ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0076 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.335

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0076
Datum uitspraak: 15-01-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2007.335
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Op verzoek van een opdrachtgever plaatsen van een advertentie zonder deugdelijke grondslag waardoor klager publiekelijk te kijk werd gezet

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 15 januari 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 335.2007 van:

[     ],

gevestigd te [     ],

klaagster, vertegenwoordigd door [     ],

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief van 3 juli 2007 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij brief met bijlagen van 26 juli 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 november 2007 alwaar zijn verschenen [     ], [     ] en [     ](verder: [     ]) namens klaagster, en de gerechtsdeurwaarder.

Door de gerechtsdeurwaarder zijn pleitaantekeningen overgelegd.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 15 januari 2007.

1.      De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      [     ] is bestuurder (geweest) van klaagster. Binnen klaagster vinden geen activiteiten meer plaats. Bij notariële akte is overeengekomen dat klaagster een schuld zal aflossen aan De [     ] (hierna: [     ]). Na enige tijd zijn de aflossingen gestaakt, omdat klaagster meent een tegenvordering op [     ] te hebben en de schuld daarmee heeft verrekend.

b)       De gerechtsdeurwaarder heeft, na voorafgaande aankondiging aan klaagster, in opdracht van [     ]op 22 juni 2007 een advertentie geplaatst in [     ]. De advertentie is voorzien van het logo van de gerechtsdeurwaarder en luidt als volgt: "OPROEP SCHULDEISERS.De [     ] is voornemens het faillissement aan te vragen voor een vordering pro resto € 126.553,21 verdere rente en kosten pro memorie, waarvoor een onherroepelijke exec[     ]oriale titel beschikbaar is ten laste van [     ] ([     ]), statutair gevestigd te [     ] en kantoorhoudende te [     ] aan het adres [     ], waarvan als feitelijk bestuurder optreedt [     ]. De [     ] zoekt een of meer schuldeisers die een opeisbare vordering hebben op [     ] en bereid zijn het faillissement mee aan te vragen dan wel hun vordering als steunvordering willen toelaten. Tevens worden opgeroepen crediteuren die in het laatste (half) jaarintegraal zijn voldaan, teneinde benadeling van de [     ] als crediteur aan te tonen en daarmee onrechtmatig handelen door haar (feitelijk) bestuurder. Voor inlichtingen en/of informatie, die strikt vertrouwelijk zal worden behandeld, gelieve contact op te nemen met [     ] ([     ]).[     ] Gerechtsdeurwaarders en juristen Kijk voor een gedetailleerd overzicht op www.[     ]/publicaties"

 

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij door het dreigen met en vervolgens daadwerkelijk plaatsen van de advertentie heeft gehandeld in strijd met artikel 7 van de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens opgesteld door de KBvG en met de artikelen 6, 8 en 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. Klaagster heeft een geschil met [     ] over een vordering die door klaagster is verrekend met een tegenvordering.

De gerechtsdeurwaarder probeert de patstelling te doorbreken door oneigenlijke druk uit te oefenen op klaagster en haar bestuurder. De gerechtsdeurwaarder heeft gedreigd met een publicatie in een lokale krant waarbij schuldeisers worden opgeroepen zich bij hem te melden en hij heeft vervolgens een advertentie geplaatst.

De gerechtsdeurwaarder wist en weet al dat er geen andere schuldeisers zijn omdat [     ] geen activiteiten meer ontplooit. Om die reden is het dreigen met en het plaatsen van een advertentie een publieke schandpaalactie. In de advertenties wordt de naam van [     ] vermeld met als geen ander doel dan om deze te schaden.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft samengevat aangevoerd dat onder de gegeven omstandigheden slechts [     ] als feitelijk bestuurder nog verhaal biedt. Via het faillissement van [     ] kan Versteeg worden aangesproken dan wel als bestuurder aansprakelijk gesteld worden. Voor een faillissement zijn echter meerdere schuldeisers nodig, dan wel op zijn minst enige wetenschap over benadeling van schuldeisers. Het plaatsen van de advertentie was de enige mogelijkheid om kennis van deze feiten te verkrijgen en was gelet op de belangen van [     ] gerechtvaardigd. Het belang van [     ] heeft voorrang boven dat van klaagster. De gerechtsdeurwaarder zegt te beseffen dat hij opereert in een schemergebied. Daarom heeft hij klaagster en [     ] gewezen op de mogelijkheid een kort geding aan te spannen tegen de plaatsing van de advertentie. Zij hebben daar echter geen gebruik van gemaakt. Dat de naam van [     ] is genoemd in de oproep is functioneel, nu [     ] steeds feitelijk bestuurder is geweest, of dat nog steeds is. De advertentie is geplaatst in opdracht van [     ] en voor een deugdelijke, juiste en vertrouwelijke informatieverwerking is gekozen dat via de gerechtsdeurwaarder te laten lopen.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Bij de beoordeling van de klacht stelt de Kamer voorop dat de gerechtsdeurwaarder een openbare ambtenaar is, belast met publieke taken. Voor wat betreft zijn ambtelijke taken rust op de gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht. Andere werkzaamheden dan ambtshandelingen verricht de gerechtsdeurwaarder slechts indien dit de goede en onafhankelijke vervulling van zijn ambt, dan wel het aanzien daarvan, niet schaadt of belemmert.

4.2 Naar het oordeel van de Kamer is het plaatsen van de gewraakte advertentie tuchtrechtelijk laakbaar. Op geen enkele wijze heeft de gerechtsdeurwaarder aannemelijk kunnen maken dat onrechtmatig door klaagster of haar bestuurder is gehandeld. De gekozen bewoordingen van de advertentie ("…teneinde benadeling van de [     ] als crediteur aan te tonen en daarmee onrechtmatig handelen door haar (feitelijk) bestuurder") en de suggestie die daarvan uitgaat, schaden de goede naam van [     ] en zijn bovendien niet dienstbaar te achten aan het door de gerechtsdeurwaarder gestelde doel van de advertentie (het entameren van een aanvraag tot faillietverklaring van klaagster).

4.3 Er was naar het oordeel van de Kamer voor de gerechtsdeurwaarder ook afgezien van het vorenstaande geen goede reden om zijn naam en functie als gerechtsdeurwaarder aan de bewuste advertentie te verbinden. Op de gerechtsdeurwaarder rustte geen enkele ambtsplicht om aan het verzoek van de opdrachtgever te voldoen. Bovendien valt niet in te zien dat niet langs meer gebruikelijke weg informatie had kunnen worden verkregen over de vraag of er meerdere schuldeisers waren. Immers het inschakelen van een handelsinformatiebureau dat onderzoek doet naar de schuld- en inkomenspositie van een debiteur behoort tot de dagelijkse werkzaamheden van een gerechtsdeurwaarder.

4.4 Het argument van de gerechtsdeurwaarder dat klaagster en/of [     ] in kort geding een verbod van de plaatsing van de advertentie hadden kunnen vorderen draait de zaken op onaanvaardbare wijze om. Het was aan de gerechtsdeurwaarder om af te wegen of hij al dan niet zou meewerken aan de plaatsing van de advertentie. Hij kan de verantwoordelijkheid voor zijn beslissing daarover niet afschuiven op klaagster en/of [     ].

5. Het voorgaande voert tot de slotsom dat de klacht terecht is voorgesteld. Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande al behandeld dan wel als thans niet terzake dienend, buiten beschouwing blijven.

6.  Naar het oordeel van de Kamer zijn er termen aanwezig om tot het opleggen van na te melden een maatregel over te gaan.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders;

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen en J.P.J.J. Timmermans, (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 januari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Coll.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.