ECLI:NL:TNOKROE:2007:YC0033 Kamer van toezicht Roermond KL 3/2007

ECLI: ECLI:NL:TNOKROE:2007:YC0033
Datum uitspraak: 10-10-2007
Datum publicatie: 21-07-2008
Zaaknummer(s): KL 3/2007
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   De kandidaat-notarissen hebben zich er voldoende van vergewist dat er wilsovereenstemming was voor een aandelenoverdracht tussen de daarbij betrokken partijen en zij hebben de klager over die overdracht voldoende voorlichting gegeven. Onder de gegeven omstandigheden was de tijd tussen de toezending van de concept-akte en het passeren van de akte niet te kort. De akte van aandelenoverdracht is gepasseerd op datum en tijdstip en in aanwezigheid van partijen zoals in die akte is vermeld, ondanks andersluidende stellingen van de klager. Een (kandidaat-)notaris is niet verplicht om op grond van zijn positie in het maatschappelijk verkeer en het vertrouwen dat hij daarin geniet, niet verplicht om afstand te doen van zijn recht op schadevergoeding wanneer hij door de rechtbank in een civiele procedure als getuige is gehoord.

                                     Kamer van toezicht over de notarissen

                                                  en kandidaat-notarissen

                                                            te Roermond

Nummer: KL 3/2007

                                                           BESLISSING

van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen

 te Roermond in de zaak van:

de heer X,

p/a mr. N.C.A. Elias-Boots,

postbus 766,

5700 AT Helmond

hierna te noemen de klager;

tegen:

notaris mr. de notaris, hierna te noemen de notaris,

kandidaat-notaris mr. kandidaat-notaris 1, hierna te noemen kandidaat-notaris 1,

beiden gevestigd te A,

kandidaat-notaris mr. kandidaat-notaris 2, hierna te noemen kandidaat-notaris 2,

gevestigd te L,

p/a mr. K.G.J. Boddaert,

postbus 505,

5900 AM Venlo.

De procedure

Het verloop van procedure blijkt uit:

-               de schriftelijke klacht van mevrouw mr. N.C.A. Elias-Boots namens de klager van 20 maart 2007 met bijlagen;

-               de schriftelijke reactie op die klacht van mr. K.G.J. Boddaert namens de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 van 19 april 2007 met bijlagen;

-               de brief van mevrouw N.C.A. Elias-Boots namens de klager van 25 mei 2007 met een bijlage;

-               de brief van mr. K.G.J. Boddaert namens de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 van 19 juni 2007 met een bijlage.

De kamer heeft de klacht op 29 augustus 2007 in het openbaar behandeld. Bij die behandeling zijn verschenen de klager, bijgestaan door N.C.A. Elias-Boots, advocaat te Helmond, en de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2, bijgestaan door mr. K.G.J. Boddaert, advocaat te Venlo. De kamer heeft de verschenen personen in elkaars tegenwoordigheid gehoord. De raadslieden hebben de standpunten van partijen mede aan de hand van een pleitnota naar voren gebracht.

                                                    De vaststaande feiten

De kamer gaat uit van de volgende, tussen partijen vaststaande feiten.

kandidaat-notaris 2 was in 2004 werkzaam op het notariskantoor van de notaris.

Op 13 september 2004 is tussen de klager en R.D. t.L. een mondelinge overeenkomst gesloten over de overdracht van een onderneming/twee shoarmazaken met de naam Pyramide.

Op 16 september 2004 heeft P. v. L., accountant van T.L. voornoemd, per e-mail aan K. M., werkzaam op het kantoor van de notaris, onder meer het volgende meegedeeld:

Geachte mevrouw M.,

Bijgaand de opstelling van de heer R.D. t. L.. Hij wil de aandelen van de Pyramide B.V. overdragen aan de heer V.d. B.

