ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0013 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.123

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0013
Datum uitspraak: 28-10-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.123
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Betekenen vonnis terwijl de termijn waarbinnen de vordering kon worden voldaan nog niet was verstreken.

 

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 28 oktober 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 123.2008 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 19 maart 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij aangehechte brief ingekomen op 29 april 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 september 2008 alwaar de gerechtsdeurwaarder en de gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 28 oktober 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Tegen klager is op 9 januari 2008 een vonnis gewezen. De gerechtsdeurwaarder heeft klager bij brief van 4 maart 2008 aangeschreven en heeft hem daarbij in de gelegenheid gesteld om binnen een week het verschuldigde te voldoen. Klager heeft daarna het gehele verschuldigde bedrag betaald, dat door de gerechtsdeurwaarder op 10 maart 2008 is ontvangen.

b)      Op 11 maart 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend door achterlating in de gesloten envelop, nadat hij eenmaal had aangebeld en klager niet had aangetroffen. Toen klager de deur opende reed de gerechtsdeurwaarder net weg met zijn auto.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat:

1)      deze de betekening van te voren niet (telefonisch) heeft aangekondigd en niet heeft gecontroleerd of klager wel thuis zou zijn;

2)      deze niet op de juiste wijze heeft betekend door onvoldoende de tijd te nemen bij de betekening. Toen klager de deur opendeed reed de gerechtsdeurwaarder al weer weg;

3)      de voorwaarde om binnen een week te betalen niet gesteld mag worden omdat een debiteur geen invloed heeft op het tempo waarin een bank het geld overmaakt;

4)      er te vroeg is betekend aangezien de termijn van betaling nog niet was verstreken.

3. Het verweer

3.1 De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat hij zeer duidelijk heeft aangebeld. Hij hoorde de intercom overgaan en zag een signaal. Op grond daarvan mocht hij aannemen dat de bel zou werken. De deur werd echter niet opengemaakt. De gerechtsdeurwaarder heeft voorafgaand aan de betekening bij de woning van klager nog een kwartier gebeld met een collega en hij heeft al die tijd niemand gezien. Hij heeft de envelop daarom in de brievenbus gestopt. Het was volgens de gerechtsdeurwaarder zijn laatste exploot die dag en hij heeft de tijd genomen.

3.2 Aan klager is meegedeeld dat de betekening niet correct was en dat er geen kosten zouden worden berekend. Het was beter geweest als het exploot niet eerder dan op 13 maart 2008 betekend was, omdat in dat geval met zekerheid had kunnen worden vastgesteld of klager al dan niet had betaald.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is behoudens ten aanzien van het vierde onderdeel van de klacht geen sprake. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder bij de betekening in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. Hij heeft zich voldoende ervan vergewist of er iemand aanwezig was, alvorens hij heeft besloten het exploot achter te laten in de gesloten envelop.

4.3 Het vierde onderdeel van de klacht is gegrond, omdat er is betekend terwijl de betalingstermijn nog niet was verstreken en klager reeds had betaald.

4.4 De Kamer ziet geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel, omdat de gerechtsdeurwaarder excuses heeft gemaakt en er geen gevolgen zijn voor klager.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond;

-          ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter en mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 oktober 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.