ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0063 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.525

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0063
Datum uitspraak: 15-04-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2007.525
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Onjuiste specificatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 15 april 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 525.2007 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 7 oktober 2007 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief met bijlagen van 1 november 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 24 januari 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 maart 2008 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 15 april 2008.

1.      De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Bij vonnis van 28 december 2005 is klager door de kantonrechter te [     ] veroordeeld tot betaling van een bedrag van in totaal € 4.200,47 te vermeerderen met de rente van 2% per maand over de in het vonnis afzonderlijk genoemde bedragen.

b)      De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van het hiervoor genoemde vonnis.

c)      Op 28 september 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder klager geschreven dat nog een bedrag ad € 1947,00 verschuldigd was.

d)      Volgens een brief van de gerechtsdeurwaarder van 2 oktober 2007 bedraagt het door klager restant verschuldigde € 1.914,98. Aan verschuldigde rente is een bedrag genoemd van € 2.663,42.

e)      In het door de gerechtsdeurwaarder ingediende verweerschrift is het bedrag aan rente gesplitst in een bedrag tot aan vonnisdatum ad € 1102,20 en een bedrag na vonnisdatum ad € 1104,91 zodoende in totaal € 2077,11.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat, dat het door hem opgegeven nog te betalen bedrag niet klopt. Klager heeft het sterke vermoeden dat de gerechtsdeurwaarder telkens nieuwe bedragen verzint en kunstmatig de bedragen opschroeft.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder ontkent dat hij nieuwe bedragen er bij heeft verzonnen en de gevorderde bedragen heeft opgeschroefd. De door hem berekende kosten vinden hun grondslag in het vonnis en de wet. Klager gaat uit van een opgave van 17 januari 2006 van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Klager is van mening dat hij door zijn deelbetalingen het totaal van hem gevorderde heeft voldaan. Klager miskent dat de rente ad 2% per maand gedurende negentien maanden heeft doorgelopen en dat er executiekosten zijn gemaakt. Wel erkent de gerechtsdeurwaarder dat er een fout is geslopen in de eerdere renteberekening. De rente is daarom opnieuw berekend.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Dat is in zoverre het geval dat de gerechtsdeurwaarder heeft toegegeven dat zijn eerder bij brief van 2 oktober 2007 aan klager opgegeven bedrag aan rente niet juist is. In zoverre is de klacht dat het door de gerechtsdeurwaarder aan klager opgegeven bedrag niet juist was, gegrond. Gezien het verschil met de in het verweerschrift vermelde bedrag had het op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen klager daarover te informeren dan wel uitleg te geven.

4.3 Nu de gerechtsdeurwaarder de fout heeft erkend en direct heeft hersteld is er geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

4.4 Voor het overige is de klacht ongegrond. Klager is bij vonnis veroordeeld tot betaling van een aantal bedragen te vermeerderen met de rente van 2% per maand, hetgeen neerkomt op 24 % per jaar. Het door de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder in zijn brief van 17 januari 2006 genoemde bedrag gaf de stand van zaken weer tot aan die dag. Klager kon er dan ook niet van uitgaan dat met betaling van dat bedrag het totaal verschuldigde was voldaan.

5. Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders;

-                     verklaart de klacht met betrekking tot het te betalen bedrag gegrond,

-                     laat het opleggen van een maatregel achterwege,

-                     verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. R.G. Kemmers en mr. A.C.J.J.M. Seuren, (plaatsvervangend) en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.