ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0284 Kamer van toezicht Alkmaar 12.2007

ECLI: ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0284
Datum uitspraak: 10-03-2008
Datum publicatie: 01-10-2009
Zaaknummer(s): 12.2007
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   1. Geen gegronde reden aangevoerd om ministerie te weigeren. Niet helder gecommuniceerd over redenen dienstweigering, waardoor onzekerheid is ontstaan. 2. Door niet te reageren op brieven van klager heeft de notaris gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid. Klacht op alle onderdelen gegrond, waarschuwing.

 

DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALKMAAR

Klachtnummer 12/2007

De Kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Alkmaar, hierna te noemen: de Kamer, heeft de volgende beslissing gegeven in de klachtprocedure van:

[klager]

wonende te [woonplaats],

klager,

tegen

[notaris],

notaris te [standplaats],

beklaagde.

HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1.      Bij brief van 13 augustus 2007, bij de Kamer ingekomen op 15 augustus 2007, heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris.

1.2.          Op 11 september 2007 heeft de notaris schriftelijk op de klacht gereageerd.

1.3.          Op 26 september 2007 heeft klager de klacht nader toegelicht.

1.4.          Op 28 januari 2008 heeft de mondelinge behandeling van de klacht plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn gehoord klager en de notaris.

DE FEITEN

2.1.          Klager bewoont een woning aan [de woning].

2.2.          Bij brief van 19 juni 2007 heeft klager het volgende aan de notaris meegedeeld:

“Omdat ik mijn huis op mijn eigen naam wil hebben heb ik Uw kantoor gebeld en gesproken met [A].

Zij weigerde mijn verzoek in behandeling te nemen om voor mij onduidelijke reden. Gaarne verneem ik van U of zij Uw mening heeft verwoord. Ik dacht dat we een goede verstandhouding hadden. (ik heb bij U een akte laten opmaken en kort geleden een testament).

Gaarne ontvang ik hierop spoedig van U een schriftelijk antwoord.

(…)”  

2.3.          Op 24 juli 2007 heeft klager het volgende aan de notaris geschreven:

Op 19 juni j.l. deponeerde ik bij U op kantoor een brief in de bus met het verzoek mij mee te delen of [A] Uw mening verwoordde dat ik er niet op hoefde te rekenen te worden geholpen door U teneinde mijn huis op mijn eigen naam te krijgen.

Zij gaf een onduidelijke reden op waarom U mijn verzoek weigerde. Ik dacht inderdaad dat we een goede verstandhouding hadden. Ik herinnerde U er nog aan dat U enkele akten voor mij had opgemaakt, zonder problemen.

Ik acht mij door Uw weigering beledigd. Ik weet dat U werkzaamheden voor bepaalde personen kunt weigeren. Ik acht mij niet tot die categorie te behoren. U had mijn verzoek niet mogen weigeren. Ik denk hierbij aan artikel 6 van de Wet op het notarisambt. U riskeert met Uw weigering een klacht bij de Rechtbank.

Ik geef U nog een week de tijd om mij op mijn verzoek om opheldering te antwoorden. Mocht U dit opnieuw weigeren dan zal ik niet aarzelen een klacht in te dienen.

Ik zal ook deze brief bij U in de bus op kantoor deponeren. Deze keer met een getuige.”

2.4.          Bij schrijven van 26 juli 2007 heeft de notaris het navolgende aan klager meegedeeld:

“Uw brief van 24 juli jongstleden heb ik in goede orde ontvangen en bij deze reageer ik op de inhoud.

U vraagt of mijn collega [A]  mede namens mij uw verzoek om de toedeling van [de woning] aan u te verzorgen, heeft afgewezen. Het antwoord op uw vraag is: ja.

Wij hebben enkele jaren geleden contact met elkaar gehad, onder andere over uw situatie met uw neef in samenhang met de eigendom van de bedoelde woning. Destijds kon ik u niet helpen en vooralsnog zie ik geen relevante wijzigingen die mij op een ander idee brengen. Ik ben dan ook van mening dat ik in deze niet als onpartijdige belangenbehartiger van beide partijen kan optreden, hetgeen wel tot mijn notariële taak hoort.

Daarom adviseer ik u dringend om bij een ander notariskantoor uw verzoek onder te brengen.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. (…)”

DE KLACHT

3.         Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris ten onrechte heeft geweigerd mee te werken aan het op zijn naam zetten van de woning. Volgens klager is de reden die de notaris hiervoor heeft opgegeven niet sterk genoeg. Verder beklaagt klager zich erover dat de notaris niet heeft gereageerd op zijn brief van 19 juni 2007 en voorts dat zij hem niet te woord heeft willen staan.


HET STANDPUNT VAN DE NOTARIS

4.         De notaris heeft allereerst opgemerkt, indien klager dit alsnog wil, bereid te zijn de toedeling van de woning aan klager in behandeling te nemen.

