ECLI:NL:TNOKARN:2008:YC0480 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2007/856

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2008:YC0480
Datum uitspraak: 10-03-2008
Datum publicatie: 28-06-2010
Zaaknummer(s): 07.831/2007/856
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De notaris wordt verweten een nalatenschap onzorgvuldig te hebben afgewikkeld en klaagster, als erfgenaam, onvoldoende te hebben voorgelicht en onheus te hebben bejegend. Geen van de klachten is gegrond.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN                                                         

                                                      TE ARNHEM

Kenmerk: 07.831/2007/856

Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem

in de zaak van

[…],

wonende te […],

klaagster,

tegen

[…],

notaris te […].

Partijen zullen hierna klaagster en de notaris worden genoemd.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit

-        de brief van 26 september 2007 met bijlagen van klaagster, waarin de klacht tegen de notaris is neergelegd

-        de brief van 14 november 2007 met bijlagen van de notaris

-        de brief van 6 december 2007 van klaagster

-        de brief van 15 januari 2008 van de notaris

-        de mondelinge behandeling van de klacht op 31 januari 2008.

2. De feiten

2.1 Op 17 oktober 2006 is overleden [A]. In zijn testament heeft hij een neef en vijf nichten, onder wie klaagster, benoemd tot erfgenamen. Verder heeft hij daarin [B], belastingconsulent te […], benoemd tot executeur.

2.2 Bij brief van 6 december 2006 heeft de notaris aan de erfgenamen een afschrift van het testament toegezonden en hun onder andere het volgende geschreven:

".......

In het testament kunt u lezen dat de heer [B], belastingconsulent te […], tot executeur-testamentair is benoemd; hij heeft deze benoeming tot executeur aanvaard.

Van de heer [B] heb ik een globaal vermogensoverzicht ontvangen, dat ik eveneens als bijlage bijsluit. Met betrekking tot de landerijen moeten nog enige zaken worden uitgezocht betreffende onder meer de pacht.

.......

Inmiddels heb ik aan de heer [B] een verklaring van executele afgegeven, zodat hij de schulden kan betalen en de baten kan innen.

Binnen acht maanden na het overlijden van de heer [A] dient de successieaangifte te worden ingediend teneinde vast te stellen welk bedrag aan successierechten per erfgenaam verschuldigd zal zijn ......."

2.3 Op 23 januari 2007 heeft de notaris klaagster onder andere het volgende geschreven:

".......

Inmiddels heb ik diverse brieven van u als erfgename ontvangen. Het spijt mij dat mijn goede bedoelingen niet bij u overkomen. Ik heb getracht u zo snel mogelijk een globaal overzicht van het vermogen te verschaffen, zodat u kon zien dat dit vermogen ruimschoots positief is. .......

Wat betreft de kwestie van de verkoop van het stukje grond heb ik met mevrouw [C] in […] afgesproken dat zij als contactpersoon zou fungeren voor de familie, zodat ik niet steeds telefoontjes met dezelfde vragen zou behoeven te beantwoorden; uit oogpunt van efficiency en kostenbeheersing lijkt me dit een redelijk standpunt.

Uiteraard wil ik u gaarne van dienst zijn en al uw vragen beantwoorden, maar wilt u die dan via de contactpersoon naar mij toe leiden?

Op verzoek van diverse erfgenamen zend ik u hierbij toe de door de executeur, de heer [B] aangeleverde stukken, te weten de berekening van het inkomen over 2006 tot overlijdensdatum, alsmede een vermogenbepaling per 17 oktober 2006. .......

.......

Voor wat betreft de taak van de executeur sluit ik info daarover als bijlage bij. .......

.......

Tenslotte bericht ik u dat, mochten de erven daar behoefte aan hebben, zij van harte welkom zijn op mijn kantoor; ik zou het op prijs stellen dat u dan één gezamenlijke afspraak maakt om de verdere gang van zaken te bespreken.

......."    

2.4 Bij brief van 4 februari 2007 heeft klaagster de notaris onder meer het volgende meegedeeld:

" .......

