ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0072 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.12

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0072
Datum uitspraak: 24-06-2008
Datum publicatie: 29-01-2008
Zaaknummer(s): 2008.12
Onderwerp: Financieel toezicht
Beslissingen: Schorsing
Inhoudsindicatie: In strijd met het bepaalde in artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet doen van betalingen van de kwaliteitsrekening voor betaling van inkomstenbelasting, privé opnamen en automatiserings- en accountantskosten. Niet terstond aanvullen negatieve bewaringspositie.  

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 24 juni 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 12.2008 van:

BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT,

gevestigd te Utrecht,

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief ingekomen op 27 december 2007 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief ingekomen op 8 februari 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 februari 2008, alwaar de gemachtigde van klager, de gerechtsdeurwaarder en zijn gemachtigde zijn verschenen.

Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

Klager heeft daarna bij brief ingekomen op 1 april 2008 gereageerd en de gerechtsdeurwaarder bij brief met producties ingekomen op 9 mei 2008.

De mondelinge behandeling is voortgezet op 13 mei 2008 alwaar de gemachtigde van klager, de gerechtsdeurwaarder en zijn gemachtigde zijn verschenen.

Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 juni 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Bij brieven van 7 maart en 14 juli 2003 heeft klager bevindingen van onderzoeken gebaseerd op artikel 30 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de vorm van klachten onder de aandacht van de Kamer gebracht (zaaknummers 60 en 209.2003).

b)      De klachten zijn gevoegd behandeld ter zitting van 10 februari en 14 juli 2004 waarna de Kamer bij beslissing van 24 augustus 2004 (zaaknummer 40.2003) de door klager ingediende klacht gegrond heeft verklaard en aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van schorsing voor de duur van een maand heeft opgelegd.

c)      Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft op 31 maart 2005 het beroep verworpen.

d)      Bij brief ingekomen op 27 december 2007 heeft klager weer een aantal bevindingen van een onderzoek in de vorm van de onderhavige klacht onder de aandacht van de Kamer gebracht gebaseerd op de artikelen 30 lid 1 en 31 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

e)      Klager heeft in 2006 en in 2007 een negatieve bewaringspositie laten ontstaan. Per 31 december 2006 bedroeg deze € 53.000,00, per 30 juni 2007 circa € 75.000,00, per 15 oktober 2007 € 8.000,00 en per 13 november 2007 € 5.000,00. Per 19 november 2007 was de bewaringspositie € 23.000,00 positief.

f)        De gerechtsdeurwaarder is in 2006 begonnen met de invoering van een nieuw computersysteem dat vanaf 1 januari 2007 operationeel was. Na 1 januari 2007 zijn er problemen opgetreden met betrekking tot het nieuwe computersysteem.

g)      De gerechtsdeurwaarder heeft in maart 2008 een plan van aanpak gemaakt voor de periode vanaf 2008 tot 2012 met betrekking tot verhoging van de omzet en beheersing van de kosten.

 

2. De klacht

2.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat, dat deze in 2006 en in 2007  bewaringstekorten heeft laten ontstaan. Het bewaringstekort in 2006 is niet veroorzaakt door een wijziging in het computersysteem of door hoge automatiseringskosten. Het is ontstaan doordat van de kwaliteitsrekening betalingen ter grootte van € 44.000,00 zijn gedaan aan anderen dan de rechthebbenden, alsmede door het ontbreken van goede controle op de noodzaak van uitbetalingen aan cliënten en opdrachtgevers.

2.2 Gedurende de periode 31 december 2006 tot en met medio april 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder niet zorg gedragen voor een toereikende administratieve organisatie, omdat hij niet in staat is geweest informatie te verschaffen over de rechten en verplichtingen jegens derden. De automatisering en de financiële administratie waren onvoldoende toegerust om de daarvoor benodigde overzichten te kunnen opstellen. Bovendien was er een (forse) achterstand in de verwerking van financiële mutaties. Het plan van aanpak dat klager inmiddels heeft laten opstellen acht klager niet onrealistisch. Naast het herstel van het kantoorresultaat dient daarbij wel acht te worden geslagen op de hoogte van de privé opnamen en bestedingen om dit plan te kunnen realiseren.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder heeft het eerste onderdeel van de klacht erkend.

3.2  De gerechtsdeurwaarder heeft voorts een beroep gedaan op enkele omstandigheden. De invoering van het nieuwe computersysteem heeft veel tijd in beslag genomen en het systeem blijkt berekeningen anders uit te voeren. Het systeem was ook erg kostbaar. De problemen zijn inmiddels achter de rug. Er zijn wel hoge privé onttrekkingen, maar er is nu een plan van aanpak. Dit moet leiden tot een betere beheersing van de financiële situatie.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht is dat volgens artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet, de kwaliteitsrekening uitsluitend bestemd is voor gelden die de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden onder zich neemt en voor gelden die aan hem worden toevertrouwd ten behoeve van derden. De gerechtsdeurwaarder mag van deze rekening uitsluitend betalingen doen aan de rechthebbenden. Vast staat dat de gerechtsdeurwaarder in strijd hiermee € 44.000,00 heeft aangewend voor betaling van inkomstenbelasting, privé opnamen en automatiserings- en accountantskosten. Dit is ook in strijd met artikel 5 van de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders.

4.2 Vast staat voorts dat op vier tijdstippen in 2006 en in 2007 een negatieve bewaringspositie is geconstateerd. De gerechtsdeurwaarder heeft de tekorten niet terstond aangevuld en hij heeft niet aannemelijk gemaakt dat hem ter zake van het ontstaan van die tekorten geen verwijt treft. De door de gerechtsdeurwaarder aangevoerde oorzaken van het tekort komen, zijn aan hem toerekenbaar. Dit alles valt de gerechtsdeurwaarder aan te rekenen.

4.3 Ook de problemen die de gerechtsdeurwaarder heeft ondervonden bij de invoering van het nieuwe computersysteem vallen onder zijn verantwoordelijkheid.

4.4 Dit alles leidt ertoe dat beide onderdelen van de klacht naar het oordeel van de Kamer gegrond dienen te worden verklaard. De gerechtsdeurwaarder heeft door te handelen op de wijze als hiervoor omschreven in ernstige mate gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm, waardoor grote risico's zijn ontstaan. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder in het verleden reeds vaker een negatieve bewaringspositie laten ontstaan en is hem daarvoor reeds de maatregel van schorsing opgelegd. De Kamer heeft serieus overwogen ditmaal de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen, maar heeft gelet op de relatief beperkte duur en omvang van de tekorten thans nog volstaan met de na te melden maatregel.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van schorsing op voor de duur van drie maanden, welke maatregel van kracht wordt op een na onherroepelijk worden van de beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder door de Kamer mee te delen datum.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en mr. A.C.J.J. M. Seuren (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juni 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.