ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0039 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.67
ECLI: | ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0039 |
---|---|
Datum uitspraak: | 14-10-2008 |
Datum publicatie: | 27-01-2009 |
Zaaknummer(s): | 2008.67 |
Onderwerp: | Incassotraject |
Beslissingen: | Een berisping |
Inhoudsindicatie: | Onvoldoende uitvoering geven aan opdracht. |
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Beschikking van 14 oktober 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 67.2008 van:
[ ],
gevestigd te [ ],
klaagster,
gemachtigde: [ ],
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
Verloop van de procedure
Bij brief met bijlagen ingekomen op 11 februari 2008 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.
Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 3 april 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 september 2008 alwaar namens klaagster de gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.
Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 14 oktober 2008.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.
a) Eind januari 2007 heeft klaagster een vordering op twee leden inzake achterstallige onderhoudsbijdragen aan de gerechtsdeurwaarder ter incasso in handen gegeven. Deze opdracht is bevestigd op 31 januari 2007. Daarin is vermeld dat klaagster van het verloop van de zaak op de hoogte zou worden gehouden en dat de verzochte maatregelen per omgaande zouden aanvangen.
b) Klaagster heeft daarna twee maanden niets vernomen van de gerechtsdeurwaarder.
c) Op 28 maart 2007 heeft de gemachtigde gebeld. De vaste dossierbehandelaar was ziek. Er bleken twee aanmaningen te zijn verstuurd waarop niet was gereageerd door de debiteuren. Op verzoek van de vervanger van de dossierbehandelaar heeft klager op 3 april 2007 (opnieuw) een specificatie van de vordering toegestuurd en een toelichting gegeven op de vordering in verband met de uit te brengen dagvaarding. Klager heeft verzocht spoedig tot dagvaarden over te gaan.
d) Op 16 april 2007 heeft klager geïnformeerd naar de dagvaarding. Daarbij is voor het eerst door de gerechtsdeurwaarder gevraagd om een voorschot voor de te volgen procedure.
e) Bij brief van 17 april 2007 is dit verzoek door de gerechtsdeurwaarder schriftelijk bevestigd.
f) Bij e-mail van 18 april 2007 heeft klager verzocht hem mee te delen wanneer er gedagvaard zou worden.
g) Omdat deze e-mail niet is beantwoord heeft klager op 7 mei 2007 gebeld. De medewerker waarmee hij uiteindelijk is doorverbonden heeft toegezegd dat die week zou worden gedagvaard.
h) In de week van 17 mei 2007 heeft de dossierbehandelaar gebeld. Zij deelde mee dat nog niet kon worden gedagvaard omdat klaagster niet was ingeschreven in het handelsregister dan wel omdat zij de juiste naam van klaagster nog niet wist. De gemachtigde heeft daarop een kopie van de splitsingsakte opgestuurd.
i) Omdat de gemachtigde in de week van 30 mei 2007 nog niets had gehoord heeft hij die dag per e-mail geklaagd en verzocht hem te informeren over de voortgang van de zaak.
j) Deze e-mail is niet beantwoord. Klager heeft daarom op 4 juni 2007 gebeld en kreeg te horen van een medewerker dat er op 23 mei 2007 was gedagvaard.
k) Op 13 juni 2007 ontving de gemachtigde schriftelijke bericht omtrent het verloop van de procedure en op 15 juni 2007 is naar aanleiding van de uitspraak gemeld dat terstond tot de executie zou worden overgegaan.
l) Op 8 augustus 2007 heeft de gemachtigde gesproken met de dossierbehandelaar over een eventuele betalingsregeling, waarvoor de gemachtigde niet veel voelde. Hij heeft daarover een brief geschreven. Naar aanleiding hiervan heeft een medewerker van de gerechtsdeurwaarder op 13 augustus 2007 gevraagd nog tot 10 september 2007 geduld te hebben met de beantwoording daarvan omdat de dossierbehandelaar op vakantie was. Tevens werd gevraagd naar de betalingen van de afgelopen maanden.
m) Op 28 augustus 2007 heeft een medewerker gemaild dat tot loonbeslag zou worden overgegaan zodat de gemachtigde er zeker van kon zijn dat maandelijks een bedrag zou worden voldaan.
