ECLI:NL:TNOKMAA:2008:YC0524 Kamer van toezicht Maastricht N 07-065

ECLI: ECLI:NL:TNOKMAA:2008:YC0524
Datum uitspraak: 09-01-2008
Datum publicatie: 28-04-2010
Zaaknummer(s): N 07-065
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: notaris onzorgvuldig

DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT MAASTRICHT

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen voormeld heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

wonende te K

hierna te noemen: klaagster

tegen

B

notaris te L,     

hierna te noemen: de notaris

1. Het verloop van de procedure

Bij schrijven van 29 juli 2007 heeft klaagster een klacht neergelegd tegen de notaris.

Bij schrijven van 17 augustus 2007, met bijlagen, heeft de notaris op de klacht gereageerd.

Daarop heeft klaagster bij schrijven van 2 september 2007 wederom gereageerd.

Op 4 december 2007 heeft de kamer de klachten behandeld. Klaagster is niet verschenen en de notaris heeft telefonisch laten weten niet aanwezig te zullen zijn.

2. De vaststaande feiten

Tussen klaagster en de heer C is in 1999 de echtscheiding uitgesproken.

Vóór de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand heeft klaagster op 11 juni 1999 een huis gekocht, gelegen te K.

In juli 1999 heeft de heer C ten overstaan van de notaris een onderhandse akte van volmacht getekend waarbij de heer C verklaart aan ieder van de medewerkers van het kantoor van de notarissen mrs. B EN E volmacht te verlenen om bovengenoemd registergoed onder bepaalde voorwaarden aan klaagster toe te delen.

Voor de afwikkeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap heeft de heer B gekozen voor notaris Q.

De levering van het registergoed heeft op 30 juli 1999 plaatsgevonden.

De notaris heeft de akte van verdeling op 5 juni 2007 opgemaakt.

De door de notaris opgevoerde kosten voor het opmaken van die akte bedragen € 859,45.

3. De inhoud van de klacht en de reactie van de notaris daarop

3.1 Klaagster verwijt de notaris dat hij nagelaten heeft om haar te attenderen op het feit dat er een akte van verdeling opgemaakt en betaald moest worden. Klaagster had van ‘haar’ notaris verwacht dat hij haar tijdens het traject van de aankoop van bedoelde woning zou begeleiden. Dat is volgens haar niet het geval geweest waardoor zij thans geconfronteerd wordt met een forse nota van de notaris van € 859,45 die volgens klaagster bij de verdeling van van de huwelijksgoederengemeenschap ingebracht had behoren te worden.

3.2 De notaris heeft tegen de klacht gemotiveerd verweer gevoerd, waartoe wordt verwezen naar zijn verweerschrift van 17 augustus 2007. Bedoeld verweer zal eveneens in de hierna volgende beoordeling aan de orde komen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Klaagster verwijt de notaris dat hij in het kader van de afwikkeling van de huwelijksgoederen-gemeenschap nagelaten heeft om haar te attenderen op het feit dat er ten behoeve van de toedeling van het registergoed aan haar een akte van verdeling opgemaakt en betaald moest worden.  Dat is volgens haar niet het geval geweest waardoor zij geconfronteerd wordt met een forse nota van de notaris van € 859,45 die volgens klaagster bij de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap ingebracht had behoren te worden.

Gelet op de inhoud van de voorliggende stukken is geenszins aannemelijk dat de notaris een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Dat klaagster thans geconfronteerd wordt met een nota van € 859,45 die volgens haar bij de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap ingebracht had behoren te worden is naar het oordeel van de kamer een gevolg van het feit dat de afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap door een andere notaris uitgevoerd is. Bij gebrek aan wetenschap daaromtrent kan notaris B niet het verwijt worden gemaakt dat hij nagelaten heeft om klaagster te attenderen op het feit dat er ten behoeve van de toedeling van het registergoed aan haar een akte van verdeling opgemaakt en betaald moest worden.

De klacht is dan ook ongegrond.

4.2 Voorzover klaagster zich wenst te beklagen over de hoogte van de door de notaris opgevoerde declaratie van € 859,45 overweegt de kamer het volgende.

Nu deze klacht betrekking heeft op de hoogte van de declaratie van de notaris dient de kamer zich onbevoegd te verklaren hierover te oordelen. Immers ingevolge het bepaalde in artikel 55, lid 2 Wna kan een geschil over een declaratie door de meest gerede partij worden voorgelegd aan de voorzitter van het bestuur van de ring van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie in het arrondissement waar de notaris gevestigd is, in dit geval het arrondissement Maastricht.

5. De beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Maastricht:

            - verklaart de klacht als weergegeven onder 4.1 ongegrond

            - verklaart zich onbevoegd inzake de klacht als weergegeven onder 4.2

Aldus gegeven te Maastricht op 9 januari 2008 door mr. R.C.A.M. Philippart, voorzitter,

mr. R.P.G. Houterman en mr. C.L.J.R. Douven, kroonleden,

mr. C.J. Leussink, notarislid, en mr. P.J.N.T. Zeestraten, plaatsvervangend notarislid,

en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.Chr.H.M. Geurts, secretaris.