ECLI:NL:TNOKROT:2007:YC0002 Kamer van toezicht Rotterdam 06-07

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2007:YC0002
Datum uitspraak: 21-06-2007
Datum publicatie: 01-04-2008
Zaaknummer(s): 06-07
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Negeren conservatoir beslag dat onder de notaris was gelegd. Gebrekkige communicatie met klaagster.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 06/07

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

[naam],

wonende te [plaats],

klaagster,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       klaagschrift d.d. 11 april 2007;

-       verweerschrift d.d. 4 mei 2007.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 24 mei 2007. Daarbij is alleen klaagster, bijgestaan door haar vader, mr. [naam], verschenen. Klaagster heeft haar standpunt tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

De Kamer gaat uit van de navolgende feiten:

2.1

Op 1 mei 2006 heeft de notaris een akte van levering gepasseerd met betrekking tot het pand [adres] te [plaats] (hierna: de woning). De woning werd verkocht door klaagster en haar voormalige partner, de heer [naam] (hierna: de man). Klaagster was voor 50% gerechtigd tot de verkoopopbrengst.

2.2

Bij brief d.d. 26 april 2006 heeft de notaris de volmacht tot verkoop van de woning en een afschrift van de nota van afrekening aan klaagster gestuurd. De brief was gericht aan het adres [adres] te [plaats], waar klaagster sinds 14 april 2006 woonachtig was.

  2.3

Op 28 april 2006 is op verzoek van de man conservatoir beslag gelegd onder de notaris op alle voor zodanig beslag vatbare gelden etc. welke de notaris onder zich had of zou verkrijgen van klaagster, zulks ter verzekering en teneinde betaling te verkrijgen van een bedrag groot €45.000,-- op welk bedrag de vordering van de man, ten laste van klaagster, voorlopig was begroot.

2.4

Op 8 mei 2006 is de volledige netto verkoopopbrengst ad €64.168,04 door de notaris op het privérekeningnummer van de man bijgeschreven.

2.5

De man heeft klaagster bij dagvaarding uitgebracht op 12 mei 2006 gedagvaard tot betaling van een bedrag ad €7.946,--. Op 15 mei 2006 is de notaris voormelde dagvaarding overbetekend.

2.6

Bij tussenvonnis d.d. 25 oktober 2006 beslist de rechtbank Rotterdam dat klaagster en de man dienen te verschijnen op 17 januari 2007 voor de rechter teneinde een schikking te beproeven en tot het geven van inlichtingen.

2.7

Op 29 december 2006 is de helft van de netto verkoopopbrengst ad €32.084,02 door de man op de privérekening van klaagster bijgeschreven. De rechtbank had toen nog niet beslist over het door de man onder de notaris gelegde conservatoir beslag.

2.8

Bij brief d.d. 9 januari 2007, per fax verzonden vanaf haar werk, vraagt klaagster de notaris om inlichting omtrent de gang van zaken rondom de verkoop van de woning. Klaagster verzoekt de notaris om te reageren op acht door haar geformuleerde vragen.

2.9

Bij brief d.d. 11 januari 2007 heeft de notaris summier gereageerd op de brief van klaagster d.d. 9 januari 2007.

2.10

Per fax d.d. 15 januari 2007, verzonden vanaf haar werk, heeft klaagster gereageerd op de brief van de notaris d.d. 11 januari 2007 en heeft zij haar verzoek om te reageren op de acht door haar geformuleerde vragen herhaald.

2.11

Per fax d.d. 16 januari 2007, verzonden naar het nummer waar vandaan klaagster haar brieven heeft verstuurd, heeft de notaris geantwoord op de vragen van klaagster. De antwoorden zijn met de hand onder aan klaagsters brief d.d. 15 januari 2007 opgeschreven.

3. De klacht

3.1

Klaagster stelt dat zij, voorafgaand aan het passeren van de leveringakte, slechts één keer correspondentie van de notaris heeft ontvangen, te weten de onder 2.2 genoemde stukken. Klaagster heeft de volmacht per omgaande aan de notaris teruggestuurd, en heeft hierop haar privé rekeningnummer vermeld.