Op 5 oktober 2004 hebben de klager en R.D. t.L. op het kantoor van de notaris te Venlo een overeenkomst ondertekend, zoals die als bijlage 1 is gevoegd bij de schriftelijke klacht van 20 maart 2007 (verder aangeduid als het contract).

Het contract is opgesteld door R.D. t.L. aan de hand van een door notaris mr. L.Th.M. Spoormakers te Helmond eerder opgemaakte notariële akte van koop en levering van een onderneming, waarbij de verkopende partij een natuurlijk persoon was en de kopende partij de rechtspersoon Pyramide B.V..

Voorafgaand aan het verlijden van na te melden akte van aandelenoverdracht hebben de klager en R.D. T.L. op 5 oktober 2004 een gesprek gehad met kandidaat-notaris 2.

Op 5 oktober 2004 heeft kandidaat-notaris 1 als waarnemer van de notaris een akte van aandelenoverdracht verleden, waarbij R.D. t.L., in zijn hoedanigheid van zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pyramide B.V., gevestigd te Venlo, aan de klager de aandelen levert in het kapitaal van genoemde vennootschap. In de akte wordt verwezen naar de overeenkomst van verkoop en koop van 13 september 2004 tussen de klager en R.D. t.L..

Op 5 oktober 2004 heeft de klager een formulier van de kamer van koophandel “inschrijving functionaris voor een rechtspersoon” ondertekend, waarin de klager opgeeft bestuurder van Pyramide B.V. te zijn. De klager heeft toen ook het aandeelhoudersregister ondertekend en meegenomen.

Op 21 september 2006 en op 28 november 2006 is in de zaak van de klager als verzoeker en de notaris als verweerder voor de rechtbank Roermond een voorlopig getuigenverhoor gehouden. De rechtbank heeft de volgende getuigen onder eed of belofte gehoord: de klager, P.B.M. v. L. (belastingadviseur), kandidaat-notaris 1, R.D. t.L., kandidaat-notaris 2 en de notaris. De rechtbank heeft de getuigentaxen van de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 begroot op respectievelijk € 650,00, € 230,00 en € 1.535,00 en daarvan melding gemaakt in het proces-verbaal van voorlopig getuigenverhoor van 28 november 2006.

                                                 De inhoud van de klacht

De klacht houdt - zakelijk weergegeven - het volgende in.

1.

de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 hebben zich er onvoldoende van doen overtuigen dat de klager als koper wist welke rechten en in het bijzonder welke verplichtingen op hem overgingen door ondertekening van het contract. In dat kader is niet, althans onvoldoende geverifieerd of de klager werd bijgestaan door een adviseur.

Ten aanzien van de op een notaris rustende verplichting zich ervan te vergewissen dat de door hem geadviseerde betrokkenen bij de rechtshandeling voldoende bekend zijn met de omvang van de daaraan verbonden risico’s, zijn de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 in gebreke gebleven. Niet gebleken is dat zij daarbij ontheven waren van de verplichting dóór te vragen, te waarschuwen en zich eventueel te onthouden van de dienstverlening bij de door een partij aangereikte uitgangspunten als geformuleerd in de onderhandse akte. Klager is ten aanzien van de inhoud van de onderhandse akte niet gewezen op de rechten en verplichtingen die op hem overgingen en welke risico’s daaraan verbonden waren. Juist om deugdelijke informatie verstrekt te krijgen hebben partijen zich tot een notaris gewend. Op het notariskantoor is de onderhandse akte doorgenomen, maar niet de notariële akte. Ook de huurconstructie zoals genoemd in het contract had aan de orde moeten komen.

2.

Ten onrechte is overgegaan tot het passeren van een akte tot aandelenoverdracht. Er lag geen geldige titel aan deze overdracht ten grondslag: wilsovereenstemming was niet aanwezig c.q. is onvoldoende gecontroleerd.

