ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0057 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.415
ECLI: | ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0057 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-03-2008 |
Datum publicatie: | 27-01-2009 |
Zaaknummer(s): | 2007.415 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Onvoldoende informatie verschaft en verwisselen adressen bij betekening |
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Beschikking van 11 maart 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het zaaknummer 415.2007 van:
[ ],
wonende te [ ],
klaagster,
tegen:
[ ] EN [ ],
gerechtsdeurwaarders te Leiden,
beklaagden,
gemachtigde [ ].
Verloop van de procedure
Bij brief ingekomen op 8 augustus 2007 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.
Bij brief ingekomen op 25 september 2007 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.
De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 januari 2008, alwaar klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen.
Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De uitspraak is bepaald op 11 maart 2008.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.
a) De gerechtsdeurwaarder heeft de opdracht gekregen tot betekening van een tegen klaagster en haar dochter op 1 december 2005 door de stichting Pensioenfonds Horeca 7 Catering uitgevaardigd dwangbevel. De gerechtsdeurwaarder heeft dit dwangbevel op 2 februari 2006 betekend en heeft op het exploot van betekening de adressen van klaagster en haar dochter verwisseld.
b) Naar aanleiding van deze betekening heeft klaagster op 4 februari 2006 aan de gerechtsdeurwaarder geschreven dat zij de originele nota nooit heeft ontvangen van het pensioenfonds.
c) Klaagster heeft daarop vragen gesteld aan de gerechtsdeurwaarder, eerst telefonisch en daarna schriftelijk. Klaagster wilde weten waar de vordering betrekking op had en op welke periode. Bij brieven van 29 augustus en 28 september 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd.
2. De klacht
Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat, dat deze:
- haar niet goed hebben geïnformeerd;
- verkeerde adressen bij de betekening hebben gebruikt;
- ten onrechte hebben geweigerd om de originele factuur op te sturen.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders
De gerechtsdeurwaarders hebben aangevoerd dat klaagster het gelijk grotendeels aan haar kant heeft. De gerechtsdeurwaarders hebben verzuimd de brieven van klaagster te beantwoorden, althans nagelaten is in te gaan op de door klaagster gestelde vragen.
De opdrachtgeefster heeft de gerechtsdeurwaarders te kennen gegeven dat het reproduceren van de rekening niet mogelijk is. De gerechtsdeurwaarders hebben klaagster dienovereenkomstig geïnformeerd. De betekening van de dwangbevelen is in zoverre incorrect dat in de betekening de adressen zijn omgedraaid. Ook op dat punt is de klacht juist.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 De gerechtsdeurwaarders hebben erkend dat de zaak niet fraai en correct is behandeld. Zij hebben erkend dat op twee brieven niet juist is gereageerd, omdat niet is ingegaan op de vragen van klaagster en ook omdat klaagster niet is gewezen op de mogelijkheid van instellen van het juiste rechtsmiddel tegen het dwangbevel. De gerechtsdeurwaarder hebben ook erkend dat de adressen zijn verwisseld. De klacht op deze onderdelen zijn naar het oordeel van de Kamer dan ook terecht voorgesteld.
4.2 De Kamer acht het wel aannemelijk dat de gerechtsdeurwaarders niet de beschikking kunnen krijgen over de originele factuur. Zij hebben dat aan klaagster medegedeeld en op dat punt kan de gerechtsdeurwaarders niets worden verweten.
4.3 De klachten zijn deels terecht voorgesteld. De Kamer acht geen termen aanwezig tot oplegging van een maatregel over te gaan. De Kamer neemt daarbij in aanmerking dat door de gerechtsdeurwaarders excuses zijn aangeboden en de kosten van betekening en tenuitvoerlegging aan klaagster zijn geretourneerd.
5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de eerste twee klachtonderdelen gegrond;
- laat het opleggen van een maatregel achterwege;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter en mr. H.C. Hoogeveen en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.