ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0068 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.515
ECLI: | ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0068 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-05-2008 |
Datum publicatie: | 27-01-2009 |
Zaaknummer(s): | 2007.515 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | Een berisping |
Inhoudsindicatie: | Het is juist dat het in eerste instantie aan klager is om kenbaar te maken tegen welke gerechtsdeurwaarder de klacht is gericht. Het is voor een klager echter veelal niet mogelijk te zien welke van de van een samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarder(s) verantwoordelijk is (zijn) te achten voor de door hem gewraakte handelingen.In een dergelijk geval kan het samenwerkingsverband niet dienen als schild waarop de klacht moet afstuiten. Controle op adresgegevens dient standaard onderdeel van de procedure dient te zijn bij betekening van de dagvaarding. Voor justitiabelen vormt de betekening aan het juiste adres gelet op de rechtsgevolgen immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Het is van groot belang dat ambtshandelingen worden verricht op basis van recente gegevens. Als afnemer in de zin van de Wet op de Gemeentelijke Basis Administratie met een publieke taak heeft een gerechtsdeurwaarder, voor dat doel, bovendien directe toegang tot deze administratie, zodat voldoening aan die plicht ook niet praktisch bezwaarlijk is. De gerechtsdeurwaarder kan bij het betekenen van een ambtelijk stuk niet zonder meer afgaan op aanwijzingen van zijn opdrachtgever, ook niet als dat een ander gerechtsdeurwaarderskantoor betreft. Slechts indien bij de opdracht een recent uittreksel wordt overgelegd, mag hij daarop afgaan. Evenmin mag hij afgaan op oude adresgegevens die niet opnieuw zijn gecheckt. |
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Beschikking van 27 mei 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 515.2007 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ] en [ ],
gerechtsdeurwaarders te [ ],
beklaagden,
gemachtigde [ ].
Verloop van de procedure
Bij brief met bijlagen van 4 oktober 2007 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagden, hierna de gerechtdeurwaarders.
Bij brief van 19 oktober 2007 heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 9 april 2008 heeft klager op het verweer van de gerechtsdeurwaarders gereageerd.
De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 april 2008 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen.
Van de behandeling ter terechtzitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De uitspraak is bepaald op 27 mei 2008.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.
a) Ingaande 7 april 2006 is klager verhuisd. Deze verhuizing is ingeschreven bij de gemeentelijke basisadministratie.
b) Gerechtsdeurwaarder [ ] heeft klager bij exploot van 24 april 2006 op zijn oude adres gedagvaard te verschijnen voor de rechtbank te [ ] .
c) Gerechtsdeurwaarder [ ] heeft het bij verstek tegen klager gewezen vonnis bij exploot van 17 augustus 2006 op het oude adres van klager betekend.
2. De klacht
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders dat zij de dagvaarding en het vonnis op een onjuist adres hebben betekend. Pas eind februari 2007 heeft hij de stukken onder ogen gekregen. Zijn advocaat heeft toen weliswaar het verkeerde rechtsmiddel ingesteld, maar de kans dat dit ook bij een juiste betekening het geval was geweest, was geringer geweest, omdat deze advocaat in 2006 minder erg ziek was dan in 2007 en klager bij een juiste betekening in 2006 al de beschikking over het vonnis had gehad. Ook is door de vertraging de rente onnodig hoog opgelopen, die volgens klager niet meer is terug te vorderen.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders
3.1 Volgens de gerechtsdeurwaarders dient klager mee te delen tegen welke gerechtsdeurwaarder zijn klacht zich richt. Er hebben zich drie gerechtsdeurwaarders met de zaak beziggehouden. Klager heeft de klacht mede ingediend tegen een kantoormedewerkster en bovendien heeft ook een gerechtsdeurwaarder te [ ] een exploot betekend. Zolang er geen duidelijkheid bestaat tegen wie de klacht is gericht, kan klager niet in zijn klacht worden ontvangen.
