ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0036 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.188verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0036
Datum uitspraak: 14-10-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.188verzet
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: In rekening brengen regelingskosten. De gerechtsdeurwaarder is de enige professional die incassobevoegdheid kan vermengen met ambtelijke macht. Omdat hij dit kan, moet hij kritisch tegenover zijn eigen doen en laten staan. Verleent de gerechtsdeurwaarder tussenkomst dan doet hij dat in het belang van zijn cliënt en dient hij zijn vergoeding terzake in te calculeren bij de met de opdrachtgever gemaakte afspraken. In het onderhavige geval is de gerechtsdeurwaarder belast met het incasseren van achterstallige huur. In dat kader past het niet een debiteur afzonderlijk te belasten met tarieven waarvoor in het kader van de tenuitvoerlegging van een titel al geen wettelijke grondslag bestaat. De redenering van de gerechtsdeurwaarder dat aan het afspreken van een regeling nu eenmaal meer administratieve handelingen verbonden zijn waardoor hij genoodzaak en gerechtigd is daarover kosten in rekening te brengen is niet juist. De hoogte van de in rekening gebrachte of te brengen regelingskosten is subjectief bepaald en niet aan rechterlijke toetsing onderhevig geweest en ook ontbreekt een wettelijk kader.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 14 oktober 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 188.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 8 april 2008 (zaaknummer 50.2008) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 14 april 2008 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 22 april 2008 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 september 2008 alwaar klaagster vergezeld door haar partner [     ] zijn verschenen.

De gerechtsdeurwaarder is, hoewel bij brief van 29 april 2008 deugdelijk opgeroepen, niet verschenen. Hij heeft bij e-mail van 9 september 2008 laten weten dat hij de oproep niet ontvangen heeft en daardoor niet in staat is te verschijnen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 14 oktober 2008.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

2.1 De gerechtsdeurwaarder heeft belangrijke stukken bewust niet meegestuurd bij zijn verweerschrift. Dit getuigt niet van respect voor de Kamer.

2.2 De gerechtsdeurwaarder heeft administratie- of regelingskosten van € 5,00 over elke aflossingstermijn van € 50,00 in rekening gebracht. Ten onrechte heeft de voorzitter aan dit klachtonderdeel geen aandacht besteed.

2.3 Deze regelingkosten zijn in rekening gebracht vanwege de afspraak de aflossingen zo snel mogelijk door te betalen aan haar verhuurder. De gerechtsdeurwaarder heeft zich niet aan deze afspraak gehouden. Nog steeds zijn niet alle afgeloste bedragen doorbetaald.

Klaagster verzoekt haar schadevergoeding toe te kennen voor het door de gerechtsdeurwaarder veroorzaakte leed.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1 Wegens het ontbreken van een weerwoord van de gerechtsdeurwaarder moet als vast- staand worden aangenomen dat deze doelbewust zijn brieven aan klaagster d.d. 1 december 2006 en 1 maart 2007 niet in het geding heeft willen brengen. Klaagster heeft deze stukken alsnog overgelegd bij haar verzetschrift. Uit deze stukken blijkt dat de gerechtsdeurwaarder gedurende enige tijd regelingskosten aan klaagster in rekening heeft gebracht.

4.2 Bij dit laatste neemt de Kamer het volgende tot uitgangspunt.

Bij de inwerkingtreding van de Gerechtsdeurwaarderswet op 15 juli 2001 zijn met behoud van waarborgen van de schuldenaar de prijsafspraken tussen een opdrachtgever en een gerechtsdeurwaarder vrijgelaten. De grondslag daarvoor was gelegen in vergroting van het concurrentiemechanisme, waarbij aan de gerechtsdeurwaarder ruimte werd geboden om tot gedifferentieerde op de individuele opdrachtgever toegesneden prijsafspraken te komen. Op grond daarvan zijn de gerechtsdeurwaarder en de opdrachtgever volledig vrij iedere prijsafspraak te maken die hun goeddunkt. Voor de op de schuldenaar te verhalen kosten gelden vaste, bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen kosten. Deze kosten zijn vastgelegd in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders.