De akte tot aandelenoverdracht is op het notariskantoor niet besproken. Ook uit de verklaring van T.L. in het voorlopig getuigenverhoor blijkt dat er op het notariskantoor weinig tot niets inhoudelijk is besproken. Klager heeft zich tot het notariskantoor gewend ter formalisering van de onderhandse koopovereenkomst, die een activa/passiva-transactie betrof, maar geen titel geeft tot aandelenoverdracht. kandidaat-notaris 2 en kandidaat-notaris 1 hebben niet de nodige zorgvuldigheid betracht, die van hen verwacht mag worden bij het opstellen en passeren van de akte, te meer nu de klager niet werd bijgestaan door een adviseur. Uit de discrepantie tussen de inhoud van de onderhandse akte en de notariële akte kan worden afgeleid dat de wilsovereenstemming van de comparanten om tot een aandelenoverdracht te komen, heeft ontbroken. Klager betwist een e-mail met een concept van de akte van aandelenoverdracht ontvangen te hebben. Ook al zou hij het concept van die akte wel hebben ontvangen, dan is verzending daarvan daags voor het passeren van de akte niet overeenkomstig de vereiste zorgvuldigheid van een notaris.

3.

De notariële akte betreffende de aandelenoverdracht is niet in het bijzijn van de comparanten door kandidaat-notaris kandidaat-notaris 1 verleden.

In het kader van het voorlopig getuigenverhoor hebben klager en T.L. verklaard dat de afspraak bij de notaris voor het passeren van de akte, heeft plaatsgevonden in de ochtend. De akte is door kandidaat-notaris 1 ondertekend om veertien uur en twintig minuten. De akte is niet ’s ochtends in het bijzijn van comparanten ondertekend, maar later in de middag, dus buiten aanwezigheid van de comparanten.

4.

de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 hebben ten onrechte verzocht tot vergoeding van buitensporig hoge taxe in het kader van het voorlopig getuigenverhoor.

Gelet op de positie van notarissen in het maatschappelijk verkeer en op het vertrouwen dat zij daarin genieten is de aanspraak op een taxe onbetamelijk, althans zijn de verzochte taxen buiten alle proporties.

      Het standpunt van de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2

De notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 hebben zich tegen de klacht als volgt verweerd.

1.

Het kantoor van de notaris kreeg op 16 september 2004 de opdracht om de overdracht te verzorgen van de aandelen die door R.D. t.L. werden gehouden in Pyramide B.V. en door T.L. aan de klager waren verkocht. de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 hebben zich ervan vergewist dat het, conform de gegeven opdracht en op grond van een eerder gesloten koopovereenkomst, de bedoeling was dat aandelen overgedragen werden en dat partijen bedoeld hadden dat ook de door T.L. opgestelde onderhandse akte, hoewel formeel geheel anders geformuleerd, die strekking had. Dat de onderhandse akte voor partijen de bedoeling had om als titel voor aandelenoverdracht te dienen, blijkt ook uit het feit dat partijen in de notariële akte verklaren dat de (ver-)koop van aandelen vervat is in de onderhandse akte. In eerste instantie behoort het tot de taak van de notaris om zich ervan te vergewissen wat partijen met die (zelf opgestelde) onderhandse akte bedoeld hebben. Daarvan heeft het notariskantoor zich meer dan voldoende vergewist. Voor het passeren van de akte is een concept daarvan aan partijen gestuurd, er is een voorbespreking geweest door kandidaat-notaris 2 van ongeveer een half uur, waarbij de onderhandse akte en in detail de notariële akte besproken zijn, en kandidaat-notaris 1 heeft de inhoud van de notariële akte nog eens zakelijk besproken en een deel van de akte woordelijk voorgelezen. De akte is door beide partijen en kandidaat-notaris 1 getekend. Uit het voorlopig getuigenverhoor is gebleken dat klager in het kader van de beoogde aandelenoverdracht gesprekken heeft gevoerd met een accountant, die geacht kan worden kennis van zaken te hebben op het gebied van aandelenoverdracht. Van de notaris hoeft niet verwacht te worden dat hij onderzoek doet naar de rechten en verplichtingen uit hoofde van een huurovereenkomst.