Van een notaris mag ik verwachten dat hij/zij de erven zo snel mogelijk van enige informatie voorziet bijvoorbeeld t.a.v. de taken en bevoegdheden van een notaris alsook van een executeur. Het is erg vriendelijk van u dat u ons zo snel mogelijk een globaal overzicht van het vermogen wilde verschaffen, zodat wij konden zien dat dit vermogen ruimschoots positief is. Maar denkt u nu echt dat ik afga op uitsluitend dit overzicht van 2006 dat uiterst globaal te noemen is?

.......

Ik vraag mij af wat de reden is waarom u ons niet direct van informatie hebt voorzien over de mogelijkheden op grond waarvan een erfenis wel/niet aanvaard kan worden. Het zou op mij een betere indruk hebben gemaakt wanneer u ons de benodigde informatie tijdig had verstrekt en ons direct op uw kantoor had uitgenodigd.

.......

Dhr. [B] heeft u gemeld dat Mw. [D] als contactpersoon zou optreden. Ik stel vast dat u dat niet geverifieerd heeft. Niemand van ons heeft u laten weten wie er als contactpersoon namens de erven zal optreden. ....... Bovendoen zijn er zes erfgenamen die naar mijn mening het recht hebben individueel te reageren, waarbij door ons uiteraard gestreefd kan worden zoveel mogelijk vragen, die een ieder van ons aangaan, te bundelen en via één persoon te laten lopen om u tegemoet te komen in uw streven naar efficiency. Wat betreft de kostenbeheersing komt het niet op mij over dat u tot op heden het vuur uit de sloffen heeft gelopen.

......."  

2.5 In de nalatenschap viel onder meer een aantal verpachte landerijen.

De notaris heeft medio februari 2007 bij de pachters geïnformeerd of zij belangstelling hadden voor de aankoop van de grond. Zij hebben daarop positief gereageerd. De notaris heeft dit telefonisch aan de contactpersoon meegedeeld.

2.6 Op 22 maart 2007 heeft klaagster de notaris onder meer het volgende geschreven:

".......

Wat uw voorstel betreft om de percelen die verpacht worden aan de familie [E] (te) verkopen voordat de hele afwikkeling heeft plaatsgevonden, zodat wij kosten besparen i.v.m. het op onze naam stellen van de percelen, wil ik u het volgende kenbaar maken: Aan mijn familie heb ik kenbaar gemaakt dat het voor mij niet het moment is om in te stemmen met het voorstel van de notaris en derhalve niet in te stemmen met het starten van de onderhandelingen met de pachters. Mijn besluit deel ik per aangetekende brief aan de pachters mede. Kortom: Ik stem niet in met verkoop van de percelen aan de heren [E] ......."

2.7 De notaris heeft op 24 april 2007 telefonisch gesproken met klaagster over haar brief van 22 maart 2007.

2.8 Op 17 augustus 2007 heeft de notaris schriftelijk gereageerd op een brief van klaagster van 7 augustus 2007. De notaris heeft onder andere het volgende geschreven:

".......

In vervolg op bovengenoemde brief bericht ik u als volgt:

1. uitstel is aangevraagd omdat nog niet alle gegevens voor de aangifte compleet waren;

2. dit uitstel is door mij aangevraagd;

3. met gelijke post zult u de concept-aangifte voor het recht van successie ontvangen;

4. ingesloten treft u aan een kopie van de rekening-courant van mijn kantoor, waaruit ontvangsten en betalingen blijken;

5. ingesloten treft u aan een kopie van de brief van de executeur d.d. 19 juli 2007 met bijlagen;

6. de benoeming is na uitvoerig overleg met de executeur en enige erfgenamen door mij aan de heer [F] verstrekt;

7. ik ben nog niet in het bezit van een schriftelijk taxatierapport; in verband met vakanties heeft de heer [F] mij de uitkomst van de taxatie telefonisch meegedeeld;

8. ik heb u, zodra dit mogelijk was, een voorlopig overzicht toegestuurd;

9. ik herhaal nogmaals mijn verzoek aan u om persoonlijk met mij op mijn kantoor te komen spreken over de gang van zaken; waarom andere erfgenamen daartoe bereid zijn en u niet, is mij niet geheel duidelijk. Vanaf de eerste contacten heb ik alle erfgenamen uitgenodigd voor een persoonlijk onderhoud op mijn kantoor; u bent nog steeds van harte welkom."

