ECLI:NL:TNOKMID:2008:YC0839 Kamer van toezicht Middelburg KvT 6/2008

ECLI: ECLI:NL:TNOKMID:2008:YC0839
Datum uitspraak: 02-12-2008
Datum publicatie: 20-09-2012
Zaaknummer(s): KvT 6/2008
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE MIDDELBURG   Beslissing van 2 december 2008 in de zaak van   KvT 6/2008    Bureau Financieel Toezicht , gevestigd te Utrecht, klager, gemachtigde dhr. Snoeren,   tegen:   [notaris], notaris te [vestigingsplaats], verweerder, niet verschenen.     1. Het verloop van de procedure   Partijen worden verder aangeduid als klager respectievelijk de notaris.   Klager heeft zich bij brief, ingekomen op 30 juni 2008, gewend tot de Kamer van Toezicht te Middelburg, hierna de Kamer, met een klacht tegen de notaris. De notaris heeft bij brief, ingekomen op 14 juli 2008, op de klacht gereageerd. Een afschrift van deze brief is verzonden aan klager. Klager heeft vervolgens bij brief, ingekomen op 21 augustus 2008 gerepliceerd, waarna de notaris bij brief, ingekomen op 12 september 2008, heeft gedupliceerd. Door de voorzitter is de klacht ter kennis van de Kamer gebracht. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden ter openbare vergadering van de Kamer van 7 oktober 2008. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt.   2. De feiten   2.1. De notaris is bij brief van 3 juni 2008 door klager herinnerd aan zijn wettelijke plicht tot indiening bij klager van de jaarstukken over 2007. Aan de notaris is geen uitstel verleend door klager vanwege bijzondere omstandigheden.   2.2. Blijkens het klaagschrift moest de notaris op 26 juni 2008 nog indienen over 2007: - de privé-vermogensopstelling (V-staat) - de inkomensopstelling (I-staat).   3. De klacht en het verweer van de notaris   3.1. Klager verwijt de notaris - zakelijk weergegeven - dat deze ondanks een aan hem verzonden herinnering niet (volledig) heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot het tijdig indienen van de jaarstukken over 2007 en dat de notaris hiermee het effectief toezicht op het financiële niveau van het betrokken notariaat heeft belemmerd. Klager is niet gebleken van omstandigheden die overmacht aan de zijde van de notaris mogen doen aannemen noch van redenen die hem anderszins zouden disculperen.   3.2. De notaris voert verweer. Hij stelt dat tot nu toe het toezenden van de betreffende stukken aan klager altijd correct is geschied door zijn accountant. De rappelbrief van klager van 3 juni 2008 heeft de notaris doorgezonden aan zijn accountant. Die heeft de brief laten liggen. De notaris verwijst naar een door hem overgelegde brief van het accountantskantoor waarin wordt erkend dat de klacht als gevolg van het niet tijdig aanleveren van de betreffende stukken geheel aan de accountant te wijten is. De notaris is zich er volledig van bewust dat de verantwoording bij hem ligt. Hij stelt echter dat hij ervan uit mocht gaan dat zijn accountant tijdig de ontbrekende stukken zou toezenden aan klager.   3.3. In reactie op het verweer van de notaris stelt klager dat de notaris erop had moeten toezien dat na de ontvangst van de herinnering de nodige werkzaamheden uitgevoerd zouden worden om een klacht alsnog te voorkomen. Het doorsturen van een briefje, zonder follow-up is te passief. Daar komt bij dat de notaris ook over 2006 (derhalve in 2007) een herinnering heeft ontvangen met betrekking tot het overschrijden van de inzendtermijn.   4. De beoordeling   4.1. Op grond van artikel 24 lid 4 van de Wet op het notarisambt (Wna) moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van een boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2008, op schrift gereed hebben. Die termijn kan op verzoek van de notaris door het BFT op grond van bijzondere omstandigheden met ten hoogste twee maanden worden verlengd. In casu is aan de notaris geen uitstel verleend vanwege bijzondere omstandigheden. Op grond van artikel 112 lid 1 Wna is de notaris verplicht de hierboven vermelde stukken over het jaar 2007 als onderdeel van de jaarstukken bij het BFT in te dienen aanstonds na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 24 lid 4 Wna. Volgens het BFT zijn op 30 juni 2008 de ontbrekende verantwoordingstukken ontvangen.   4.2. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan. Gebleken is voorts dat het BFT bij brief van 3 juni 2008 ter zake vergeefs heeft gerappelleerd. Daarmee heeft de notaris gehandeld in strijd met zijn wettelijke verplichting. Hetgeen hij ter verklaring daarvoor heeft aangevoerd levert in de ogen van de Kamer geen verontschuldiging op. Het indienen van de jaarstukken valt onder de wettelijke verantwoordelijkheid van de notaris en niet onder de verantwoordelijkheid van de accountant van de notaris.   4.3. De Kamer is van oordeel dat de niet tijdige indiening van voormelde stukken over 2007 door de notaris, na daartoe te zijn uitgenodigd, laakbaar is en in strijd met hetgeen een behoorlijk notaris betaamt. Uit het voorgaande volgt dat de klacht van klager gegrond is. De kamer is van oordeel dat de ernst van het dienaangaande aan de notaris te maken verwijt thans geen straf of maatregel rechtvaardigt. Zij overweegt echter dat aan herhaald nalatig optreden dienaangaande door de Kamer zwaar zal worden getild en dat een tuchtmaatregel wel aan de orde kan komen indien de vastgestelde nalatigheden zich nogmaals voordoen.        5. De beslissing   De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Middelburg:   -         verklaart de klacht gegrond zonder dat zij de notaris daarbij een straf of maatregel oplegt.    Deze beslissing is gegeven door mr. L.A.M. van Dijke , voorzitter, mrs. H. Quispel, en J. van den Berg, leden, en mrs. M.J.M. Klarenbeek en A. Wooldrik, plaatsvervangend leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A.C.M. Maandag-Leussink, secretaris, en uitgesproken op 2 december 2008.                                                                                       Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam (Prinsengracht 436, correspondentieadres Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen dertig dagen na dagtekening van de aangetekende brief waarbij deze beslissing aan u is toegezonden.

Klacht dat notaris niet (volledig) heeft voldaan aan wettelijke verplichting tot tijdig indienen van jaarstukken en dat notaris hiermee het effectief toezicht op het financiële niveau van het betrokken notariaat heeft belemmerd. Notaris erkent dat zij betreffende stukken te laat heeft ingediend. Niet tijdige indiening van stukken, na daartoe te zijn uitgenodigd, is laakbaar en in strijd met hetgeen een behoorlijk notaris betaamt. Klacht gegrond, geen straf of maatregel opgelegd.