2.

De enige reden waarom er een akte van aandelenoverdracht is gepasseerd, is dat het volstrekt duidelijk was dat partijen wilden dat de aandelen in Pyramide B.V. overgedragen zouden worden. De opdracht tot het passeren van de akte van aandelenoverdracht is op het notariskantoor binnengekomen via een e-mail van 16 september 2004 van de heer Van Lier, de accountant van T.L., waarin is vermeld dat T.L. de aandelen van Pyramide B.V. wil overdragen aan de heer Van den Berg. Een concept van de akte aandelenoverdracht, met daarboven vermeld “AANDELENOVERDRACHT” is op 4 oktober 2004 aan klager gezonden. In aanwezigheid van kandidaat-notaris 1, kandidaat-notaris 2 en T.L. is na het passeren van de akte van aandelenoverdracht het aandeelhoudersregister bijgewerkt en ondertekend door de klager. kandidaat-notaris 1 en de klager hebben met de ondertekening van een formulier aan de kamer van koophandel kenbaar gemaakt dat de klager de nieuwe en enige aandeelhouder (en bestuurder) van Pyramide B.V. is geworden. Klager heeft het aandeelhoudersregister meegenomen en de volgende dag werd hem het aangepaste uittreksel uit het handelsregister toegezonden, waarin te lezen is dat hij enig aandeelhouder van Pyramide B.V. was geworden. Daarover heeft klager helemaal geen opmerking gemaakt.

3.

De akte van aandelenoverdracht is in aanwezigheid van partijen door kandidaat-notaris 1 gepasseerd. Dit staat vermeld in de betreffende akte en dit wordt onder ede door zowel kandidaat-notaris 1 als kandidaat-notaris 2 in het voorlopig getuigenverhoor verklaard.

4.

Klager maakt niet duidelijk wat er onbetamelijk is aan een aanspraak op getuigentaxen. Waarom de positie van een (kandidaat-)notaris deze zou moeten noodzaken afstand te doen van een wettelijk recht, stelt klager niet. Het ontgaat de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 wat een vergoeding voor gemaakte kosten te maken heeft met het vertrouwen dat een notaris geniet. In overleg met de getuigen heeft de rechter-commissaris, die belast was met het voorlopig getuigenverhoor, de kosten begroot. De rechter-commissaris heeft aan klager en zijn advocaat gevraagd of zij bezwaar hadden tegen de hoogte van de taxen. Klager en zijn advocaat stemden uitdrukkelijk in met de hoogte van die taxen en er werd toegezegd dat die taxen betaald zouden worden door het kantoor van de advocaat.

                                             De beoordeling van de klacht

De klager heeft zijn klacht tegen de notaris voor wat betreft de onderdelen 1 t/m 3 niet met concrete feiten onderbouwd, zodat de klacht tegen de notaris reeds daarom ongegrond verklaard dient te worden. 

De standpunten van partijen zijn niet met elkaar in overeenstemming. Daarom zal de kamer zich bij haar beoordeling van de daarvoor in aanmerking komende klachtonderdelen ten aanzien van het bewijs baseren op de onder eed of belofte afgelegde getuigenverklaringen, zoals die voorkomen in de processen-verbaal van het voorlopig getuigenverhoor van 21 september 2006 en op 28 november 2006, waarvan de inhoud in deze tuchtprocedure niet dan wel onvoldoende gemotiveerd is betwist.

1.    en 2.

Deze klachtonderdelen lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.

de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 hebben deze klachtonderdelen gemotiveerd betwist.

