ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0096 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.520verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0096
Datum uitspraak: 11-03-2008
Datum publicatie: 17-02-2009
Zaaknummer(s): 2007.520verzet
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een gerechtsdeurwaarder die als gemachtigde optreedt in een procedure voor de kantonrechter komt een grote mate van vrijheid toe bij het (namens zijn cliënt) innemen van standpunten en het verwoorden daarvan in de processtukken. De andere partij kan de ingenomen standpunten en de daarvoor gegeven argumenten in de procedure voor de rechter betwisten. Het is vervolgens aan de rechter te beslissen welke van de standpunten al dan niet worden gehonoreerd

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 11 maart 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 520.2007 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 11 september 2007 (zaaknummer 329.2007) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 2 oktober 2007 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 9 oktober 2007 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

De gerechtsdeurwaarder, bij brief van 10 december 2007 en klager, bij brief van 10 januari 2008 hebben medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 januari 2008 alwaar

niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 11 maart 2008.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat een gerechtsdeurwaarder vanwege zijn ambt gegevens juist en correct dient weer te geven. Ten aanzien van het afgeven van valse verklaringen stelt klager dat hij als gesteld in punt 1 van de conclusie van repliek nooit heeft erkend dat hij in gebreke is gebleven. De in punt 11 van die conclusie gestelde basisschuld ad € 1639,12 heeft hij nimmer erkend. In de bij de conclusie overgelegde productie 1 is gemanipuleerd met de bedragen. Achter de door klager vermelde codes zijn andere bedragen ingevuld dan in de producties 9, 10 en 11 staan vermeld. Het gevolg van de door klager aangegeven punten is dat de rechtsgang in zijn ogen is gemanipuleerd.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de

voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In zijn inleidende klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder samengevat dat deze op verscheidene punten in strijd heeft gehandeld met zijn ambt en de wet. Klager is van mening dat de gerechtsdeurwaarder in de procedure voor de rechter valse verklaringen heeft afgegeven (a), opzettelijk bewijsmateriaal heeft gemanipuleerd (b) en de rechtsgang heeft gemanipuleerd (c).

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de inleidende klacht samengevat overwogen dat een gerechtsdeurwaarder die als gemachtigde optreedt in een procedure voor de kantonrechter een grote mate vrijheid toekomt bij het (namens zijn cliënt) innemen van standpunten en het verwoorden daarvan in de processtukken. De andere partij kan de ingenomen standpunten en de daarvoor gegeven argumenten in de procedure voor de rechter betwisten. Het is vervolgens aan de rechter te beslissen welke van de standpunten al dan niet worden gehonoreerd. Het door de gerechtsdeurwaarder in de conclusie van repliek namens zijn cliënt ingenomen en met argumenten onderbouwde standpunt is op geen enkele wijze in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Van het afgeven van valse verklaringen en het opzettelijk manipuleren van bewijsmateriaal en de rechtsgang is daarom geen sprake, aldus de voorzitter.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet.

6.1 Vast staat dat klager in zijn brief van 20 maart 2006 heeft erkend dat hij een schuld had bij Essent. Als die schuld niet wordt voldaan, is klager automatisch in gebreke met betaling daarvan. Van een valse verklaring op dit punt is dan ook geen sprake. Het twistpunt was de hoogte van de schuld. Dat is beoordeeld door de kantonrechter en die heeft een bepaald bedrag toegewezen. Ten aanzien van de in de productie1 vermelde bedragen geldt dat de gerechtsdeurwaarder in zijn conclusie van repliek onder punt 9 heeft vermeld dat in hetgeen bij dagvaarding wordt gevorderd geen aanmaningskosten zijn vermeld. De in productie 1 overgenomen bedragen die klager aanvoert als bewijs van manipulatie, zijn overgenomen uit van Essent afkomstige brieven, de producties 9, 10 en 11, waarin teveel of te weinig aan klager in rekening gebrachte bedragen staan vermeld. Onderaan die brieven staan de volledige in eerste instantie gevorderde bedragen inclusief aanmaankosten vermeld echter zoals gesteld werden die kosten niet (meer) gevorderd. Van manipulatie is geen sprake.

6.2 Met inachtneming van het voorgaande hebben de door klager in verzet aangevoerde gronden naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter dan ook juist. Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.