ECLI:NL:TNOKARN:2008:YC0454 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2007/854

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2008:YC0454
Datum uitspraak: 15-12-2008
Datum publicatie: 07-06-2010
Zaaknummer(s): 07.831/2007/854
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De notaris heeft zijn benoeming als executeur van de nalatenschap van de moeder van klagers aanvaard. De kandidaat-notaris heeft met instemming van de notaris op enig moment mede de feitelijke uitoefening van het excecuteurschap ter hand genomen. De notaris en de kandidaat-notaris zijn ernstig tekort geschoten in het geven van inlichtingen aan klagers over de afwikkling van de nalatenschap. Zij hebben de belangen van klagers onvoldoende behartigd. De notaris heeft geen inhoud gegeven aan zijn taak van excecuteur. Hij heeft geen regie gevoerd en heeft geen (rechts) maatregelen getroffen. De kandidaat-notaris heeft de afwikkling van de nalatenschap voortdurend op haar beloop gelaten. Aan de notaris wordt een berisping opgelegd en aan de kandidaat-notaris een waarschuwing.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN                                                         

                                                      TE ARNHEM

Kenmerk: 07.831/2007/854

Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem

in de zaak van:

[A],

wonende te […],

en

[B],

wonende te […],

klagers,

tegen

[C],

notaris te […],

en

[D],

kandidaat-notaris te […].

Partijen worden verder genoemd: klaagster en klager dan wel gezamenlijk klagers, respectievelijk de notaris en de kandidaat-notaris dan wel gezamenlijk de notaris c.s.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de brief, met bijlagen, van klagers van 1 augustus 2007, gericht aan de Kamer van Toezicht te Zutphen, waarin de klacht tegen de notaris

   o.a. is  neergelegd

- de beslissing van de president van het gerechtshof Amsterdam van 5 september 2007, waarbij de Kamer van Toezicht te Arnhem wordt belast met de

   behandeling van de klacht

- de brieven van de secretaris van de Kamer van Toezicht te Arnhem van 12 september 2007 aan klagers en de notaris c.s.

- de brieven van de secretaris van de Kamer van Toezicht te Arnhem van 14 september 2007 aan klagers en de notaris c.s.

- de brieven van de secretaris van de Kamer van Toezicht te Arnhem van 8 november 2007, 15 november 2007, 6 mei 2008 en 9 mei 2008 aan klagers

- de brieven van de secretaris van de Kamer van Toezicht te Arnhem van 9 mei 2008 en 12 juni 2008 aan de notaris c.s.

- de brief, met bijlagen, van klagers, van 22 juni 2008, waarin de klacht tegen de notaris c.s. wordt aangevuld

- de brief van de secretaris van de Kamer van Toezicht te Arnhem van 25 juni 2008 aan de notaris c.s.

- de brieven van de secretaris van de Kamer van Toezicht te Arnhem van 30 september 2008 aan klagers en de notaris c.s.

- de mondelinge behandeling van de klacht op 4 november 2008.

2. De feiten

2.1 Op 24 maart 2006 is overleden mevrouw [E], de moeder van klagers. Bij testament van 17 december 2005, verleden ten overstaan van de notaris, heeft erflaatster klagers benoemd tot haar enige erfgenamen. Aan haar tweede huwelijkspartner [F] heeft zij een aantal goederen gelegateerd, waaronder het vruchtgebruik van een woning, gelegen in […], Frankrijk. In haar testament heeft erflaatster voorts de notaris benoemd tot executeur van haar nalatenschap.

2.2 Op 15 april 2006 hebben klagers en [F] een gesprek gehad met de notaris over de inhoud van het testament.

2.3 In juni 2006 is klaagster naar […] gereisd in verband met de overdracht van de woning van haar moeder en de vestiging van het vruchtgebruik. Bij die gelegenheid heeft zij gesproken met een Franse notaris. Deze heeft bij brief van 12 juli 2006 de notaris verzocht om gewaarmerkte afschriften toe te zenden van de huwelijkse voorwaarden van erflaatster, het testament, de akte van overlijden en de verklaring van erfrecht, met van de laatste drie documenten een Franse vertaling.      

