ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0045 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.96

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0045
Datum uitspraak: 01-07-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.96
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Volgens vaste rechtspraak van de Kamer dient controle op adresgegevens standaard onderdeel van de procedure te zijn bij betekening van in elk geval de dagvaarding. De gerechtsdeurwaarder kan bij het betekenen van een ambtelijk stuk niet zonder meer afgaan op aanwijzingen van zijn opdrachtgever. Evenmin mag hij afgaan op oude adresgegevens die niet opnieuw zijn gecheckt. Bij twijfel dient in elk geval de juistheid van een adres te worden geverifieerd. De in de beroepsgroep bestaande usance ontslaat de gerechtsdeurwaarder evenmin van zijn eigen verantwoordelijkheid voor de verificatie van adresgegevens. De gerechtsdeurwaarder die het exploot heeft betekend is immers formeel verantwoordelijk voor de controle op de wettelijke vereisten en een juiste wijze van betekening. De tussen de gerechtsdeurwaarders gemaakte afspraak kan niet aan klager worden tegengeworpen.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 1 juli 2008 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 96.2008 van:

[     ],

thans wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief van 26 februari 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 14 april 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 3 juni 2008 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 1 juli 2008.

Gronden van de beslissing

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Bij exploot van 2 november 2006 heeft een aan de gerechtsdeurwaarder toegevoegde kandidaat klager gedagvaard om op 29 november 2006 te verschijnen voor de kantonrechter te [     ].

b)      De dagvaarding is uitgebracht aan het adres [     ] te [     ], een adres waar klager volgens een uitreksel uit de gemeentelijke basisadministratie op dat moment niet meer woonachtig was.

c)      Op 30 november 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder van klager een bedrag ontvangen van ad € 333,78.

d)      Bij vonnis van 13 december 2006 is klager door de kantonrechter te [     ] veroordeeld tot betaling van het bij dagvaarding gevorderde.

e)      Bij exploot van 22 mei 2007 heeft een andere gerechtsdeurwaarder voormeld vonnis aan klager betekend aan zijn juiste adres [     ] te [     ] met bevel tot betaling.

f)        Bij exploot van 30 augustus 2007 heeft gerechtsdeurwaarder [     ] ten laste van klager beslag gelegd onder de ABN-AMRO bank.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij:

  1. nimmer een ingebrekestelling heeft ontvangen;
  2. niet op de hoogte is gesteld van het uit handen geven van de vordering en de mogelijk daarmee gepaard gaande kosten;
  3. de aan hem gerichte correspondentie niet aan het juiste adres is toegezonden;
  4. de dagvaarding niet ter hand gesteld heeft gekregen, deze niet per aangetekende post is verzonden en is betekend aan een adres alwaar klager niet meer woonachtig was;
  5. de uitspraak van de kantonrechter niet toegezonden heeft gekregen en hij dus geen bezwaar kon aantekenen tegen de uitspraak;
  6. geen aankondiging van een beslag heeft gekregen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft samengevat aangevoerd dat het feit dat klager geen ingebrekestelling van de eisende partij zou hebben ontvangen, hem niet kan worden verweten.

Het dossier was eerst in behandeling bij gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] en de aan klager gerichte correspondentie is verzonden naar het adres waar klager op het moment van verzending stond ingeschreven. De gerechtsdeurwaarder verwijst naar de door hem overgelegde stukken. In opdracht van een andere gerechtsdeurwaarder is vervolgens de dagvaarding aan klager betekend. Achteraf is gebleken dat dit niet het juiste adres was. In de gerechtsdeurwaardersbranche is het echter usance dat de gerechtsdeurwaarder die het exploot opstelt, in deze het kantoor [     ], de adrescontrole uitvoert alvorens een dagvaarding ter betekening aan een collega toe te zenden. Bovendien is zijn kantoor dit uitdrukkelijk met de opdrachtgever overeengekomen zodat hij erop mocht vertrouwen dat die controle was uitgevoerd.

Gezien de hiervoor geschetste werkwijze heeft hij niet nogmaals een verificatie gedaan, hoewel de gerechtsdeurwaarder die de dagvaarding betekent formeel verantwoordelijk blijft voor een juiste betekening. Het is niet gebruikelijk dat een verstekvonnis per post wordt toegezonden. Omdat uit de ontvangst van het geldbedrag van klager is geconcludeerd dat klager de dagvaarding had ontvangen, is het vonnis -wel op het juiste adres- aan hem betekend. Klager is toen gewezen op de mogelijkheid van verzet tegen het vonnis. Klager heeft die mogelijkheid onbenut gelaten. Dat geen aankondiging wordt gedaan van een bankbeslag mag duidelijk zijn. Het nut en doel van een dergelijke actie zou door een vooraankondiging nutteloos zijn, aldus de gerechtsdeurwaarder.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet als beklaagde worden aangemerkt.