3.2 De dagvaarding is op 24 april 2006 betekend door gerechtsdeurwaarder [ ]. Het vonnis is op 17 augustus 2006 betekend door gerechtsdeurwaarder [ ]. Naar later bleek op een onjuist adres aangezien klager per 7 april 2007 was verhuisd. De gerechtsdeurwaarders bestrijden niet dat de exploten aan een onjuist adres zijn betekend. Geen van hen heeft bij het exploteren echter opgemerkt dat van een verhuizing sprake zou kunnen zijn. Van het pand hebben de gerechtsdeurwaarders recent foto’s gemaakt. De brievenbus zit op een hoogte van 1.60 meter zodat daar niet goed in gekeken kon worden. Van de straatzijde viel niet te zien of het pand werd verbouwd of leeg stond, anders was er wel een adresverificatie in gang gezet. Het is aan de exploterende gerechtsdeurwaarder die beslist of een adres bij het bevolkingsregister moet worden geverifieerd. En dat gebeurt als er gerede twijfel bestaat aan de juistheid van het adres. Dat was hier niet het geval.
3.3 Nadat bij de werkgever van klager navraag werd gedaan over zijn inkomsten heeft een advocaat namens klager bij de gerechtsdeurwaarders de betekende exploten opgevraagd. Die zijn hem verstrekt. Toen niets meer van de advocaat van klager werd vernomen is ten laste van klager loonbeslag gelegd. Nadien is gebleken dat door de advocaat van klager een verkeerd rechtsmiddel is ingesteld. Het door klager daarvan ondervonden nadeel is door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van zijn gewezen advocaat gecompenseerd, zodat de klacht niet meer tot enig verder vervolg kan leiden.
4. Beoordeling van de klacht.
4.1 Het is juist dat het in eerste instantie aan klager is om kenbaar te maken tegen welke gerechtsdeurwaarder de klacht is gericht. Het is voor een klager echter veelal niet mogelijk te zien welke van de van een samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarder(s) verantwoordelijk is (zijn) te achten voor de door hem gewraakte handelingen.
In een dergelijk geval kan het samenwerkingsverband niet dienen als schild waarop de klacht moet afstuiten.
4.2 De klacht is gericht tegen het betekenen van exploten aan een verkeerd adres en de door een medewerkster van de gerechtsdeurwaarders op dat punt gedane uitlatingen. Voor het handelen van medewerkster zijn de hierna te noemen en aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarders mede verantwoordelijk. Nu de exploten zijn betekend door de in de aanhef van deze beschikking vermelde gerechtsdeurwaarders en zij verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het feit dat geen adresverificatie is gedaan, waarover hierna meer, worden zij door de Kamer als beklaagden aangemerkt.
4.3 Bij de beoordeling van de klacht geldt als uitgangspunt dat controle op adresgegevens standaard onderdeel van de procedure dient te zijn bij betekening van gerechtelijke stukken. Voor justitiabelen vormt de betekening aan het juiste adres gelet op de rechtsgevolgen immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Het is van groot belang dat ambtshandelingen worden verricht op basis van recente gegevens. Als afnemer in de zin van de Wet op de Gemeentelijke Basis Administratie met een publieke taak heeft een gerechtsdeurwaarder, voor dat doel, bovendien directe toegang tot deze administratie, zodat voldoening aan die plicht ook niet praktisch bezwaarlijk is. De gerechtsdeurwaarder kan bij het betekenen van een ambtelijk stuk niet zonder meer afgaan op aanwijzingen van zijn opdrachtgever, ook niet als dat een ander gerechtsdeurwaarderskantoor betreft. Slechts indien bij de opdracht een recent uittreksel wordt overgelegd, mag hij daarop afgaan. Evenmin mag hij afgaan op oude adresgegevens die niet opnieuw zijn gecheckt.
4.4 Vast staat dat aan het hiervoor vermelde vereiste van adresverificatie niet door de gerechtsdeurwaarders is voldaan waarmee de tuchtrechtelijke norm is overschreden. De klacht is terecht voorgesteld. Dat klager deels financieel is gecompenseerd door een door zijn advocaat gemaakte beroepsfout doet hieraan niet af. In de onderhavige procedure staat immers het handelen van de gerechtsdeurwaarders centraal, welk handelen wordt getoetst aan de tuchtrechtelijke norm.
4.5 Hetgeen verder door partijen naar voren is gebracht kan als niet terzake dienend buiten beschouwing blijven.
5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer ziet gezien de gevolgen van het verzuim aanleiding om na te melden maatregel aan de gerechtsdeurwaarders op te leggen.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan beide gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op.
Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter en mr. H.C. Hoogeveen en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 mei 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Coll.:
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.