ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.156

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014
Datum uitspraak: 28-10-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.156
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Wegens het ontbreken van een weerwoord van de gerechtsdeurwaarder moet als vaststaand worden aangenomen dat hij klager voor niets heeft laten wachten, omdat hij niet heeft gemeld dat het beslag roerende zaken niet doorging. De gerechtsdeurwaarder heeft daardoor niet zorgvuldig gehandeld. Eveneens staat daardoor vast dat klager de schuld waarvoor de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag heeft gelegd reeds had voldaan. Tot slot staat vast dat de gerechtsdeurwaarder brieven van klager niet heeft beantwoord.  

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 28 oktober 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 156.2008 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 2 april 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 9 april 2008 heeft de secretaris van de Kamer de gerechtsdeurwaarder verzocht te reageren op klacht. De gerechtsdeurwaarder heeft dat niet gedaan.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 september 2008 alwaar klager is verschenen.

De gerechtdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 28 oktober 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft aangekondigd dat hij op 16 januari 2008 in de woning van klager beslag roerende zaken zou leggen. Klager is daarvoor thuisgebleven, nadat hem telefonisch de beslaglegging was bevestigd.

b)      De gerechtsdeurwaarder is zonder bericht niet verschenen.

c)      Op 28 maart 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager executoriaal derdenbeslag gelegd op diens bankrekening. Dit beslag heeft geen doel getroffen wegens saldotekort. De bank heeft klager daarvoor voor een bedrag van € 178,50 gecrediteerd.

2. De klacht

2.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij voor niets is thuisgebleven om zijn medewerking te verlenen aan het beslag roerende zaken. De kosten hiervan zijn € 177,03.

2.2 De gerechtsdeurwaarder heeft beslag gelegd op zijn bankrekening, terwijl hij de schuld al rechtstreeks had voldaan aan de Kamer van Koophandel. De gerechtsdeurwaarder was daarvan op de hoogte. De kosten van deze onterechte beslaglegging heeft de gerechtsdeurwaarder niet vergoed.

2.3 De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op zijn brieven d.d. 17 januari en 2 april 2008 waarbij hij de gerechtsdeurwaarder aansprakelijk heeft gesteld voor de schade.

3. Het verweer

De gerechtsdeurwaarder heeft geen verweer gevoerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Wegens het ontbreken van een weerwoord van de gerechtsdeurwaarder moet als vaststaand worden aangenomen dat hij klager voor niets heeft laten wachten, omdat hij niet heeft gemeld dat het beslag roerende zaken niet doorging. De gerechtsdeurwaarder heeft daardoor niet zorgvuldig gehandeld.

4.2 Eveneens staat daardoor vast dat klager de schuld waarvoor de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag heeft gelegd reeds had voldaan. Daardoor was deze beslaglegging onrechtmatig.

4.3 Tot slot staat vast dat de gerechtsdeurwaarder brieven van klager niet heeft beantwoord.

4.4 De klacht is gegrond. De Kamer ziet vanwege de ernst van de verweten gedragingen aanleiding de hierna te noemen maatregel op te leggen.

4.5 De onderhavige procedure leent zich niet voor de toekenning van schadevergoeding, zo daartoe al aanleiding zou zijn.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart de klacht gegrond;

-          legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter en mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 oktober 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.