4.3 In zijn ambt ontvangt de gerechtsdeurwaarder nimmer betaling van de schuldenaar. Als hij ambtelijk int, dan int hij van de derde onder wie hij beslag heeft gelegd of van de koper ter veiling. Het betreft hier betalingen van derden die de executieopbrengst vormen.

Ontvangt hij betaling van de debiteur, dan doet hij dit steeds in zijn hoedanigheid van incasso-

gemachtigde van de schuldeiser. De debiteur komt dan na, een handelen dat geen overheids-tussenkomst vereist. Ook anderen, advocaten bijvoorbeeld, kunnen incassogemachtigde zijn. De gerechtsdeurwaarder is de enige professional die incassobevoegdheid kan vermengen met ambtelijke macht. Omdat hij dit kan, moet hij kritisch tegenover zijn eigen doen en laten staan. Ambtshalve is hij niet gehouden als intermediair bij een betalingsregeling op te treden. Als de schuldenaar alsnog wil nakomen, zij het in termijnen, kan hij een verzoek richten tot de gerechtsdeurwaarder die dit verzoek aan zijn opdrachtgever dient voor te leggen.

Verleent de gerechtsdeurwaarder wel tussenkomst dan doet hij dat in het belang van zijn cliënt en dient hij zijn vergoeding terzake in te calculeren bij de met de opdrachtgever gemaakte afspraken. Als er een vordering wegens de aan regeling verbonden kosten kan bestaan, kan slechts de cliënt van de gerechtsdeurwaarder die hebben. Ook slechts hem zou een eventuele rechtsvordering ter zake toekomen.

4.4 In het onderhavige geval is de gerechtsdeurwaarder belast met het incasseren van achterstallige huur. In dat kader past het niet een debiteur afzonderlijk te belasten met tarieven waarvoor in het kader van de tenuitvoerlegging van een titel al geen wettelijke grondslag bestaat. De redenering van de gerechtsdeurwaarder dat aan het afspreken van een regeling nu eenmaal meer administratieve handelingen verbonden zijn waardoor hij genoodzaak en gerechtigd is daarover kosten in rekening te brengen is niet juist. De hoogte van de in rekening gebrachte of te brengen regelingskosten is subjectief bepaald en niet aan rechterlijke toetsing onderhevig geweest en ook ontbreekt een wettelijk kader.

4.5 Op grond van het voorgaande is de Kamer van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door aan de debiteur regelingskosten in rekening te brengen waarvan de verschuldigdheid en de omvang niet zijn bepaald in de titel die hij heeft geëxecuteerd. Evenmin is hij op grond van enige wettelijke bepaling bevoegd om deze kosten in het kader van de executie bij de schuldenaar in rekening te brengen. Indien de gerechtsdeurwaarder van oordeel is dat hij extra kosten heeft gemaakt wegens werkzaamheden indien een regeling getroffen is, waarvoor de bij het vonnis toegewezen vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten zijns inziens kennelijk niet voldoende is, dan staat het hem vrij daarvoor bij zijn opdrachtgever een vergoeding te bedingen.

4.6  Hetgeen klaagster aan het derde onderdeel van haar vezet ten grondslag heeft gelegd is niet gebleken.

 4.7 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding, zo daartoe al aanleiding zou zijn.

5. Het verzet is gegrond. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd en de klacht dient alsnog gedeeltelijk gegrond te worden verklaard. Voor zover de klacht gegrond is verklaard leidt deze tot ernstige verwijten aan de gerechtsdeurwaarder. Er is daarom reden de hierna te noemen maatregel op te leggen.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;   

-        verklaart de klacht gegrond voor zover het de regelingskosten betreft en overigens ongegrond;

-        legt voor het gegronde gedeelte van de klacht de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. R.G. Kemmers, plaatsvervangend-voorzitter en mr. G.H.I.J. Hage en mr. A.C.J.J.M. Seuren, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.