2.4 Bij e-mailbericht van 1 augustus 2006 heeft klaagster, onder verwijzing naar de brief van de Franse notaris van 12 juli 2006, de notaris verzocht zo spoedig mogelijk aan haar gewaarmerkte afschriften toe te zenden van de akte van overlijden en de verklaring van erfrecht, opdat zij deze zou kunnen laten vertalen. In dit

e-mailbericht heeft klaagster de notaris verder geschreven:

"Aangezien mijn moeder u heeft aangewezen als executeur testamentair, zouden mijn broer en ik graag op de hoogte worden gehouden over de voorgang en de afwikkeling van de nalatenschap. Tot op heden mochten wij geen enkel bericht , noch inzage, van u ontvangen met betrekking tot bijvoorbeeld de voortgang belastingaangifte 2005 van mijn moeder, financiele overzichten, bericht van blokkering bankrekeningen, opzeggen van verzekeringen, te innen polissen, nog te verrichten betalingen en aflossing schulden, enzovoort. Wij maken ons dan ook zorgen over het verstrijken van termijnen en eventuele boetes, die ons inziens niet ten laste van de boedel kunnen komen. Zou u zo vriendelijk willen zijn om telefonisch contact met mij op te nemen? Ik hoop dat u onze zorgen kunt wegnemen."    

2.5 Op 20 oktober 2006 hebben klagers een gesprek gehad met de kandidaat-notaris. Daarbij heeft de kandidaat-notaris klagers meegedeeld dat zij het dossier verder zal afwikkelen.

2.6 Na een aantal daartoe strekkende verzoeken van klagers heeft de kandidaat-notaris op 23 november 2006 aan hen een verklaring van erfrecht toegezonden.

2.7 In januari 2007 heeft klaagster de resterende vertaalde documenten aan de

kandidaat-notaris afgegeven ter toezending aan de Franse notaris.

2.8 Bij e-mailbericht van 6 februari 2007 heeft klaagster de kandidaat-notaris onder meer het volgende geschreven:

"Op 12 januari 2006 (bedoeld zal zijn 2007, KvT) heeft u mij gebeld met de mededeling dat de partner van onze moeder (legataris) eindelijk de financiele gegevens heeft aangeleverd in verband met de afwikkeling van de nalatenschap van onze moeder [E]. U zou deze gegevens aan de erven (mijn broer en ik) opsturen.

Op 1 februari 2006 (bedoeld zal zijn 2007, KvT) heb ik een herinnering per e mail gestuurd omdat wij nog steeds geen gegevens hebben ontvangen. Daarna heb ik diverse keren gebeld naar uw kantoor met het verzoek om gegevens op te sturen.

Op mijn verzoeken om terug te bellen wordt niet gereageerd. Vanmiddag zou u het dossier opzoeken en mij terugbellen. Weer mocht ik niets vernemen, ook niet per e mail.

Zoals u weet heb ik vorig jaar in juni/juli ook al onze zorgen over de afwikkeling uitgesproken en op schrift gezet. Dat is de reden geweest van het gesprek in oktober 2006, waarin u notabene hebt toegezegd dat de afwikkeling voor 1 December 2006 geregeld zou zijn.

Ik vind het onbegrijpelijk dat er nu wederom vertraging optreedt. Het is nu bijna een jaar na het overlijden van onze moeder en er is nog niet eens een boedelbeschrijving opgemaakt en geen enkele inzage gegeven in de financien. Het enige wat wij hebben ontvangen is de verklaring van erfrecht (in November 2006). Aangezien u bent aangewezen als executeur testamentair acht ik u verantwoordelijk voor de gang van zaken."  

2.9 De aangifte voor het recht van successie is door de notaris c.s. ingediend. Dit is per abuis gebeurd bij de belastingdienst te Assen in plaats van te Leeuwarden. In Leeuwarden is de aangifte op 18 juni 2007 ontvangen. Van de successieaangifte is, ondanks verzoeken daartoe, door de notaris c.s. geen afschrift verzonden aan klagers.    

2.10 Nadat klaagster, na een bezoek in mei 2007 aan de Franse notaris, van deze had vernomen dat de verzochte documenten nog niet waren ontvangen, heeft klaagster op 2 juni 2007 de notaris c.s. onder andere geschreven:

"In februari 2007 heb ik alle documenten ten behoeve van de franse notaris aangeleverd, inclusief de begeleidende brief. De documenten zouden door u, per koerier, naar Frankrijk worden opgestuurd. Tot op heden heb ik geen enkel bewijs van u ontvangen dat de documenten zijn opgestuurd. [X] heeft niets ontvangen. Gezien de bedroevende kwaliteit van uw dienstverlening ga ik er vanuit dat u deze documenten dus niet heeft opgestuurd.