2.9 In een brief van 24 september 2007 heeft de notaris klaagster geïnformeerd over onder meer de taken en bevoegdheden van de executeur, de aangifte voor het

recht van successie, de taxateur, het voorlopig financiële overzicht van de executeur en over communicatie/informatie. In deze brief heeft de notaris klaagster nogmaals uitgenodigd voor een persoonlijk onderhoud over de boedelafwikkeling.  

2.10 Op 31 augustus 2007 heeft de notaris telefonisch vragen van klaagster beantwoord.

3. De klachten

3.1 Klaagster formuleert een aantal klachten tegen de notaris die - samengevat - als volgt luiden:

a. de notaris heeft ten onrechte niet gereageerd op de aan hem door klaagster verzonden brieven van 3 februari 2007, 12 maart 2007, 22 maart 2007, 23 april 2007 en 11 juni 2007, terwijl hij de brief van 7 augustus 2007 slechts globaal heeft beantwoord;

b. de notaris heeft in het licht van de afwikkeling van de nalatenschap zijn taak en die van de executeur onvoldoende toegelicht;

c. de notaris heeft ten onrechte eerst bij de pachters van de landerijen geïnformeerd of zij belangstelling hadden de gepachte landerijen te kopen, alvorens de erfgenamen daarover te benaderen;

d. de notaris heeft tijdens het telefoongesprek met klaagster op 23 april 2007 op intimiderende toon vragen gesteld;

e. de notaris heeft ten onrechte niet zelf de taxatieopdracht verstrekt aan de taxateur [F] en die opdracht is verstrekt zonder toestemming van klaagster;

f. de notaris maakt zich schuldig aan belangenverstrengeling, gegeven de omstandigheid dat hij voorafgaande aan het in behandeling nemen van de nalatenschap zakelijke connecties onderhield met de executeur [B] en een zakelijke relatie had met de pachters.  

3.2 De notaris heeft tegen de klachten gemotiveerd verweer gevoerd.

4. De motivering van de beslissing

4.1 Volgens artikel 98 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De Kamer dient dus te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Bij de beoordeling van de klachten neemt de Kamer het volgende in aanmerking. De erflater heeft bij testament een executeur over zijn nalatenschap benoemd. Dit betekent dat deze persoon, [B], in plaats van de erfgenamen is belast met de afwikkeling van de nalatenschap. Gevolg hiervan is dat, anders dan klaagster blijkbaar veronderstelt, de erfgenamen zich voor vragen en opmerkingen over de afhandeling van de nalatenschap in beginsel moeten wenden tot de executeur, ook al heeft deze de notaris verzocht hem als boedelnotaris bij te staan en heeft de notaris de erfgenamen schriftelijke informatie verstrekt en uitgenodigd om de gang van zaken te bespreken.

4.3 In het licht van deze laatste overweging moeten ook de eerste twee klachten van klaagster, dat de notaris haar brieven niet (volledig) heeft beantwoord en dat hij haar onvoldoende heeft voorgelicht, worden beoordeeld.

Gegeven de omstandigheid dat de executeur het eerste aanspreekpunt van klaagster is en in aanmerking genomen dat de notaris klaagster onder meer bij brieven van 6 december 2006, 23 januari 2007, 16 maart 2007, 17 augustus 2007, 14 september 2007 en 24 september 2007 heeft geïnformeerd en haar op 24 april 2007 en 31 augustus 2007 telefonisch heeft voorgelicht, kan niet worden gezegd dat de notaris klaagsters brieven onvoldoende heeft beantwoord of dat hij in zijn notariële informatieplicht tekort is geschoten. Wat dit laatste betreft stelt de Kamer nog uitdrukkelijk vast dat de notaris reeds op 23 januari 2007 een informatiebrochure over de taken van de executeur aan klaagster heeft toegezonden. Bij een en ander komt dat de notaris klaagster verschillende malen heeft aangeboden om in een mondeling onderhoud de afwikkeling van de nalatenschap te bespreken, op welke uitnodiging klaagster om onduidelijke redenen niet is ingegaan. Onder die omstandigheden kan de notaris geen verwijt worden gemaakt dat hij niet op iedere brief van klaagster heeft geantwoord respectievelijk dat hij haar onvoldoende heeft voorgelicht.

