ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0011 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.399

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0011
Datum uitspraak: 16-12-2008
Datum publicatie: 27-01-2009
Zaaknummer(s): 2008.399
Onderwerp: Financieel toezicht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet (tijdig) voldoen aan de wetteljke verplichting tot inleveren van de jaarstukken.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 16 december 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 399.2008 van:

B UREAU FINANCIEEL TOEZICHT,

gevestigd te Utrecht,

klager,

gemachtigde [     ],

tegen

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief van 22 augustus 2008 heeft het BFT een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 november 2008. Namens het BFT is verschenen de heer [     ]. De gerechtsdeurwaarder is in persoon verschenen.

Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder een schriftelijke verklaring betreffende de vertraagde indiening van de jaarstukken overgelegd.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 16 december 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Het BFT heeft de gerechtsdeurwaarder op 30 juli 2008 herinnerd aan zijn verplichting tot indiening van de jaarstukken over 2007.

b)      Tot op heden is de privévermogenopstelling nog niet ingeleverd.

c)      Het BFT heeft bij email van 1 december 2009 de kamer medegedeeld dat de vermogensopstelling van de gerechtsdeurwaarder door haar is ontvangen.

2. De klacht

Het BFT verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat, dat deze niet geheel heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot tijdige indiening van zijn jaarstukken over 2007. De beoordelings- of accountantsverklaring alsmede de privévermogenopstelling ontbreken.

Dat belemmert een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de gerechtsdeurwaarder. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder zich kan beroepen op overmacht en evenmin dat hij zich anderszins zou kunnen disculperen. 

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend wat hem wordt verweten. Hij heeft op gronden als in zijn schriftelijke verklaring vermeld samengevat aangevoerd dat de vertraagde inlevering van de stukken is veroorzaakt door een combinatie van zakelijke beslommeringen en ernstige gezondheidsproblemen van zijn partner.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde van artikel 31 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet is de gerechtsdeurwaarder –kort samengevat- verplicht de in artikel 17 lid 1 bedoelde stukken, binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar in te dienen bij het BFT. Aan deze verplichting heeft de gerechtsdeurwaarder niet geheel voldaan.

4.2 De kamer heeft begrip voor het feit dat klager door de gezondheidsproblemen van zijn partner zijn focus een aantal maanden heeft gericht op zijn thuissituatie. Dat ontslaat de gerechtsdeurwaarder, zoals hij zelf ook onderkent, echter niet van zijn verplichting tot indiening van de ontbrekende stukken. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting laten blijken te begrijpen dat het voor zijn rekening en risico komt dat hij de stukken niet tijdig bij het BFT heeft ingediend. De klacht is daarom gegrond.

4.2 In aanmerking genomen dat tegen de gerechtsdeurwaarder niet eerder een klacht als de onderhavige gegrond is bevonden en de ontbrekende stukken inmiddels zijn ingediend en door het BFT zijn ontvangen is er naar het oordeel van de kamer geen grond om tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders;

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. C.M. Berkhout en J.P.J.J. Timmermans, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.