(...)

Bij deze stel ik uw kantoor in gebreke en sommeer ik u de nalatenschap voor 1 augustus 2007 af te wikkelen. Na die datum acht ik mij vrij om een klacht bij de Raad van Toezicht in te dienen.

Bovendien sommeer ik u om:

a. Voor 8 juni 2007 de door mij verstrekte documenten ten behoeve van de Franse notaris per koerier (met bericht van ontvangst) naar Frankrijk te sturen. Als bewijs stuurt u mij een kopie van het bericht van ontvangst;

b. Voor 8 juni te telefoneren met de Franse notaris [X]. Als bewijs stuurt u mij een kort schriftelijk verslag van de bespreking."

2.11 Bij brief van 20 juni 2007 heeft klaagster de notaris c.s. meegedeeld dat zij geen reactie op haar brief van 2 juni 2007 heeft ontvangen. In de brief heeft klaagster de notaris c.s. opnieuw gesommeerd de documenten naar Frankrijk op te sturen, te telefoneren met de Franse notaris en de nalatenschap voor 1 augustus 2007 af te wikkelen. Ook heeft zij om een kopie van de successieaangifte verzocht. De

kandidaat-notaris heeft daarop klaagster telefonisch geantwoord dat zij contact had opgenomen met de Franse notaris.

2.12 Op 4 juni 2008 heeft klaagster per e-mail de kandidaat-notaris onder meer het volgende bericht:

"Ik heb de franse notaris laten bellen. Zij heeft de stukken nog niet ontvangen. Graag ontvang ik van u het bewijs van verzending. Ik neem aan dat u de stukken hebt verzonden per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, zoals afgesproken."    

2.13 Bij brief van 16 juni 2008 heeft de belastingdienst klaagster onder andere het volgende meegedeeld:

"In verband met het overlijden van [E] richt ik mij tot u.

Er is door […], notaris te […] als uitvoerder van de uiterste wilsbeschikking van de erflaatster een aangifte voor het recht van successie ingediend op 18 juni 2007, echter niet ondertekend .

In deze aangifte wordt aangegeven dat op grond van het testament van 17 december 2005 de erflaatster heeft benoemd tot haar erfgenamen haar kinderen ieder voor de helft van haar nalatenschap en tevens heeft benoemd tot executeur bovengenoemde notaris.

Ik heb de notaris op 13 augustus 2007 een brief geschreven met het verzoek om een kopie van het testament te sturen mede inzake de verdeling van het saldo van de nalatenschap en het verzoek om de successieaangifte alsnog te ondertekenen. Geen reactie .

Op 28 september 2007 heb ik een rappel gestuurd. Geen reactie .

Op 31 januari 2008 een brief verzonden met de mededeling dat indien niet gereageerd wordt er een ambtshalve aanslag zal worden opgelegd aan de 2 kinderen. Geen reactie .

Ik deel u hierbij mee dat ik voornemens ben om een ambtshalve aanslag op te leggen aan de 2 kinderen (...)"  

2.14 Vervolgens heeft klaagster per e-mail de kandidaat-notaris onder andere het volgende gemeld:

"Op mijn e mail-bericht d.d. 4 juni jl. mocht ik geen reactie van u ontvangen. Zoals ik op 4 juni al heb aangegeven heeft de franse notaris geen documenten van u ontvangen. Ik heb u nu vijf keer schriftelijk verzocht om de documenten op te sturen naar Frankrijk en mij een bericht van verzending te verstrekken.

Er komt van uw zijde geen enkele reactie.

Derhalve zal ik zelf de documenten gaan opsturen. Ik zal deze komende week, na 25 juni 2008, bij u persoonlijk op kantoor komen ophalen.

(...)

Overigens heb ik een brief ontvangen van de belastingdienst d.d. 16 juni 2008. De belastingdienst stelt hierin aan de orde dat u niet heeft gereageerd op hun brieven d.d. 13 augustus 2007, 28 september 2007 en 31 januari 2008. Ik constateer als eerste dat u mij geen afschriften heeft verstrekt van de brieven van de belastingdienst. Voorts constateer ik dat u drie brieven afkomstig van de belastingdienst onbeantwoord heeft gelaten."

