ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0028 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.221

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0028
Datum uitspraak: 25-11-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.221
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslagvrije voet.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 25 november 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 221.2008 van:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief van 20 mei 2008 heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 4 juni 2008 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 11 juni 2008 heeft klaagster twee brieven overgelegd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2008. Partijen zijn verschenen. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 25 november 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Het (kantoor van de) gerechtsdeurwaarders is belast met de executie van een ten laste van de schoonmoeder van klaagster gewezen arrest.

b)      In januari 2008 hebben de gerechtsdeurwaarders beslagen gelegd ten laste van de schoonmoeder van klaagster waarbij een beslagvrije voet is vastgesteld.

c)      De beslagvrije voet is na door klaagster bij brief van 17 april 2008 verstrekte gegevens door de gerechtsdeurwaarders aangepast.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders ondanks herhaalde verzoeken, zowel schriftelijk, telefonisch, als per email geen antwoord te geven op haar vragen en verzoeken.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben aangevoerd dat zij belast zijn met de executie van een ten laste van de schoonmoeder van klaagster gewezen arrest. De gerechtsdeurwaarders hebben daarbij de opdracht gekregen alle mogelijke executiemaatregelen aan te wenden ten einde tot betaling van de vordering van circa € 150.000,00 te komen. Op grond daarvan hebben zij meerdere beslagen gelegd. De gerechtsdeurwaarders weerspreken dat de correspondentie niet wordt beantwoord. Op schriftelijke correspondentie (één brief) is meteen gereageerd. Bij telefonische verzoeken, sinds januari driemaal, werd klaagster meteen te woord gestaan en werden haar vragen beantwoord. Ook de e-mails van klaagster zijn beantwoord, tenminste voor zover die zijn binnengekomen. Eerst in april 2008 werden er namens de schoonmoeder van klaagster financiële gegevens verstrekt waardoor de beslagvrije voet kon worden aangepast.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan niet als beklaagde worden aangemerkt. De aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarders worden aangemerkt als beklaagden. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarders tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. Dat geval doet zich hier niet voor. Van gerechtsdeurwaarders mag worden verwacht dat zij brieven met betrekking tot een bij hen in behandeling zijnd dossier binnen een redelijke termijn beantwoorden. (Kamer 29 maart 2005 zaaknummer 194.2004). Niet gebleken is dat dit niet is gebeurd. Klaagster heeft ter zitting toegegeven dat zij uiteindelijk wel antwoorden op haar vragen heeft gekregen. Het gaat haar erom dat de gerechtsdeurwaarders onvoldoende rekening hebben willen houden met de moeilijke financiële omstandigheden van haar schoonmoeder. De gerechtsdeurwaarders hebben dus telkens, afgezien van een enkele brief van klaagster, wel inhoudelijk gereageerd, al was dat wellicht niet steeds de door klaagster gewenste reactie.

4.3 De Kamer acht de klacht dan ook ongegrond.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter en mr. G.H.I.J. Hage en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.