Verder heeft de notaris aangevoerd enige jaren geleden contact te hebben gehad met klager in verband met de afwikkeling van de nalatenschap van zijn partner/schoonzus. Klager had toen al een verstoorde relatie met de zoon van de overleden partner, zijn neef. Voor deze afwikkeling had klager zich in eerste instantie gewend tot [notariskantoor X]. De notaris kon toen niet veel voor hem betekenen.

Enkele jaren later heeft klager de notaris verzocht er voor te zorgen dat de woning op zijn naam werd gesteld. Volgens klager beschikt hij over een vonnis op basis waarvan die toedeling zou kunnen plaatsvinden. Klager heeft dit verzoek niet bij [notariskantoor X] neergelegd omdat een der notarissen hem niet meer wilde zien. Volgens klager had [notariskantoor X] een aantal fouten gemaakt.

Gezien eerdere ervaring met klager is bij de notaris onvoldoende vertrouwen aanwezig om dit dossier in behandeling te nemen. Om die reden heeft de notaris klager geadviseerd de zaak bij een collega-notaris in behandeling te geven.

DE BEOORDELING 

5.1.          Ter beoordeling staat allereerst of de notaris op goede gronden dienst heeft geweigerd.

5.2.          Artikel 21 van de Wet op het notarisambt bepaalt het volgende:

1. De notaris is verplicht de hem bij of krachtens de wet opgedragen of de door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten, behoudens het bepaalde in het tweede lid.

2. De notaris is verplicht zijn dienst te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.

5.3.          De Kamer is van oordeel dat de notaris onvoldoende heeft aangevoerd om aan te nemen dat in dit geval sprake was van een gegronde reden om haar ministerie te weigeren. De verklaring tijdens de klachtbehandeling dat de notaris negatieve gevoelens heeft overgehouden aan eerdere contacten met klager, die had gevraagd aanwezig te zijn bij het openen van een tot een nalatenschap behorende bankkluis, is in dit kader niet toereikend. De omstandigheid dat de notaris zich, na indiening van de onderhavige klacht, alsnog bereid heeft verklaard klager bij te staan, duidt hier ook op. Op dit punt heeft klager de notaris dan ook terecht een verwijt gemaakt.

5.4.          Vervolgens stelt de Kamer vast dat de notaris uiteenlopende althans onduidelijke redenen aan de weigering ten grondslag heeft gelegd. Aanvankelijk heeft de notaris meegedeeld niet als onpartijdige belangenbehartiger van beide partijen te kunnen optreden, en vervolgens, gezien eerdere ervaring met klager, onvoldoende vertrouwen heeft om dit dossier in behandeling te nemen. Van een notaris mag worden verwacht dat deze helder communiceert over de reden van zijn dienstweigering om te voorkomen dat hierover onzekerheid ontstaat. In dit opzicht heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld.

5.5.          Klager verwijt de notaris verder dat deze niet heeft gereageerd op zijn brief van 19 juni 2007. Op dit punt heeft de notaris naar voren gebracht niet te weten wat er met deze brief is gebeurd. Aangezien de notaris niet betwist dat voormelde brief door haar kantoor is ontvangen, zal de Kamer hiervan uitgaan. Door meergenoemde brief niet te beantwoorden, heeft de notaris gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die ten opzichte van klager diende te worden betracht. In elk geval had van de notaris verwacht mogen worden dat deze naar aanleiding van de (tweede) brief van klager van 24 juli 2007, waarin hij refereert aan zijn eerste brief, contact met klager had opgenomen om excuses aan te bieden voor het onbeantwoord laten van de eerste brief en voorts om te informeren hoe zijn zaak ervoor stond. Door een en ander na te laten, heeft de notaris niet gehandeld zoals een behoorlijk notaris betaamt. Ook dit verwijt treft doel.

5.6.          Al het voorgaande voert de Kamer tot de slotsom dat de klacht op alle onderdelen gegrond is. Handelen in strijd met de ministerieplicht, bezien in samenhang met de overige door de notaris gemaakte fouten, acht de Kamer dusdanig ernstig dat zij hierin aanleiding ziet de notaris de maatregel van waarschuwing op te leggen.

BESLISSING

De Kamer:

-                  verklaart de klacht op alle onderdelen gegrond;

-          spreekt jegens notaris uit de tuchtmaatregel van waarschuwing, waarvoor tijd en plaats zullen worden bepaald nadat de onderhavige beslissing kracht van gewijsde zal hebben gekregen.

Gedaan te Alkmaar op 10 maart 2008 door mr. L.J.L. Koster, voorzitter en

mrs. L.G. Vollebregt, A.B.M.S. Wijnbeld, R.H.C. Winter en P.G. Vroom, (plaatsvervangend) leden.

Secretaris,                                                                           Voorzitter,

mr. P.L. Ypma,                                                                   mr. L.J.L. Koster,