3. De klachten

3.1 Klagers maken de notaris c.s. een groot aantal verwijten die als volgt kunnen worden samengevat.

a. De notaris c.s. heeft, ondanks verzoeken en sommaties daartoe, klagers niet geïnformeerd over (de voortgang van) zijn werkzaamheden als executeur.

b. De notaris c.s. heeft als executeur de belangen van klagers niet dan wel onvoldoende behartigd.

c. De notaris c.s. heeft als executeur de goederen van de nalatenschap niet beheerd en de schulden niet voldaan, zodat klagers financiële schade hebben geleden.

d. De notaris c.s. heeft akten onzorgvuldig geformuleerd.

3.2 De notaris c.s. heeft tegen de klacht verweer gevoerd.

4. De motivering van de beslissing

4.1 Volgens artikel 98 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De Kamer dient dus te onderzoeken of de handelwijze van de notaris c.s. een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De Kamer stelt vast dat onbestreden is, dat de notaris zijn benoeming als executeur heeft aanvaard. Eveneens staat vast dat de kandidaat-notaris met instemming van de notaris op enig moment mede de feitelijke uitoefening van het executeurschap ter hand heeft genomen. Van beiden kan daarom de handelwijze bij de afwikkeling van de nalatenschap in ogenschouw worden genomen.

4.3 Krachtens het testament rust op de executeur onder meer de taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen en vertegenwoordigt hij bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen. Op grond van artikel 134 boek 4 van het Burgerlijk Wetboek moet de executeur aan de erfgenamen alle door hen gewenste informatie over de uitoefening van zijn taak verschaffen.     

In dit licht zal de Kamer de tegen de notaris c.s. ingediende klachten beoordelen.

4.4 Ter zake van de eerste klacht overweegt de Kamer het volgende. Uit de door klagers overgelegde afschriften van brieven en e-mails, waaronder die welke hiervoor zijn vermeld onder 2.4, 2.8, 2.10, 2.11, 2.12 en 2.14, volgt dat zij de notaris c.s. regelmatig hebben verzocht inlichtingen te verstrekken over de afwikkeling van de nalatenschap. Niet gebleken is dat de notaris c.s. op de door klagers gedane verzoeken adequaat en voortvarend heeft geantwoord. De Kamer stelt onder meer vast dat de notaris c.s. niet heeft gereageerd op de verzoeken van klaagster om toezending van bewijsstukken dat de documenten aan de Franse notaris zijn verzonden. Evenmin is door de notaris c.s. aan klagers een afschrift verzonden van de originele aangifte van het recht van successie. Klagers stellen verder vele malen tevergeefs telefonisch contact te hebben gezocht met de notaris c.s. voor het verkrijgen van informatie. Door de notaris c.s. wordt dit niet betwist. Evenmin wordt bestreden dat meermalen geen gevolg is gegeven aan het verzoek van klagers om terug te bellen. De notaris c.s. heeft geen enkele reden of rechtvaardiging voor het achterwege blijven van deze informatie gegeven.          

De Kamer concludeert uit het voorgaande dat de notaris c.s. ernstig is tekort geschoten in het geven van inlichtingen aan klagers. De hiervoor onder 3.1 sub a. genoemde klacht is daarom gegrond.

4.5 Ter onderbouwing van de tweede klacht dat de notaris c.s. hun belangen niet dan wel onvoldoende heeft behartigd, voeren klagers in de eerste plaats aan dat zij pas na vele aanmaningen een verklaring van erfrecht toegestuurd hebben gekregen. De notaris c.s. ontkent niet dat de afgifte enige tijd op zich heeft laten wachten, maar wijt dit aan de omstandigheid dat klager, na een verhuizing, heeft nagelaten zijn nieuwe adres door te gegeven, waardoor de verzonden stukken niet aan hem konden worden bezorgd. De Kamer overweegt dat, indien dit laatste al juist zou zijn - klager betwist namelijk dat de notaris c.s. niet van zijn nieuwe adres op de hoogte zou zijn geweest - niet valt in te zien waarom de verklaring van erfrecht dan niet tijdig aan klaagster kon worden afgegeven. In ieder geval is de notaris c.s. ten aanzien van klaagster in gebreke gebleven.

