ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0033 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.112

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0033
Datum uitspraak: 28-10-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.112
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping met aanzegging
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarders handelen door het niet beantwoorden van brieven, het niet terugbellen en het nalaten actie te ondernemen in een lopend dossier in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 28 oktober 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 112.2008 van:

[ ],

wonende te [ ],

klaagster,

tegen:

[ ], [ ] en [ ],

gerechtsdeurwaarders te [ ]Groningen,

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 12 maart 2008 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brieven van 13 maart en 27 mei 2008 heeft de secretaris van de Kamer de gerechtsdeurwaarders verzocht te reageren op klacht. Dat hebben zij niet gedaan.

De zaak is daarom behandeld ter openbare terechtzitting van 16 september 2008 alwaar klaagster is verschenen.

De gerechtsdeurwaarders zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 28 oktober 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a) De gerechtsdeurwaarders zijn belast met een beslaglegging op het loon van de ex-echtgenoot van klaagster ten behoeve van de betaling van de alimentatie voor de kinderen van klaagster. In januari 2003 is het loonbeslag gelegd voor het bedrag van € 105,00 per maand.

b) In september 2006 heeft de werkgever van de ex-echtgenoot van klaagster eenzijdig het bedrag van de alimentatie verlaagd naar € 60,00 per maand.

c) Klaagster heeft na overleg met gerechtsdeurwaarder [ ] op dat moment geen actie laten ondernemen, omdat de alimentatie van € 60,00 rechtstreeks aan de dochter werd betaald.

d) Omdat vanaf september 2007 geen alimentatie meer aan de dochter wordt betaald heeft klaagster diverse malen contact met de gerechtsdeurwaarders opgenomen; bij brief van 11 september 2007 en telefonisch met de heren [ ] en [ ]. Klaagster wilde dat het loonbeslag weer € 105,00 per maand opbrengt en dat dit bedrag weer maandelijks op haar rekening wordt gestort. Ondanks diverse toezeggingen is er niets gebeurd.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat, dat zij hun beloften niet nakomen. Diverse keren is haar toegezegd dat zij zou worden teruggebeld, hetgeen dan vervolgens niet gebeurde. Ook zijn toezeggingen dat een brief zou worden gestuurd aan de werkgever van de ex-echtgenoot om het beslag te verhogen niet nagekomen.

3. Het verweer

De gerechtsdeurwaarders hebben geen verweer gevoerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Wegens het ontbreken van een weerwoord van de gerechtsdeurwaarders moet als vaststaand worden aangenomen dat de gerechtsdeurwaarders als eerst beslagleggende gerechtsdeurwaarders in strijd met artikel 478 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering niet het gehele bedrag waarvoor beslag is gelegd hebben geïncasseerd en afgedragen. Ook hadden zij moeten ingrijpen toen de derde beslagene eigenhandig het afgedragen bedrag verlaagde. Nadat klaagster om herstel van de oude afdracht had gevraagd zijn zij evenmin tot actie overgegaan. De gerechtsdeurwaarders handelen door het niet beantwoorden van brieven, het niet terugbellen en het nalaten actie te ondernemen in een lopend dossier in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt.

4.3 De klacht is derhalve gegrond. Dit leidt tot ernstige verwijten aan de gerechtsdeurwaarders. Er is daarom aanleiding de hierna te noemen maatregel op te leggen.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op met aanzegging dat, indien andermaal door hen een van de in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet bedoelde handelingen of verzuimen worden gepleegd, een geldboete, een schorsing of ontzetting uit het ambt zal worden overwogen.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter en mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 oktober 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.