ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0150 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.346

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0150
Datum uitspraak: 10-03-2009
Datum publicatie: 13-03-2009
Zaaknummer(s): 2008.346
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voortzetten incassoprocedure en handhaven incassokosten onjuist nu bij adresverificatie bleek dat de factuur naar een adres is verzonden waar klaagster niet woonachtig was.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 maart 2009 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 346.2008 ingesteld door:

J.G. Meijering, namens zijn echtgenote A.C.M. Meijering-Jorna,

wonende te Zoetermeer,

klager,

tegen:

mr. M.P. Harten,

gerechtsdeurwaarder te Den Haag,

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 30 juli 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Op 12 januari 2009 is de reactie van de gerechtsdeurwaarder op de klacht ontvangen.

De klacht is behandeld ter zitting van 27 januari 2009, waar klager en zijn echtgenote zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 10 maart 2009.

  1. De feiten

a) Klager en zijn echtgenote woonden tot 1996 op het adres [ ] te [ ]. Sedertdien wonen zij op het huidige adres.

b) In mei 2006 is ten behoeve van de echtgenote van klager onderzoek door het [ ]Ziekenhuis (hierna: [ ]) gedaan.

c) [ ] heeft op 24 mei 2006 een factuur verzonden naar het (oude) adres Fretweide 17 te Zoetermeer.

d) Omdat de nota niet werd betaald is opdracht verstrekt tot incasso aan de gerechtsdeurwaarder.

e) De gerechtsdeurwaarder heeft, na een signaal dat het adres niet juist was, het adres geverifieerd en vervolgens op 26 maart 2008 een aanmaning met incassokosten aan het juiste adres gestuurd.

f) [ ] heeft de gerechtsdeurwaarder uiteindelijk meegedeeld niet tot dagvaarding over te gaan en hem verzocht het dossier te sluiten.

2. De klacht

Klager beklaagt zich erover – samengevat - dat de gerechtsdeurwaarder na de adresverificatie niet aan het ziekenhuis heeft gemeld dat de factuur naar een verkeerd adres was gestuurd, maar de incasso heeft voortgezet onder berekening van incassokosten. Gelet op het feit dat de verhuizing al in 1996 was, had de gerechtsdeurwaarder kunnen weten dat de nota klager nooit had bereikt. Ondanks toezeggingen door de gerechtsdeurwaarder is aan klager geen kopie van de factuur en een brief dat het dossier zou worden gesloten toegezonden. Ook is niets van [ ] vernomen. Ondanks een telefonisch verzoek van klager op 18 april 2008 is pas twee dagen na een telefoongesprek op 30 juni 2008 een brief ontvangen van de gerechtsdeurwaarder waaruit bleek dat het dossier was gesloten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft hiertegen primair aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat niet hij, maar zijn echtgenote de wederpartij was en dat nimmer een machtiging is ontvangen. Subsidiair stelt de gerechtsdeurwaarder dat het de wettelijke plicht van klager en zijn echtgenote is om de factuur van [ ] te betalen en dat het voor hun rekening en risico dient te komen dat zij geen adreswijziging hebben gezonden aan het ziekenhuis. Pas in de incassoprocedure bleek dat het adres niet juist was waarna tot verificatie is overgegaan. Voorts stelt de gerechtsdeurwaarder dat de factuur nimmer betaald is omdat de echtgenote niet bekend was onder het opgegeven nummer bij de opgegeven verzekeringsmaatschappij. Omdat [ ] op economische gronden heeft besloten niet tot dagvaarding over te gaan is het dossier gesloten, wat bij brief van 1 juli 2008 is gemeld aan klager.

4. Beoordeling van de klacht

4.1. Anders dan de gerechtsdeurwaarder is de Kamer van oordeel dat klager ontvankelijk is in zijn klacht. Ter zitting heeft de echtgenote van klager meegedeeld dat het eerste telefoongesprek met het kantoor van de gerechtsdeurwaarder door haar is gevoerd. Voorts is het steeds volstrekt duidelijk geweest dat de klacht de (afhandeling van de) aan de echtgenote van klager gezonden factuur betrof en heeft de echtgenote van klager direct een schriftelijke machtiging ingezonden nadat duidelijk was dat de gerechtsdeurwaarder dit wenste.

4.2. Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [ ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Gerechtsdeurwaarder [ ] heeft zich opgeworpen als beklaagde en wordt als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.3. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.4. Klager en zijn echtgenote woonden ten tijde van de facturering al 10 jaar niet meer op het gebruikte adres. Gelet daarop kan niet van hen worden verlangd dat zij een adreswijziging aan [ ] stuurden, zoals aangevoerd door de gerechtsdeurwaarder. Gelet daarop kan ook de stelling van de gerechtsdeurwaarder dat het voor rekening en risico van klager en zijn echtgenote dient te komen dat het juiste adres niet bekend was, niet slagen.

4.5. Evenmin kan klager en zijn echtgenote worden verweten dat het juiste adres niet bekend was bij [ ]. Hierbij is in aanmerking genomen dat ter zitting is toegelicht dat het een weefselonderzoek betrof dat door het ziekenhuis waar dit weefsel is afgenomen, ter onderzoek is aangeboden aan [ ], zodat er geen rechtstreeks contact is geweest met het [ ] door klager of zijn echtgenote.

4.7. Dat de gerechtsdeurwaarder zijn toezeggingen niet nakomt, of dat het op zijn kantoor niet gebruikelijk is om een brief te sturen, zoals aangevoerd door klager blijkt niet. De telefonisch toegezegde factuur en brief zijn immers, zij het laat, wel aan klager gezonden. Voorts heeft klager erkend dat hij steeds behoorlijk te woord is gestaan, dat in de telefoongesprekken is geprobeerd de problemen rond de factuur op te lossen en dat dit uiteindelijk ook is gelukt.

4.6. De Kamer is echter van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder in redelijkheid niet kon besluiten om de berekende incassokosten te handhaven, nu bij de adresverificatie bleek dat de factuur naar een verkeerd adres was gezonden. Dit klachtonderdeel is dan ook terecht zodat de klacht gegrond zal worden verklaard. Hetgeen overigens door de gerechtsdeurwaarder is aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.

4.7. Omdat klager uiteindelijk de incassokosten niet behoefde te betalen ziet de Kamer geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel zoals verzocht door klager.

4.8. Voor de door klager verzochte schadevergoeding is in een tuchtrechtprocedure als de onderhavige geen plaats.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klacht gegrond;

- laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend voorzitter, en mrs. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 maart 2009 in tegenwoordigheid van H.A.J. van der Lee, secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.