In de tweede plaats stellen klagers dat de notaris c.s. de vertaalde documenten niet naar de Franse notaris heeft verstuurd, zoals was afgesproken. De notaris c.s. betwist dat de stukken niet zijn verzonden, maar erkent wel dat dit niet tijdig is gebeurd. Als reden daarvoor geeft de notaris c.s. op dat de materie voor hem onbekend was en dat met de verzending is gewacht tot 22 juni 2007 toen alle stukken compleet waren. De Kamer kan de juistheid van de stelling dat de stukken op de laatstgenoemde datum zijn verzonden niet vaststellen, maar zet daar wel vraagtekens bij. De notaris c.s. heeft immers, ondanks verzoeken daartoe van klagers, niet aangetoond, bijvoorbeeld door een bewijs van verzending, dat de documenten ook daadwerkelijk naar Frankrijk zijn verstuurd. Maar ook indien moet worden aangenomen dat de documenten op de bewuste datum naar de Franse notaris zijn verzonden, dan heeft dit veel te lang op zich laten wachten. In februari 2007 beschikte de notaris c.s. over de benodigde vertalingen en hadden de aanwezige stukken kunnen worden opgestuurd. Onbekendheid met de materie of het completeren van de stukken, wat onder dit laatste ook moet worden begrepen, kan voor het stilzitten geen excuus zijn.  

Klagers wijzen voor de onderbouwing van de klacht er in de derde plaats op dat de notaris c.s. de successieaangifte incompleet en niet tijdig heeft ingediend en bovendien niet heeft ondertekend en aan het verkeerde adres heeft verzonden. De notaris c.s. verweert zich tegen het eerste verwijt met de stelling dat [F] niet bereid was alle voor de aangifte noodzakelijke gegevens aan te leveren, zodat de aangifte slechts zo goed en zo kwaad als mogelijk was aan de belastingdienst kon worden verzonden. De Kamer acht dit verweer onvoldoende steekhoudend. Het had op de weg van de notaris c.s. gelegen jegens [F] die (rechts)maatregelen te nemen die noodzakelijk waren om de vereiste gegevens te verkrijgen. Dat [F] boos werd toen hem om informatie werd gevraagd, zoals de notaris c.s. stelt, is geen reden om de zaak vervolgens op zijn beloop te laten. Hier is de notaris c.s. dus

tekortgeschoten in zijn taak. De notaris c.s. stelt verder op 12 februari 2007 de aangifte per abuis te hebben opgestuurd naar de belastingdienst in Assen, waarna deze pas op 18 juni 2007 op het goede adres in Leeuwarden zou zijn ontvangen. De Kamer constateert dat door een omissie van de notaris c.s. de aangifte met vertraging op de juiste plaats is aangekomen. Ook hier treft de notaris c.s. een verwijt. Dat geldt evenzeer voor het feit dat verzuimd is de ingediende aangifte te ondertekenen.      

In de vierde plaats werpen klagers de notaris c.s. tegen dat door hem niet is gereageerd op een drietal brieven van de belastingdienst, zoals uit de brief van die dienst van 16 juni 2008 blijkt en dat de notaris c.s. klagers evenmin van die brieven op de hoogte heeft gebracht. De notaris c.s. heeft dit verwijt niet tegengesproken. De Kamer overweegt dat door niet te reageren en te informeren de notaris c.s. zijn taak als executeur ernstig heeft veronachtzaamd. Zijn nalatigheid had bovendien kunnen meebrengen dat aan klagers een ambtshalve aanslag was opgelegd met alle financiële consequenties voor hen van dien.

Ten slotte maken klagers in de vijfde plaats de notaris c.s. het verwijt hen pas op 15 november 2007 te hebben geïnformeerd over de aanwezigheid in de nalatenschap van een op 17 december 2005 door de notaris zelf opgestelde schriftelijke schuldbekentenis van [F] aan hun moeder. Klagers merken daarbij op dat de notaris c.s., eerst nadat klagers naar een schuldbekentenis hadden gevraagd, daarmee op tafel is gekomen. De notaris c.s. ontkent de juistheid van de stelling van klagers niet. De Kamer is van oordeel dat de notaris c.s. in gebreke is gebleven om van de schuldbekentenis mededeling te doen. Hij was als destijds instrumenterende notaris van de akte op de hoogte en niet is gebleken van een reden om de akte niet uit eigen beweging aan klagers te melden.       

Uit het voorgaande volgt dat de notaris c.s. de belangen van klagers onvoldoende heeft behartigd, zodat de onder 3.1 sub b. genoemde klacht gegrond is.

