ECLI:NL:TNOKROT:2007:YC0001 Kamer van toezicht Rotterdam 26-07

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2007:YC0001
Datum uitspraak: 22-11-2007
Datum publicatie: 01-04-2008
Zaaknummer(s): 26-07
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Niet naleven van verplichtingen op grond van artikel 24, lid 4 Wna jo. artikel 112, lid 1 Wna om binnen vier maanden na afloop van een boekjaar, de jaarstukken over dat boekjaar bij het Bureau Financieel Toezicht in te dienen.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 26/07

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

Bureau Financieel Toezicht,

gevestigd te Utrecht,

klager,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       klaagschrift d.d. 26 juni 2007;

-       verweerschrift d.d. 27 juli 2007;

-       brief van de notaris aan klaagster d.d. 28 augustus 2007;

-       brief van klaagster d.d. 5 september 2007.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 18 oktober 2007. Daarbij zijn zowel klager, vertegenwoordigd door A.C.J. Snoeren RA als de notaris, verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

De Kamer gaat uit van de navolgende feiten:

2.1

Bij brief d.d. 25 mei 2007 heeft klager de notaris herinnerd aan zijn verplichting ingevolge artikel 24 lid 4 Wna jo. artikel 112, lid 1 Wna, om binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, dat wil zeggen vóór 1 mei 2007, de jaarstukken over het boekjaar 2006 bij klager in te dienen. Blijkens het klaagschrift moest de notaris op 26 juni 2007 nog indienen over 2006:

-      de privé-vermogensopstelling;

-      de inkomensopstelling.

2.2

Bij brief d.d. 28 augustus 2007 heeft de notaris de ontbrekende stukken aan klager toegezonden.

3. De klacht

3.1

Klager verwijt de notaris dat hij, ondanks een aan hem toegezonden herinnering niet volledig heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting tot het tijdig indienen van de jaarstukken over 2006 en dat de notaris hiermee het adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk heeft belemmerd. Aan klager is niet gebleken van omstandigheden die overmacht aan de zijde van de notaris opleveren of van redenen die hem anderszins zouden disculperen. Voorts heeft de notaris in voorafgaande jaren al eerder een rappelbrief van klager ontvangen met betrekking tot het indienen van de jaarstukken over de jaren 2004 en 2005.

4. Standpunt van de notaris

4.1

De notaris erkent dat hij de jaarstukken niet binnen de hiervoor gestelde termijn aan klager heeft gezonden. Door persoonlijke omstandigheden, heeft de financiële administratie enige achterstand opgelopen. De notaris betreurt dit en biedt klager hiervoor zijn excuses aan. Inmiddels heeft de financiële administratie weer de hoogste prioriteit en heeft de notaris de ontbrekende stukken ingediend.

5. De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Op grond van artikel 24, lid 4 Wna moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2007 op schrift gereed hebben. Op grond van artikel 112, lid 1 Wna is de notaris verplicht de hierboven vermelde stukken over het jaar 2005 bij klager in te dienen. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan Gebleken is voorts dat klager bij brief d.d. 25 mei 2007 tevergeefs heeft gerappelleerd. De notaris heeft op dit rappelschrijven niet gereageerd. Daarmee heeft de notaris in strijd met zijn wettelijke verplichting gehandeld. Hetgeen de notaris daarvoor heeft aangevoerd levert in de ogen van de Kamer geen verontschuldiging op.

5.3

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de klacht gegrond is. De Kamer acht het klachtwaardig handelen van de notaris echter niet dermate onzorgvuldig dat dit het opleggen van een maatregel rechtvaardigt.

6. De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel;

Deze beslissing is gegeven op door mrs. W. van Veen, A.G. Scheele-Mülder, R. van der Galiën, J.H.J. Preller en R.G.M. Gores in tegenwoordigheid van de secretaris, W. Blokland.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 22 november 2007.

De secretaris,                                                    De voorzitter,

W. Blokland                                                       W. van Veen

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.