V. L. heeft tijdens het voorlopig getuigenverhoor verklaard dat hij aanwezig is geweest bij een gesprek tussen de klager en T.L., waarin letterlijk is gezegd dat de besloten vennootschap van T.L. aan de klager zou worden overgedragen en waarin ook het woord aandelenoverdracht is gevallen. V. L. heeft verder verklaard dat hij namens T.L. een afspraak heeft gemaakt met de notaris en tegen deze heeft gezegd dat hij een klant had die aandelen wilde overdragen.

kandidaat-notaris 2 heeft tijdens het voorlopig getuigenverhoor verklaard dat hij van de accountant van T.L. (v . L., toevoeging kamer ) heeft gehoord dat de onderneming van T.L. via een aandelenoverdracht zou overgaan en dat de notaris uitsluitend is benaderd voor een aandelenoverdracht. Voor kandidaat-notaris 2 was het duidelijk dat het de bedoeling van partijen was om tot een aandelenoverdracht te komen. De akte van aandelenoverdracht is volgens kandidaat-notaris 2 op kantoor met de klager en T.L. in detail doorgenomen. Het verschil tussen een overdracht van activa en passiva en een aandelenoverdracht is zowel in het voortraject als bij het ondertekenen van de stukken besproken. Partijen hebben kandidaat-notaris 2 bevestigd dat een aandelenoverdracht de bedoeling was.

kandidaat-notaris 1 heeft verklaard dat hij de akte van aandelenoverdracht met de klager en T.L. heeft doorgenomen, waarbij duidelijk is gebleken dat het om een aandelenoverdracht ging, dat hij de klager en T.L. gevraagd heeft of het zo de bedoeling was en dat de klager en T.L. de akte hebben ondertekend.

Op grond van de hiervoor aangehaalde getuigenverklaringen is de kamer van oordeel dat er tussen de klager en T.L. wat betreft de aandelenoverdracht sprake is geweest van wilsovereenstemming en dat zowel kandidaat-notaris 2 als kandidaat-notaris 1 zich er voldoende van hebben vergewist dat de klager en T.L. een aandelenoverdracht op het oog hadden.

Steun aan het oordeel dat ook de klager een aandelenoverdracht beoogde, geven de volgende feiten en omstandigheden. De klager was zich - gezien zijn verklaring daarover in het voorlopig getuigenverhoor - bewust van het feit dat hij een notariële akte van aandelenoverdracht ondertekende. De klager heeft een formulier van de kamer van koophandel ondertekend, waarbij hij zich als bestuurder van Pyramide B.V. heeft laten inschrijven. Tevens heeft de klager het aandeelhoudersregister ondertekend en meegenomen. Een of enkele dagen na 5 oktober 2004 heeft de klager een uittreksel uit het handelsregister van de kamer van koophandel ontvangen, waaruit blijkt dat hij bestuurder en enig aandeelhouder van Pyramide B.V. is. Gesteld noch gebleken is dat de klager, die tijdens de mondelinge behandeling op de kamer geen onmondige indruk heeft gemaakt en daar heeft verklaard in de zakenwereld werkzaam te zijn (geweest), zowel in het voortraject, waarmee kennelijk bedoeld is de periode waarin kandidaat-notaris 2 aan de klager en T.L. voorlichting heeft verstrekt over de aard van de transactie, als tijdens het passeren van de notariële akte van aandelenoverdracht, bij de ondertekening van het hiervoor vermelde formulier, de ondertekening van het aandeelhoudersregister en de inontvangstneming daarvan bezwaar heeft gemaakt tegen de aandelenoverdracht. Evenmin is gesteld noch gebleken dat de klager bij de hiervoor genoemde momenten om nadere informatie of uitleg heeft gevraagd dan wel heeft aangegeven de transactie of daarmee samenhangende werkzaamheden niet te begrijpen of eerst nog overleg te willen met een (terzake deskundig) adviseur.