4.6 In de derde klacht verwijten klagers de notaris c.s. dat hij als executeur de goederen van de nalatenschap niet heeft beheerd.

Voor zover in deze klacht besloten ligt dat de notaris c.s. nalatig is geweest in het naar behoren behartigen van de belangen van klagers, wordt overwogen dat hieromtrent onder 4.4 en 4.5 eerder is beslist. Voor het geval klagers met deze klacht de notaris c.s. verwijten dat hij de schulden van de nalatenschap niet heeft voldaan en doordoor klagers financiële schade heeft berokkend, is de Kamer van oordeel dat klagers dit deel van de klacht onvoldoende hebben toegelicht. Nu van de juistheid van dit verwijt ook anderszins niet is gebleken, slaagt dit klachtonderdeel niet.

4.7 Klagers uiten in de vierde klacht bezwaren tegen de wijze waarop de notaris het testament van hun moeder heeft geformuleerd. Zij stellen dat in het testament het vruchtgebruik van de woning in Frankrijk onvoldoende is uitgewerkt en dat onduidelijk is welke rechten en plichten de vruchtgebruiker en de bloot eigenaren hebben. Ook zou het testament niet aansluiten bij het Franse recht voor zover het de woning in Frankrijk betreft en achten klagers het verder slordig dat de term 'de goederen van de familie [A] niet in het testament is uitgewerkt.

De Kamer overweegt dat zij de formuleringen in een testament slechts marginaal

kan toetsen, nu het geven van een oordeel over de inhoud van een testament is voorbehouden aan de burgerlijke rechter in een voor deze aanhangige procedure. De bedoelde toetsing leidt bij voorbaat niet tot een conclusie dat de notaris heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk notaris betaamt.

Het verwijt dat de door de notaris c.s. opgemaakte akte afgifte legaat en verdeling liquide middelen vele fouten bevat, treft geen doel, nu de Kamer niet kan beoordelen of de notaris c.s. in de akte fouten heeft gemaakt. Voor zover daarvan sprake zou zijn geweest, springt de grief af op het verweer van de notaris c.s. dat zij met klagers hebben afgesproken dat klagers de akte op fouten zouden nalopen.      

De vierde klacht is ongegrond.

4.8 Hierboven is vastgesteld dat de notaris c.s. tekort is geschoten in het informeren van klagers en in de behartiging van hun belangen. De Kamer is van oordeel dat zowel de notaris als de kandidaat-notaris ernstig in gebreke is gebleven. Met betrekking tot de notaris wordt overwogen dat hij geen inhoud heeft gegeven aan zijn taak van executeur. Hij heeft geen regie gevoerd en hij heeft geen (rechts)maatregelen getroffen teneinde de medewerking van [F] te verkrijgen bij de afwikkeling van de nalatenschap. Bij gelegenheid van de behandeling van de zaak ter zitting is bij de Kamer het vermoeden gerezen dat de notaris volstrekt niet wist wat hij moest doen om zijn executeurschap tot een goed einde te brengen. De Kamer acht de door de notaris overtreden norm dusdanig ernstig dat zij hem daarvoor een berisping zal opleggen. Ook de kandidaat-notaris heeft de afwikkeling van de nalatenschap bij voortduring op haar beloop gelaten. Zij heeft klagers niet geïnformeerd en op hun verzoeken niet of te laat gereageerd. Om die reden zal aan de kandidaat-notaris de maatregel van waarschuwing worden opgelegd. Er bestaat geen grond om deze beslissing openbaar te maken, zoals door klagers is verzocht. 

5. De beslissing

De Kamer van Toezicht

5.1. verklaart de klachten tegen de notaris, zoals hiervoor onder 3.1 sub a. en b. weergegeven, gegrond,

5.2 legt de notaris daarvoor de maatregel van berisping op,

5.3 verklaart de klachten tegen de kandidaat-notaris, zoals hiervoor onder 3.1 sub a. en b. weergegeven, gegrond,

5.4. legt de kandidaat-notaris daarvoor de maatregel van waarschuwing op.

5.5 verklaart de klachten voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter,

mrs. H. Quispel, R.P.K.J. van Gerven, J.G.T.M. Castrop en P.A. Huidekoper (plv), leden, en in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 15 december 2008.

De secretaris                                                                                                                                                                                  De voorzitter