4.2 In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat als beklaagde dient te worden aangemerkt de gerechtsdeurwaarder die de gewraakte handeling heeft verricht. Dit zou betekenen dat de kandidaat-gerechtsdeurwaarder die de dagvaarding heeft betekend mede als beklaagde zou moeten worden aangemerkt. In dit geval raakt de gewraakte handeling het op kantoor vigerende beleid betreffende de verificatie van adresgegevens, de in de gerechtsdeurwaardersbranche gebruikte usance en de in dit geval met het andere gerechtsdeurwaarderskantoor gemaakte afspraken op dit punt.

4.3 Op grond daarvan wordt door de Kamer in dit specifieke geval als beklaagde aangemerkt de gerechtsdeurwaarder die (mede) verantwoording voor dat beleid draagt en in wiens naam de aan hem toegevoegde kandidaat de ambtshandelingen verricht. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.4 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.5 Ten aanzien van de eerste drie onderdelen van de klacht geldt dat het dossier tot op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding in behandeling was van het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] te [     ] . Uit de stukken blijkt dat de brieven door dat kantoor naar klager zijn verzonden. Klager kan het de gerechtsdeurwaarder dan ook niet verwijten dat hij geen brieven heeft ontvangen of niet op de hoogte is gesteld van het uit handen geven van de vordering. Deze klachtonderdelen dienen daarom ongegrond te worden verklaard.

4.6 Bij de beoordeling van klachtonderdeel 4 geldt als uitgangspunt dat volgens vaste rechtspraak van de Kamer controle op die gegevens standaard onderdeel van de procedure dient te zijn bij betekening van in elk geval de dagvaarding. Betekening aan het juiste adres vormt gelet op de gevolgen immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Het is daarom van groot belang dat ambtshandelingen worden verricht op basis van recente gegevens. Als afnemer in de zin van de Wet op de Gemeentelijke Basis Administratie met een publieke taak heeft een gerechtsdeurwaarder, voor dat doel, bovendien directe toegang tot deze administratie, zodat voldoening aan die plicht ook praktisch niet bezwaarlijk is. De gerechtsdeurwaarder kan bij het betekenen van een ambtelijk stuk niet zonder meer afgaan op aanwijzingen van zijn opdrachtgever. Evenmin mag hij afgaan op oude adresgegevens die niet opnieuw zijn gecheckt. Bij twijfel dient in elk geval de juistheid van een adres te worden geverifieerd.

4.7 De in de beroepsgroep bestaande usance ontslaat de gerechtsdeurwaarder niet van zijn eigen verantwoordelijkheid voor de verificatie van adresgegevens. De gerechtsdeurwaarder die het exploot heeft betekend is immers formeel verantwoordelijk voor de controle op de wettelijke vereisten en een juiste wijze van betekening. De tussen de gerechtsdeurwaarders gemaakte afspraak kan niet aan klager worden tegengeworpen. Klachtonderdeel 4 is derhalve terecht voorgesteld.

4.8 Dat klager het vonnis niet is toegezonden, kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten. De gerechtsdeurwaarder heeft op dat punt terecht gesteld dat het niet gebruikelijk is dat een verstekvonnis van de kantonrechter na ontvangst aan de schuldenaar wordt toegezonden. Althans het is niet tuchtrechtelijk laakbaar dat dit niet is gedaan.

Gedaagden raken hiervan op de hoogte als het vonnis aan hen wordt betekend. Op dat moment kunnen zij in verzet gaan tegen het vonnis. In dit geval is het vonnis aan klager betekend aan het juiste adres. Dit klachtonderdeel treft dan ook geen doel.

4.9 De klacht met betrekking tot de aankondiging van een beslag treft al daarom geen doel omdat in het exploot van betekening wordt aangezegd dat als niet aan het bevel tot betaling wordt voldaan tot tenuitvoerlegging zal worden overgegaan onder meer door alle andere middelen en wegen van executie. Dit is te beschouwen als een vooraankondiging van een beslag. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder terecht aangevoerd dat het van te voren aankondigen van het leggen van beslag het doel daarvan zou ondergraven.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. Gelet op de vaste rechtspraak van de Kamer is er aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht dat de dagvaarding op een onjuist adres is betekend gegrond

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op

-        verklaar de overige klachtonderdelen ongegrond.

Aldus gegeven door mrs. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, G.H.I.J. Hage en

N.J.M. Tijhuis, plaatsvervangend-leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.