kandidaat-notaris 2 heeft als getuige verklaard dat de akte van aandelenoverdracht in detail is doorgenomen met de klager en T.L.. Als een akte in detail wordt doorgenomen dan kan het niet anders zijn dan dat de rechten en verplichtingen van de bij die akte betrokken partijen aan de orde zijn geweest. De klager geeft ook niet aan op welke rechten en verplichtingen hij niet is gewezen of welke andere noodzakelijke informatie aan hem is onthouden. Naar het oordeel van de kamer rust op de notaris niet de verplichting te verifiëren of een partij zich heeft laten adviseren. Het had op de weg van de klager gelegen om aan kandidaat-notaris 2 en/of kandidaat-notaris 1 mee te delen dat hij de aandelentransactie niet wilde, althans niet vooraleer hij zich daarover had laten adviseren.

kandidaat-notaris 2 heeft als getuige verklaard dat de huurovereenkomst, waarnaar in het contract wordt verwezen, tijdens de bespreking op kantoor kort aan de orde geweest. kandidaat-notaris 2 verklaart verder dat hij de klager en T.L. heeft gevraagd of zij wisten hoe de situatie met betrekking tot de huur in elkaar stak en beiden hebben gezegd dat zij daarmee bekend waren. Onder deze omstandigheid had kandidaat-notaris 2 niet meer nader hoeven in te gaan op de huurovereenkomst.

De notaris heeft verklaard dat hem uit onderzoek is gebleken dat de concept akte aan de klager en T.L. per e-mail is toegezonden. De daarbij gehanteerde termijn van een dag is volgens hem op zich niet gebruikelijk; normaliter wordt een periode gegeven om het concept te bestuderen. In dit geval wilden partijen echter snel verder handelen.

Uit de overgelegde e-mail van 4 oktober 2004 blijkt dat het concept van de akte van aandelenoverdracht aan de klager is verzonden en dat hij werd uitgenodigd voor het ondertekenen van de akte op 5 oktober 2004 om 13.30 uur. De klager heeft verklaard dat het op de e-mail van 4 oktober 2004 vermelde adres “sjaak919@hotmail.com” zijn e-mailadres is, maar dat hij dat e-mailbericht nooit heeft ontvangen. De afzender is volgens de klager in de geschiedenis van zijn hotmail ook niet te vinden; als bewijs daarvan wordt bijlage 5 bij de brief van 25 mei 2007 overgelegd. De juistheid van klagers stelling kan de kamer hieruit niet afleiden, zodat zij ervan uitgaat dat de klager het concept heeft ontvangen. Overigens heeft de klager over het niet ontvangen van het concept niet eerder geklaagd dan in het kader van de onderhavige tuchtprocedure. Het had op de weg van de klager gelegen om dat op 5 oktober 2004 vóór of bij het passeren van de akte van aandelenoverdracht te doen; gesteld noch gebleken is evenwel dat hij dit heeft gedaan.  

Volgens de niet betwiste getuigenverklaring van de notaris wilden partijen snel verder handelen. In het algemeen geldt dat een termijn van één dag tussen de ontvangst van het concept van een akte en het verlijden daarvan te kort is. Onder omstandigheden kan het gerechtvaardigd zijn om op zodanig korte termijn toch tot het passeren van een akte over te gaan. Dat brengt dan wel met zich mee dat op de notaris een verzwaring van zijn plicht rust om de nodige voorlichting te verschaffen aan partijen. Met het in detail doornemen van het concept van de akte van aandelenoverdracht door kandidaat-notaris 2 is naar het oordeel van de kamer aan die plicht voldaan. 

Deze onderdelen van de klacht acht de kamer ongegrond.

3.

De onderhavige akte van aandelenoverdracht vermeldt aan het slot: “De akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de comparanten ( de klager en R.D. t.L., toevoeging kamer ) en vervolgens door mij, notaris ( kandidaat-notaris 1, toevoeging kamer ), om veertien uur en twintig minuten.”

Genoemde akte is een authentieke akte, die tegen een ieder dwingend bewijs oplevert van hetgeen de instrumenterend notaris binnen de kring van zijn bevoegdheid over zijn waarnemingen en verrichtingen in de akte heeft verklaard. De verklaring van de notaris betreft dan het feit dat de klager en T.L. voor de notaris zijn verschenen alsmede de datum en het tijdstip waarop en de plaats waar, dat partijen verklaringen hebben afgelegd en dat zij de akte hebben ondertekend.

