ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0023 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.296

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0023
Datum uitspraak: 16-12-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.296
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Geen controle uitgevoerd op adresgegvens voor het uitbrengen van de dagvaarding.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 16 december 2008 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 296.2008 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlage ingekomen op 4 juli 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 14 juli 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 4 november 2008 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 16 december 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

 

a)      Een aan de gerechtsdeurwaarder toegevoegde kandidaat-gerechtsdeurwaarder heeft een dagvaarding aan klager betekend.

b)      De dagvaarding is op een verkeerd adres betekend en klager is bij verstek veroordeeld.

c)      Voordat het vonnis aan klager is betekend heeft de gerechtsdeurwaarder opnieuw een adresverificatie gedaan waaruit hem is gebleken dat de dagvaarding aan een verkeerd adres was betekend.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort gezegd dat deze de dagvaarding op zijn oude adres heeft uitgebracht. Hierdoor heeft klager geen verweer kunnen voeren bij de rechter en is hij bij verstek veroordeeld. Klager is sinds februari 2008 verhuisd. Toen hij hierover navraag wilde doen, heeft een medewerker van de gerechtsdeurwaarder hem brutaal en grof te woord gestaan.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de dagvaarding aan een verkeerd adres is betekend. Dit bleek pas nadat er vonnis was gewezen en wederom een adresverificatie werd gedaan alvorens het vonnis te betekenen. Klager is erop gewezen dat als hij inhoudelijk verweer tegen de vordering wenste te voeren hij in verzet diende te gaan. Die procedure is aan klager uitgelegd en hem is geadviseerd dat een en ander via een advocaat geregeld kon worden. Klager heeft aangegeven dat de handelingen die hij moest verrichten om in verzet te gaan hem duidelijk waren. De gerechtsdeurwaarder ontkent met klem dat het gesprek niet correct, onbehoorlijk of anderszins is verlopen. Mede het feit dat hij op korte termijn reageert, geeft aan dat zijn kantoor service-minded is. De schriftelijk en telefonisch aan klager gegeven adviezen waren ook correct.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. In het verweerschrift heeft gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde zodat de klacht wordt geacht tegen hem te zijn gericht. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Bij de beoordeling van de klacht geldt als uitgangspunt dat controle op adresgegevens standaard onderdeel van de procedure dient te zijn in elk geval bij de betekening van de dagvaarding. Betekening aan het juiste adres vormt gelet op de gevolgen immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Het is van groot belang dat ambtshandelingen worden verricht op basis van recente gegevens. Als afnemer in de zin van de Wet op de Gemeentelijke Basis Administratie met een publieke taak heeft een gerechtsdeurwaarder, voor dat doel, bovendien directe toegang tot deze administratie, zodat voldoening aan die plicht ook niet praktisch bezwaarlijk is. De gerechtsdeurwaarder kan bij het betekenen van een ambtelijk stuk niet zonder meer afgaan op aanwijzingen van zijn opdrachtgever. Evenmin mag hij afgaan op oude adresgegevens die niet opnieuw zijn gecheckt. Bij twijfel dient in elk geval de juistheid van een adres te worden geverifieerd.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer is uit de stukken in elk geval vast komen te staan dat de dagvaarding aan een verkeerd adres is betekend. De gerechtsdeurwaarder heeft dit ook erkend. Dat de gerechtsdeurwaarder dat eerst is gebleken nadat hij wederom een adresverificatie heeft gedaan voordat het vonnis werd betekend doet hieraan niet af.

Dat klager al dan niet nog in verzet kon gaan tegen het vonnis evenmin. Niet kan worden vastgesteld of vlak voor het uitbrengen van de dagvaarding een adresverificatie is verricht zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is gedaan. De klacht dat er op een verkeerd adres is gedagvaard dient dan ook gegrond te worden verklaard.

4.4 De gerechtsdeurwaarder heeft betwist dat klager brutaal en grof te woord is gestaan. Klager heeft ook niet nader onderbouwd wat hij als brutaal en grof heeft vervaren. Daarom kan niet worden vastgesteld of van klachtwaardig handelen sprake is geweest. Dit klachtonderdeel dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. Naar het oordeel van de Kamer is er aanleiding voor het gegrond te verklaren deel van de klacht tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder voor het betekenen van de dagvaarding aan een verkeerd adres de maatregel van berisping op;

-        verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen en N.J.M. Tijhuis leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december

2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.