ECLI:NL:TNOKDOR:2008:YC0492 Kamer van toezicht Dordrecht 05/08

ECLI: ECLI:NL:TNOKDOR:2008:YC0492
Datum uitspraak: 16-12-2008
Datum publicatie: 26-07-2010
Zaaknummer(s): 05/08
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie:   Klaagster is weduwe en ontving een Anw-uitkering. Zij en haar partner wonen ongehuwd samen. Zij vragen de notaris om advies omdat zij in geval van overlijden hun eigen kinderen en hun stiefkinderen gelijk willen stellen. De notaris wijst hen op de mogelijkheid van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap vanwege de fiscale voordelen hiervan in geval van overlijden en stelt het testament op. Klaagster stelt van de SVB te horen te hebben gekregen dat een huwelijk of geregistreerd partnerschap geen gevolgen zal hebben voor haar uitkering. Klaagster en haar partner gaan een geregistreerd partnerschap aan. De SVB beëindigt hierop de uitkering. Geoordeeld wordt dat de notaris zijn zorgplicht heeft geschonden door klaagster niet te wijzen op de mogelijke financiële gevolgen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, nadat hij deze mogelijkheid zelf heeft aangedragen. Het feit dat klaagster, afgaande op de kennelijke onjuiste informatie van de SVB, een geregistreerd partnerschap is aangegaan, waardoor zij haar recht op de Anw-uitkering is verloren, is echter niet aan de notaris te verwijten. Volgt gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.

Kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Dordrecht

KvT Klachtnummer: 05/08

Datum: 16 december 2008

Beslissing op de klacht van:

[Klaagster],

gevestigd te Utrecht,

klager

tegen :

mr. [de notaris],

notaris te [plaats],

verweerder.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘klaagster’ respectievelijk ‘de notaris.’

1.1.          Verloop van de procedure

1.1.       De kamer beslist op de volgende processtukken en/of proceshandelingen:

-          het klaagschrift dat op 18 juli 2008 door de kamer is ontvangen;

-          het verweerschrift dat op 12 augustus 2008 door de kamer is ontvangen;

-          de mondelinge behandeling van 4 november 2008;

2.          Feiten

2.1.       Klaagster is in 1992 weduwe geworden en heeft hierdoor aanspraak gekregen op een uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet, thans de Algemene Nabestaanden Wet (Anw). Vanaf 1993 is klaagster gaan samenwonen met haar huidige partner. Dit samenwonen heeft geleid tot een korting op haar Anw-uitkering.

2.2.       De notaris was ervan op de hoogte dat klaagster weduwe was en samenwoonde met haar partner. Op 7 november 2006 heeft klaagster zich met haar partner tot de notaris gewend om een advies te krijgen inzake een mogelijke wijziging van haar testament. Klaagster en haar partner wilden namelijk dat ingeval van het overlijden van één van hen, de stiefkinderen en de eigen kinderen gelijk behandeld zouden worden. De notaris heeft klaagster medegedeeld dat het aangaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap fiscale voordelen zou opleveren in geval van overlijden, ten aanzien van de kinderen en de stiefkinderen.

2.3.       Klaagster heeft op 30 november 2006 een door de notaris opgesteld testament ondertekend. In dit testament is een regeling getroffen op basis van de situatie op dat moment. Tevens is een regeling getroffen voor het geval dat klaagster ten tijde van haar overlijden gehuwd zou zijn met of geregistreerd partner zou zijn van haar partner.

2.4.       Klaagster heeft begin 2007 telefonisch contact gezocht met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB heeft haar kennelijk op haar vraag medegedeeld dat, aangezien zij al jarenlang samenwoonde, een huwelijk of geregistreerd partnerschap geen gevolgen zou hebben voor haar (reeds gekorte) Anw-uitkering.

2.5.       Op 13 maart 2007 zijn klaagster en haar partner een geregistreerd partnerschap aangegaan. Hierover is geen contact geweest met de notaris. De SVB heeft hierop de volledige Anw-uitkering van klaagster beëindigd.

3.          Klacht

3.1.       Klaagster verwijt de notaris dat hij, wetende dat klaagster weduwe was en een Anw-uitkering ontving, haar heeft aangeraden een huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap aan te gaan, zonder te waarschuwen voor de gevolgen die dit voor haar Anw-uitkering zou hebben.

4.          Verweer

4.1.       De notaris betwist dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden. De notaris voert hiervoor aan dat hij niet (direct) betrokken was bij en geen diensten heeft verleend die verband houden met de uitkering van klaagster en dat klaagster hem hierover niet volledig heeft geïnformeerd. Voorts voert de notaris aan dat klaagster bekend was, althans kon zijn, met de problematiek van de nabestaandenuitkering en dat het aan de SVB was om juiste informatie te geven.

5.          Beoordeling van het geschil

5.1.       Op een notaris rust de wettelijke plicht om bij de uitoefening van zijn ambt de belangen van de bij de rechtshandeling betrokken partijen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te behartigen.

5.2.       Naar aanleiding van het verzoek van klaagster om advies over gelijkstelling van haar kinderen en stiefkinderen als erfgenamen, heeft de notaris de mogelijkheid van een huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap aangedragen. Aangezien de notaris wist dat klaagster weduwe was, had het op zijn weg gelegen klaagster erop te wijzen dat het aangaan van een huwelijk of geregistreerd partnerschap mogelijk (financiële) consequenties zou hebben voor haar persoonlijke situatie, bijvoorbeeld in de vorm van doorverwijzing naar een andere instantie. Dit heeft de notaris echter nagelaten. In zoverre heeft de notaris onvoldoende zorg betracht. Klaagster is echter daardoor niet benadeeld, omdat zij zich ter zake tijdig bij de juiste instantie heeft geïnformeerd. Het feit dat klaagster, afgaande op de kennelijke onjuiste informatie van de SVB, een geregistreerd partnerschap is aangegaan, waardoor zij haar recht op de Anw-uitkering is verloren, is niet aan de notaris te verwijten.

5.3.       Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht gegrond wordt verklaard. Gelet op de hiervoor weergegeven omstandigheden wordt geen aanleiding gezien de notaris een maatregel op te leggen.

6.          Beslissing

de kamer van toezicht:

6.1.       verklaart de klacht gegrond;

6.2.       bepaalt dat geen maatregel zal worden opgelegd aan de notaris.

Deze beslissing is genomen door mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. C.H. Kemp-Randewijk, mr. J. H. Jochems, mr. F. Hoppel en mr. W. van Ringelesteijn, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris en uitgesproken in het openbaar op 16 december 2008.