Dit betekent dat de verklaring van kandidaat-notaris 1 in die akte over de ondertekening en het tijdstip daarvan voor juist moet worden gehouden. De verklaring van kandidaat-notaris 2 tijdens het voorlopig getuigenverhoor dat voor de onderhavige aandelenoverdracht een afspraak was gemaakt om 13.30 uur, dat de klager wat later was dan het afgesproken tijdstip, dat hij met partijen eerst de akte en de koopovereenkomst heeft doorgenomen, dat vervolgens kandidaat-notaris 1 de akte nog kort heeft doorgenomen met partijen, waarna partijen en kandidaat-notaris 1 de akte hebben ondertekend, ondersteunt de verklaring van kandidaat-notaris 1 in de akte, althans wijst niet in de richting van de verklaring van de klager en T.L. dat zij de akte ’s ochtends hebben ondertekend. de notaris heeft als getuige verklaard dat hij op 5 oktober 2004 tot 13.00 uur in functie is geweest en dat kandidaat-notaris 1 ’s middags de waarneming had. Dit laatste is de kamer ambtshalve bekend. Als de akte van aandelenoverdracht inderdaad ’s ochtends zou zijn gepasseerd dan zou de notaris de instrumenterend notaris geweest moeten zijn en niet kandidaat-notaris 1. De overgelegde agenda van het notariskantoor van 5 oktober 2004 vermeldt ’s middags en niet ’s ochtends de afspraak over de aandelenoverdracht in Pyramide BV; deze agenda is door de klager onvoldoende gemotiveerd betwist. Ten slotte vermeldt ook de hiervoor genoemde e-mail het tijdstip van 13.30 uur voor het ondertekenen van de akte.

Op grond van het voorgaande is de kamer van oordeel dat de akte van aandelenoverdracht op 5 oktober 2004 om 14.20 uur en in aanwezigheid van partijen is ondertekend. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

4.

De klager heeft de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 in een voorlopig getuigenverhoor door de rechtbank Roermond laten horen. De wet kent getuigen een recht op schadeloosstelling toe. de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 hebben van dat recht gebruik gemaakt. Niet valt in te zien dat een (kandidaat-)notaris, daar waar hij wettelijk verplicht is voor de rechtbank te verschijnen en daarvoor kosten moet maken, van dat recht afstand moet doen op grond van zijn positie in het maatschappelijk verkeer en op grond van het vertrouwen dat hij daarin geniet. Dat zou anders kunnen zijn indien de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 rechtsmisbruik verweten zou kunnen worden, maar dat is gesteld noch gebleken. de notaris, kandidaat-notaris 1 en kandidaat-notaris 2 treft dan ook tuchtrechtelijk geen verwijt dat zij als getuigen aanspraak op schadeloosstelling hebben gemaakt. Dat geldt ook wat de hoogte van de getuigentaxen betreft. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de klager immers verklaard dat hij aanvankelijk wel een opmerking heeft gemaakt over de hoogte van de getuigentaxen, maar dat hij zich uiteindelijk heeft neergelegd bij de taxen zoals die door de rechter zijn begroot. Aldus is de klager akkoord gegaan met de hoogte van de getuigentaxen en kan hij daarover achteraf niet meer met succes klagen. Dit onderdeel van de klacht acht de kamer ongegrond.

                                                           De beslissing

De kamer:

verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. E.J.M. Boogaard-Derix, voorzitter, M.P.F. van Dooren, R.T.J.M. Hetterschijt, I.M.W. Boerhof en J.J.G.M. Kuijpers, bijgestaan door L.G.H. Cox, secretaris, en op 10 oktober 2007 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter in tegenwoordigheid van de secretaris.

De secretaris,         De voorzitter,

mr. L.G.H. Cox        mr. E.J.M. Boogaard-Derix