoord op de vraag of dat standpunt juist is, tot de gewone rechter moeten wenden.

5.3 Voorts heeft de voorzitter overwogen dat de gerechtsdeurwaarder in haar brief van 10 oktober 2008 heeft toegelicht dat zij tweemaal getracht heeft klager te bereiken. Daarnaast vermeldt zij waarom er uiteindelijk voor is gekozen om klager in een brief van 22 september 2008 mee te delen dat aan hem de toegang tot het pand van de gerechtsdeurwaarder wordt ontzegd. Deze opstelling van de gerechtsdeurwaarder is, gelet op de in die brief geschetste wijze waarop de contacten tussen klager en het kantoor van de gerechtsdeurwaarder zijn verlopen, niet tuchtrechtelijk laakbaar zodat klagers klacht omtrent het niet reageren door de gerechtsdeurwaarder niet kan slagen.

5.4 Als laatste heeft de voorzitter overwogen dat zowel v an een gerechtsdeurwaarder als van justitiabelen mag worden verwacht dat zij communiceren op een wijze die in het algemeen als passend en fatsoenlijk mag worden beschouwd, doch tegenover de enkele stelling van klager dat hij zich door de gerechtsdeurwaarder bedreigd voelde, staat de betwisting door de gerechtsdeurwaarder. Gelet daarop is er onvoldoende grond om aan te nemen dat de gerechtsdeurwaarder zich in dat opzicht klachtwaardig heeft gedragen. Ook overigens is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder gehandeld heeft op een wijze die een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt, aldus de voorzitter.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De voorzitter heeft naar het oordeel van de Kamer terecht overwogen dat de klacht met betrekking tot de dagwaarde van de auto en de motorfiets in verhouding tot de hoofdsom niet binnen de tuchtrechtelijke procedure aan de orde kan komen. Hetzelfde geldt voor de klacht met betrekking tot de door klager gestelde schade aan de in beslag genomen zaken. De gerechtsdeurwaarder heeft bovendien verklaringen overgelegd van politieambtenaren die bij de inbeslagname aanwezig zijn geweest die verklaren dat de schade aan de auto door klager is veroorzaakt.

6.2 De overige door klager in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer

juist acht. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. A.C.A. Wildenburg en J.P.J.J. Timmermans (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter o penbare terechtzitting van 24 maart 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.