3.2

Klaagster verwijt de notaris dat hij de volledige netto verkoopopbrengst heeft overgemaakt naar het privé rekeningnummer van de man, terwijl er onder de notaris door de man conservatoir beslag was gelegd en de rechtbank zich hierover nog niet had uitgelaten en klaagster de notaris een ander rekeningnummer heeft verstrekt.

3.3

Voorts verwijt klaagster de notaris dat hij tekort is geschoten in de communicatie met klaagster. Pas nadat klaagster de notaris had gerappelleerd heeft hij, zeer summier, antwoord gegeven op de door klaagster geformuleerde vragen. Voorts heeft de notaris dit antwoord zonder voorblad naar een voor de notaris onbekend faxnummer gestuurd. Hierdoor heeft klaagster de reactie van de notaris, bij toeval, pas na een aantal dagen onder ogen gekregen.

4. Standpunt van de notaris

4.1

De notaris stelt dat hij op 10 april 2006 een inlichtingenformulier aan partijen heeft gestuurd en dat hij dit ingevuld heeft terugontvangen. Op het formulier was het privé rekeningnummer van de man vermeld. Voor de notaris was echter uit niets op te maken dat het een privé rekeningnummer betrof en hij ging er dan ook van uit dat het een gezamenlijke rekening betrof.

4.2

Kort voorafgaand aan het passeren van de leveringsakte heeft de notaris de volmacht van klaagster ontvangen. Het is de notaris ontgaan dat er op de volmacht een ander rekeningnummer stond vermeld.

4.3

De notaris stelt dat hij in de veronderstelling verkeerde dat er geen onenigheid bestond tussen klaagster en de man. Hij heeft derhalve geen acht geslagen op het beslag en de volledige netto verkoopopbrengst op 8 mei 2006 overgemaakt.

4.4

De notaris stelt dat het hem verwonderd heeft dat klaagster zich eerst zeven maanden na uitbetaling van de netto verkoopopbrengst tot hem heeft gewend.

4.5

Tenslotte merkt de notaris op dat hij de gang van zaken betreurt en erkent hij, dat achteraf gezien, klaagster meer aandacht van de zijde van de notaris had moeten ontvangen.

5. De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wet op het notarisambt. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Vast staat dat de notaris wist dat er conservatoir beslag onder de notaris was gelegd. Bovendien behoorde de notaris hiervan op de hoogte te zijn. In een dergelijk geval moeten partijen erop kunnen vertrouwen dat de notaris de gelden, waarop beslag is gelegd, onder zich houdt totdat duidelijk is aan wie de gelden moeten worden uitbetaald. De Kamer acht het onbegrijpelijk dat, gelet op het conservatoir beslag, de notaris ervan uitging dat er geen onenigheid was tussen klaagster en de man en dat hij geen verdere aandacht heeft besteed aan het conservatoir beslag . Door de gelden uit te betalen aan de man heeft de notaris derhalve klachtwaardig gehandeld.

5.3

Voorts is de Kamer van oordeel dat de notaris onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld met betrekking tot de communicatie met klaagster, daar de notaris pas na een rappel van klaagster op zeer summiere wijze op de vragen van klaagster heeft geantwoord en dit antwoord zonder voorblad heeft gefaxt naar een voor de notaris onbekend faxnummer. Het had op de weg van de notaris gelegen om uitgebreider in te gaan op de vragen van klaagster en dit antwoord op deugdelijke wijze op te stellen en aan klaagster te zenden.

5.4

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de klacht op al haar onderdelen gegrond is. De Kamer is voorts van oordeel dat de klachtwaardige gedragingen van de notaris van dermate ernstige aard zijn, dat dit het op leggen van de maatregel van waarschuwing rechtvaardigt.

6. De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht gegrond met oplegging van de maatregel van waarschuwing;

Deze beslissing is gegeven op 24 mei 2007 door mrs. A.F.L. Geerdes, A.G. Scheele-Mülder, R. van der Galiën, W.F.O. Stricker en H.M. Kolster in tegenwoordigheid van de secretaris, W. Blokland.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 21 juni 2007.

De secretaris,                                                      De plaatsvervangend voorzitter,

W. Blokland                                                       A.F.L. Geerdes

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.