ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0059 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.418

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0059
Datum uitspraak: 25-03-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2007.418
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: aanvang ontruiming van woning in plaats van garagebox

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 25 maart 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 418.2007 ingesteld door:

[     ] en [     ],

wonende te[     ],

klagers,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlage ingekomen op 9 augustus 2007 hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 20 september 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 februari 2008, alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter terechtzitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 25 maart 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Klager sub 2 is bij vonnis van 21 mei 2007 veroordeeld tot ontruiming van een door hem gehuurde garagebox gelegen te [     ], [     ] 45.

b)      Klagers wonen op het adres [     ], [     ] 7-2H.

c)      Op 18 juni 2007 is de gerechtsdeurwaarder per abuis, na verbreking van het slot, begonnen met de ontruiming van de woning van klagers in plaats van zijn garagebox.

d)      Nadat klagers waren gearriveerd en de gerechtsdeurwaarder op zijn fout hadden gewezen, is de ontruiming beëindigd.

2. De klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder kort samengevat dat deze bij de onterechte ontruiming schade heeft veroorzaakt, doordat spullen op een zeer ruwe manier in achttien dozen waren gepakt en doordat er schade aan de woning is veroorzaakt. Klagers stellen dat zij foto’s hebben gemaakt waarop de schade is te zien. Klagers begroten de schade vooralsnog op een bedrag van € 476,00. Daarnaast zijn een aantal zaken beschadigd of onherstelbaar stuk gemaakt. De schade daarvan is nog niet bekend.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij het vonnis verkeerd heeft geëxecuteerd en ten onrechte is aangevangen met de ontruiming van de woning. Hij heeft inmiddels maatregelen getroffen om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen.

3.2 De gerechtsdeurwaarder heeft voorts de gestelde schade bestreden. Het slot is onbeschadigd gebleven. Hij heeft aangeboden de ingepakte spullen weer uit te pakken. Dat hoefde echter niet. Klagers leken het beiden luchtig op te vatten en er zijn afspraken gemaakt over de betaling van het verschuldigde. Deze afspraken zijn niet nagekomen op19 juni 2007. De gerechtsdeurwaarder geeft toe dat hij heeft verzuimd om zijn toezegging om op 19 juni 2007 telefonisch contact op te nemen gestand te doen. Op 2 juli 2007 is de ontruiming van de garage alsnog volgens de regels uitgevoerd.  

3.3 Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder verklaard dat hij bereid is tot vergoeding van enige schade, indien die schade wordt aangetoond. Hij is van oordeel dat de klacht behoort te worden afgewezen, omdat hij zijn excuses heeft gemaakt en in onderhandeling is over een eventuele schadevergoeding.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is gedeeltelijk gegrond, omdat de gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij ten onrechte een aanvang heeft gemaakt met de ontruiming van de woning, terwijl hij daartoe niet bevoegd was.

4.2 Niet is komen vast te staan dat er door toedoen van de gerechtsdeurwaarder schade is veroorzaakt. De onderhavige procedure leent zich overigens niet voor toekenning van schadevergoeding.

4.3 De kamer acht termen aanwezig om voor het gegronde deel van de klacht na te noemen maatregel op te leggen.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond;

-          legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter en mr. N.C.H. Blankevoort en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 maart 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.