ECLI:NL:TNOKMAA:2007:YC0523 Kamer van toezicht Maastricht n 07-003

ECLI: ECLI:NL:TNOKMAA:2007:YC0523
Datum uitspraak: 23-10-2007
Datum publicatie: 28-04-2010
Zaaknummer(s): n 07-003
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: notaris onzorgvuldig bij afwikkeling nalatenschap

DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT MAASTRICHT

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen voormeld heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A,

wonende te K,

hierna te noemen: klaagster,

tegen:

B,

notaris te B,

hierna te noemen: de notaris.

1. Het verloop van de procedure

Bij schrijven van 22 december 2006, met bijlagen, heeft klaagster een klacht ingediend tegen de notaris. Bij schrijven van 13 februari 2007, met bijlagen, heeft de notaris op de klacht gereageerd.

Op 19 september 2007 heeft de kamer de klacht behandeld in aanwezigheid van klaagster en de notaris, bijgestaan door Q. Eveneens was aanwezig mevrouw L, moeder van klaagster.

Ter zitting heeft Q een notitie van bevindingen overgelegd die als hier ingelast dient te worden beschouwd.

Na afloop van de behandeling is partijen medegedeeld dat zij binnen vier weken de beslissing van de kamer tegemoet kunnen zien.

Na sluiting van de mondelinge behandeling is op 21 september 2007 een brief met bijlagen met betrekking tot de klacht van klaagster bij de kamer binnengekomen. De kamer heeft de brief met bijlagen terzijde gelegd en op de inhoud geen acht geslagen omdat de brief is binnengekomen nadat het processuele debat reeds gesloten was.

2. De vaststaande feiten

Op 15 augustus 2005 overleed mevrouw C. Bij testament van 3 november 2003 werd onder meer klaagster tot erfgename aangewezen en de notaris tot executeur-testamentair.

Op 26 september 2005 heeft een bespreking aangaande het testament plaatsgevonden tussen de notaris en de erfgenamen.

Op 24 oktober 2005 heeft klaagster telefonisch contact gehad met het notariskantoor.

Op 27 oktober 2005 heeft de notaris een brief aan klaagster gezonden.

Nadat klaagster vervolgens telefonisch op de brief van 27 oktober 2005 had gereageerd heeft de notaris op 2 november 2005 een brief aan klaagster gezonden.

Op 5 november 2005 is voor en namens de erven C een brief aan de notaris gestuurd.

Op 19 november 2005 heeft de heer L, de persoon die erflaatsters huis gelegen  te S zou leeghalen, voor de ontruiming gezorgd.

Op 29 november 2005 heeft de notaris een brief aan klaagster gezonden en op 20 december 2005 een urenverantwoording.

3. De inhoud van de klacht en de reactie van de notaris daarop

3.1 De klacht houdt - zakelijk weergegeven - in, dat de notaris de nalatenschap niet met de nodige zorgvuldigheid afgewikkeld heeft. Om dat te ondersteunen haalt klaagster in haar klaagschrift een aantal voorbeelden aan. Zo was er geen goed overleg met de erfgenamen tijdens de bespreking van de nalatenschap, werden de gemaakte afspraken niet door de notaris nagekomen en was de toon van de door de notaris gestuurde brieven allerminst aangenaam. De telefonische uitnodiging door de notaris om 29 september 2005, 3 dagen later, naar het kantoor te komen voor een bespreking over de nalatenschap was in klaagsters beleving een overvaltechniek door de notaris. Die bespreking was overigens begonnen zonder dat alle erfgenamen aanwezig waren. Verder werden klaagster en de overige erfgenamen pas op het einde van de bespreking geïnformeerd over het al dan niet aanvaarden van de nalatenschap; toen had iedereen al zijn auto vol met spullen van erflaatster en was er dus geen weg terug meer. Ook de afspraak dat de heer Harmsen de hond van erflaatster zou krijgen kwam de notaris niet na en de as van erflaatster is uitgestrooid zonder akkoordverklaring van de erfgenamen. Ook waren personalia niet juist, zijn enkele brieven niet correct verzonden en werden in de brief van 27 oktober 2005 bepaalde saldi niet of niet juist weergegeven.

3.2 De notaris heeft tegen de klacht gemotiveerd verweer gevoerd waartoe onder meer wordt verwezen naar zijn verweerschrift van 13 februari 2007 en hetgeen ter zitting is medegedeeld. Bedoeld verweer zal eveneens in de hierna volgende beoordeling aan de orde komen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Klaagster verwijt - zakelijk weergegeven - de notaris dat hij de nalatenschap niet met de nodige zorgvuldigheid afgewikkeld heeft. Volgens klaagster was er tijdens de bespreking geen goed overleg met de erfgenamen, werden de gemaakte afspraken niet door de notaris nagekomen en was de toon van de door de notaris gestuurde brieven allerminst aangenaam.

Wat betreft de telefonische uitnodiging voor een bespreking van de nalatenschap erkent de notaris dat de erfgenamen op 23 september 2005 en degenen die toen niet bereikbaar waren op 26 september 2005 gevraagd waren voor een informatief gesprek over de nalatenschap op 29 september 2005 om 11.00 uur. De kamer is van mening dat bedoelde datum van bespreking erg kort na de uitnodiging is gepland. Nu echter niet weersproken is dat alle erfgenamen akkoord zijn gegaan valt de notaris geen verwijt te maken.

Verder is voldoende aannemelijk dat de notaris tijdens die bespreking uitleg gegeven heeft over het al dan niet aanvaarden van de erfenis. Op welk moment deze kwestie tijdens de bespreking aan de orde gekomen is acht de kamer in dit kader minder relevant omdat de erfgenamen de nalatenschap blijkbaar al aanvaard hadden, hetgeen valt af te leiden uit het feit dat de erfgenamen reeds bezig waren de inboedel te verdelen en in bezit te nemen, of, zoals klaagster het in haar verweerschrift heeft verwoord: “Iedereen was al anderhalf uur door het huis aan het struinen en had op dat moment zijn auto al vol spullen.”

Met betrekking tot de opvang van de hond van erflaatster hadden de erfgenamen en de notaris afgesproken dat beide partijen naar een oplossing zouden zoeken. Dat de notaris de zaak direct afgehandeld had nadat hij als eerste een onderkomen voor de hond had gevonden waarbij geen kosten gemaakt zouden worden kan de notaris naar het oordeel van de kamer niet als verwijt tegengeworpen geworden. Onvoldoende aannemelijk is dat over het verblijf van de hond al op een eerder tijdstip afspraken gemaakt waren.

Ook de overige door klaagster naar voren gebrachte verwijten jegens de notaris acht de kamer niet van dien aard dat de notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap onzorgvuldig, dan wel anderszins in strijd met hetgeen een notaris betaamt, gehandeld heeft.

5. De beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Maastricht:

-          verklaart de klachten tegen de notaris ongegrond.

Aldus gegeven te Maastricht op 23 oktober 2007 door mr. R.C.A.M. Philippart, voorzitter,

mr. R.P.G. Houterman en mr. C.L.J.R. Douven, kroonleden,

mr. C.J. Leussink, notarislid, en mr. P.J.N.T. Zeestraten, plaatsvervangend notarislid,

en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.Chr.H.M. Geurts, secretaris. 

                                                                                                            Zijnde de voorzitter niet in staat

                                                                                                            mede te ondertekenen