ECLI:NL:TNOKALM:2008:YC0205 Kamer van toezicht Almelo 06 08 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2008:YC0205
Datum uitspraak: 03-11-2008
Datum publicatie: 15-07-2009
Zaaknummer(s): 06 08 Wna
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
  • Klacht gegrond zonder maatregel
  • Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De notaris heeft onvoldoende toezicht gehouden op werkzaamheden en bevoegdheden op zijn kantoor.   De notaris heeft geen dwangmiddel waarmee hij een partij kan bewegen om een uit depot ontvangen bedrag te restitueren.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

Klachtzaak:           06 08 Wna

                       UITSPRAAK

 inzake:                   < naam >,  

                             klager,

                             wonende te < plaats >;

tegen:                    < naam >,

                             notaris te < plaats >,

                             hierna te noemen de notaris,

1           Verloop van de procedure

Bij schrijven van 21 januari 2008, met bijlagen, heeft klager een klacht ingediend bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Almelo, hierna te noemen de Kamer. De notaris heeft zich verweerd bij schrijven van 20 maart 2008 met bijlagen. Klager heeft gerepliceerd bij schrijven van 12 mei 2008 en door de notaris is bij schrijven van 3 juli 2008 gedupliceerd. Klager heeft bij brief van 14 augustus 2008 een nadere reactie gegeven.

De klachtzaak is ter zitting van 29 september 2008 behandeld. Klager is in persoon verschenen. De notaris is eveneens in persoon verschenen, tezamen met zijn gemachtigde.   

2           Toetsingskader

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

3           Standpunten

Zakelijk weergegeven en kort samengevat hebben partijen het volgende aangegeven.

Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris niet juist heeft gehandeld inzake de bij de notaris in depot gestorte gelden na de verkoop van de woning van klager en zijn voormalige echtgenote, < A >. Klager geeft aan dat het eertijds opgestelde convenant tussen hem en < A >, een overbedeling van      € 10.343, = ten gunste van < A > inhoudt. < A > is van mening dat conform het convenant moet worden afgerekend. Dit heeft ertoe geleid dat is afgesproken dat een bedrag van € 20.646,= bij de notaris in depot zouden blijven tot nader bericht van klager en < A >.

Klager geeft verder aan dat de notaris op verzoek van < A > ten onrechte de helft van het bedrag uit het depot, zijnde € 10.343,=, aan < A > heeft uitbetaald. Klager stelt zich op het standpunt dat hij aldus door toedoen van de notaris een positie is gekomen die verder onderhandelen met < A > moeizaam, zo niet onmogelijk, maakt. De notaris weigert het resterende bedrag aan klager uit te betalen zonder toestemming van < A >. Ook weigert de notaris om < A > op andere wijze tot medewerking te bewegen.

De notaris wijst op een brief van de gemachtigde van < A > van 7 april 2007 en een daarbij gevoegde brief van 15 februari 2006 van de notaris die het convenant heeft opgesteld. Op basis van deze stukken heeft een medewerkster van het kantoor van de notaris er op vertrouwd dat tot uitbetaling van € 10.343,= aan < A > mocht worden overgegaan. Nadien is gebleken dat dit niet juist is geweest. Tot een oplossing kon door de notaris niet worden gekomen. Enerzijds omdat < A > het geld niet wil terugstorten en anderzijds omdat voor uitbetaling van het restant aan klager, door < A > geen toestemming wordt gegeven. De notaris geeft daarbij aan dat hem geen andere mogelijkheden openstaan.

4           Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

Blijkens hetgeen klager en de notaris, laatstelijk ter zitting, over en weer hebben aangegeven stelt de Kamer vast dat partijen het er over eens zijn dat uit het depot van € 20.646,= bij de notaris een bedrag van € 10.343,= is overgemaakt naar < A >. Ook staat vast dat deze uitbetaling (nog) niet had mogen plaatsvinden omdat hierover geen overeenstemming bestond tussen klager en < A >.

Met betrekking tot de uitbetaling heeft de notaris uitgelegd dat de uitbetaling op administratief niveau is afgedaan, waarbij hij op dat moment niet was betrokken. De brief van de gemachtigde van < A > en de daarbij gevoegde brief van de notaris die het convenant heeft opgesteld, zijn voor de administratie leidend geweest. Naar het oordeel van de Kamer heeft de notaris klachtwaardig gehandeld. De notaris is verantwoordelijk voor de werkzaamheden die op zijn kantoor worden verricht. Het was aan de notaris om de werkzaamheden en bevoegdheden zodanig te organiseren dat deze fout werd voorkomen. De klacht is op dit onderdeel gegrond. De Kamer is daarbij van oordeel dat de handelwijze van de notaris niet dermate klachtwaardig is dat een maatregel passend en geboden moet worden geacht. Hierbij neemt de Kamer in aanmerking dat de notaris zelf ook heeft aangegeven dat niet juist is gehandeld.

Voor zover klager heeft aangegeven dat de notaris ten onrechte niet tot het corrigeren van de wijze van handelen is overgegaan, dan wel ten onrechte het restant in depot houdt en niet aan klager uitbetaalt, volgt de Kamer klager niet. Immers, de notaris heeft geen dwangmiddel waarmee hij < A > kan bewegen het geld te restitueren. Ook kan niet van de notaris worden gevraagd dat hij willens en wetens nogmaals fout handelt door zonder instemming van alle betrokken partijen het restbedrag uit het depot over te maken naar klager. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond.

Tot slot is de Kamer van oordeel dat de notaris niet klachtwaardig heeft gehandeld door geen verdere actie te ondernemen. De notaris heeft onbetwist gesteld dat hij heeft getracht de gelden terug te krijgen van < A >, waarmee klager weer in de door hem gewenste onderhandelingspositie zou komen. Voor het overige heeft de notaris terecht aangegeven dat procedures van hem tegen < A > niet tot het door klager gewenste resultaat zullen leiden omdat de notaris geen vordering heeft op < A > en geen partij is in het meningsverschil tussen klager en < A >.

Mitsdien wordt beslist als volgt.

5           Beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo,

-          verklaart de klacht gegrond voor zover het gaat om de uitbetaling uit het depot aan < A > in strijd met hetgeen daarover was overeengekomen;

-          legt de notaris geen maatregel op;

-          verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. van der Winkel, voorzitter, mr. F.M.J. Mulder, mr. H.W.C. Spijkerboer, mr. H.J. Vos en mr. C.J. Wesseling, leden en door de voorzitter

in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris in het openbaar uitgesproken op 3 november 2008.

Tegen deze beslissing van de kamer van toezicht kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Afschrift verzonden: 3 november 2008