n) Hierna heeft de gemachtigde niets vernomen. Daarom heeft hij op 19 en 26 oktober 2007 gebeld en gemaild en op 1 november 2007 opnieuw.
o) Op 2 november 2007 heeft een andere medewerker gemaild dat beslaglegging niet zinvol bleek en dat de debiteur op 9 oktober 2007 een nieuwe hypotheek had afgesloten.
p) Op 7 en 23 november 2007 heeft de gemachtigde geklaagd over de gang van zaken.
q) Bij brief van 22 november 2007 heeft de adviseur van de gerechtsdeurwaarder geantwoord dat beslaglegging niet zinvol was omdat er al beslag van de belastingdienst lag. Toegegeven is dat de minnelijke behandeling van de zaak wat te lang heeft geduurd. Er had een maand eerder gedagvaard moeten worden. Het vonnis van 13 juni 2007 is op 26 juni 2007 betekend. De debiteuren vroegen vervolgens om een regeling. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop een formulier toegestuurd. Toen nader bericht uitbleef is begin augustus 2007 geprobeerd contact te leggen met de debiteuren. Daarna is er weer overleg geweest over een regeling maar tot een concrete afspraak is het niet gekomen. Eind augustus 2007 is geïnformeerd naar beslagmogelijkheden en is er beslag gelegd op het appartementsrecht en de garage. Vervolgens is geïnformeerd naar de inkomstenbron van de partner van de debiteur en zou beslag roerende zaken gelegd worden eind november 2007 aldus de adviseur van de gerechtsdeurwaarder.
r) Omdat op een aantal klachten niet was ingegaan heeft de gemachtigde bij brief van 28 november 2007 daar nogmaals om gevraagd.
s) Op 3 december 2007 is geantwoord dat concrete ontwikkelingen zouden worden gemeld.
t) Hierna heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder niets meer vernomen.
2. De klacht
Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat, dat deze de opdracht niet voortvarend heeft behandeld en haar van het verloop van de zaak niet goed op de hoogte heeft gehouden. Volgens klaagster lijdt zij schade als gevolg van het nalatig handelen van de gerechtsdeurwaarder.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Het opstellen en het uitbrengen van de dagvaarding had in een straffer tempo moeten plaatsvinden. De dossierbehandelaar is in maart en april 2007 veelvuldig door ziekte afwezig geweest. Op 11 juli 2007 is een formulier ten behoeve van een regeling toegestuurd. De debiteuren hebben deze niet binnen de gestelde termijn van vijf dagen geretourneerd maar pas op 8 augustus 2007. Het aflossingsvoorstel dat toen is gedaan is door de gemachtigde van klaagster niet geaccepteerd. Vanaf eind augustus is daarom onderzoek naar verhaalsmogelijkheden gedaan. Dit onderzoek is vertraagd buiten schuld van de gerechtsdeurwaarder. Wellicht kan het beslag roerende zaken nog worden gelegd en kan het beslag onroerende zaken nog worden vervolgd. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder hier nog aan toegevoegd dat als gevolg van dit laatste beslag inmiddels wel een bedrag is geïncasseerd.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Gelet op de onder de feiten omschreven gang van zaken en de ter zitting door partijen gegeven toelichting, acht de Kamer de klacht gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft zijn opdracht niet goed uitgevoerd. De gerechtsdeurwaarder heeft de kritiek van klaagster op de gebrekkige informatieverschaffing onvoldoende weerlegd. Ook is de opdracht niet voortvarend uitgevoerd, zowel gelet op het tempo van handelen als gelet op de gekozen executiemaatregelen. De Kamer ziet niet in waarom niet eerder tot de beslaglegging op de garagebox dan wel op het appartementsrecht is overgegaan. De gerechtsdeurwaarder heeft de Kamer ook in dit opzicht niet ervan overtuigd dat er adequaat is gehandeld.
4.2 Gelet op de ernst van de verweten gedragingen is er reden de hierna te noemen maatregel op te leggen.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.
Aldus gegeven door mr. R.G. Kemmers, plaatsvervangend-voorzitter en mr. G.H.I.J. Hage en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.