4.4 De notaris heeft ten aanzien van de derde klacht verklaard, dat de reden om bij de pachters te informeren naar hun interesse voor de grond, is geweest dat hij de erfgenamen met de verkregen informatie van dienst wilde zijn.

De Kamer acht de verklaring van de notaris afdoende en vermag niet in te zien waarom de notaris daarover eerst de erfgenamen had dienen te benaderen. In ieder geval is niet gesteld of gebleken dat klaagster door de actie van de notaris op enigerlei wijze in haar belangen zou zijn geschaad.            

4.5 Dat de notaris in het telefoongesprek met klaagster op 23 april 2007 zich op intimiderende wijze heeft uitgelaten, zoals de vierde klacht luidt, is, bij betwisting daarvan door de notaris, onvoldoende komen vast te staan. In de brief die klaagster op 25 april 2007 naar aanleiding van het telefoongesprek aan de notaris schreef, wordt overigens ook niet aangegeven dat zij zich tijdens dat gesprek geïntimideerd voelde.  

4.6 Met betrekking tot het in de vijfde klacht verwoorde verwijt dat de notaris niet zelf de taxatieopdracht heeft vertrekt en dat die opdracht is gegeven zonder

toestemming van klaagster, overweegt de Kamer het volgende.

Kennelijk bestaat bij klaagster onduidelijkheid over het antwoord op de vraag wie formeel de taxatieopdracht moet verstrekken en wie die opdracht feitelijk heeft gegeven.

Nu in deze nalatenschap een executeur is benoemd, komt de formele opdrachtverstrekking tot taxatie aan hem toe. Wie uiteindelijk namens de executeur de opdracht heeft gegeven is zonder juridische betekenis.

Het is mogelijk dat dit is gebeurd door zowel de notaris als door de zuster van klaagster [D]. Dit zou kunnen verklaren waarom, naar klaagster stelt, de taxateur haar heeft laten weten dat hij uiteindelijk de opdracht heeft gekregen van [D] en de notaris betoogt dat hij na uitvoerig overleg met de executeur en enige erfgenamen de opdracht heeft gegeven. De Kamer is in ieder geval niet gebleken dat hier door de notaris onjuist is gehandeld.

Anders dan klaagster veronderstelt, was voor het verstrekken van de opdracht tot taxatie niet nodig dat zij daarvoor haar toestemming verleende. De executeur kan daartoe zelfstandig besluiten.  

4.7 De zesde klacht ten slotte betreft het verwijt van belangenverstrengeling. De Kamer overweegt daarover als volgt. De notaris verweert zich tegen het verwijt met de stelling dat hij de executeur [B] slechts kende in diens hoedanigheid van belastingconsulent uit de streek en dat de pachters hem voorheen geheel onbekend waren. Dat dit anders zou zijn is niet door klaagster aannemelijk gemaakt. Dit betekent dat er onvoldoende gronden aanwezig zijn om de notaris belangenverstrengeling tegen te werpen. De omstandigheid dat de notaris [B] als belastingconsulent kent, is daarvoor in ieder geval ontoereikend.

4.8 Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat geen van de klachten doel treft. Deze zullen daarom ongegrond worden verklaard.

4.9 De Kamer overweegt ten slotte nog het volgende. De notaris heeft in zijn eerste schriftelijke reactie op de klacht verschillende malen uitspraken van derden geciteerd, die negatieve kwalificaties over de persoon van klaagster inhouden. De Kamer acht het gebruik van die citaten onnodig en weinig professioneel. De notaris had meer prudent gehandeld wanneer hij zich in zijn verweer had beperkt tot zakelijke argumenten.

5. De beslissing

De Kamer van Toezicht

verklaart de klachten ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door  mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter,

mrs. H. Quispel, R.P.K.J. van Gerven, J.G.T.M. Castrop en L.A. van Son, leden, en in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 10 maart 2008.

De secretaris                                                                  De voorzitter