ECLI:NL:TNOKMAA:2007:YC0521 Kamer van toezicht Maastricht N 06-98

ECLI: ECLI:NL:TNOKMAA:2007:YC0521
Datum uitspraak: 01-06-2007
Datum publicatie: 28-04-2010
Zaaknummer(s): N 06-98
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Ontvangsten niet tijdig gemeld aan MOT

DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET

ARRONDISSEMENT MAASTRICHT

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen voormeld heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

gevestigd te K,

gemachtigde: mr.Q

hierna te noemen: klager,

tegen 

MR.G

notaris te l,

hierna te noemen: de notaris.

1. Het verloop van de procedure

Bij schrijven van 23 november 2006 heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris.

Op 2 maart 2007 heeft de notaris schriftelijk gereageerd.

Op 8 mei 2007 heeft de kamer de klacht behandeld in aanwezigheid van klager en de notaris. Na afloop van de behandeling is partijen medegedeeld dat zij binnen vier weken de beslissing van de Kamer tegemoet kunnen zien.

2. De vaststaande feiten

Op 14 juni 2004 is door de notaris een bedrag van € 48.181 contant in ontvangst genomen.

Op 17 januari 2005 heeft de notaris een bedrag van € 31.674 contant in ontvangst genomen.

De notaris heeft deze contante ontvangsten niet gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.

3. Het standpunt van klager en de reactie van de notaris daarop

3.1 Klager verwijt de notaris dat hij de contante ontvangsten, € 48.181 op 14 juni 2004 en € 31.674 op 17 januari 2005, niet (tijdig) gemeld heeft bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Daartoe is de notaris verplicht op grond van artikel 9 van de wet Melding Ongebruikelijke Transacties (wet MOT). Die meldingsplicht geldt voor contante ontvangsten van meer dan € 15.000,--. Het betreft hier een van de objectieve indicatoren in de zin van de wet MOT; dan is geen enkele speelruimte meer.

3.2 De notaris heeft tegen de klacht gemotiveerd verweer gevoerd waartoe onder meer wordt verwezen naar het verweerschrift van 2 maart 2007 en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren gekomen is. De notaris realiseert zich dat hij de twee contante betalingen had moeten melden maar wil er wel met nadruk op wijzen dat de betalingen voor hem niet ongebruikelijk waren, in de zin dat de gelden een onduidelijke herkomst hadden. Noch was er enige aanleiding te veronderstellen dat de gelden voor enige onwettige praktijk werden aangewend.

4. De beoordeling van de klacht

Klager verwijt de notaris dat hij de contante ontvangsten, € 48.181 op 14 juni 2004 en € 31.674 op 17 januari 2005, niet (tijdig) gemeld heeft bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.

De Kamer overweegt dat op grond van artikel 9 lid 1 van de wet MOT eenieder die beroeps- of bedrijfsmatig een dienst verleent, verplicht is een daarbij verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie onverwijld te melden aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Gelet op de indicatorenlijst behorende bij de wet MOT (Staatscourant 25-08-2005, nr. 164) is voor de notaris melding van een transactie verplicht indien het een contante betaling betreft van € 15.000,-- of meer die aan of door tussenkomst van de notaris in contanten, met cheques of soortgelijke betaalmiddelen betaald wordt. De contante betalingen van de € 48.181 op 14 juni 2004 en € 31.674 op 17 januari 2005 had de notaris dan ook onverwijld en in ieder geval binnen 14 dagen nadat het ongebruikelijke karakter van de transactiewas vastgesteld, moeten melden bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Vast is komen te staan dat de notaris zulks niet gedaan heeft zodat de door het BFT hiertegen ingediende klacht gegrond is.

De kamer had van de notaris in deze kwestie meer zorgvuldigheid verwacht; bij een objectieve indicator is er immers geen ruimte voor de door de notaris gegeven interpretatie van het begrip “ongebruikelijk”. Echter gelet op het feit dat aan de notaris niet reeds eerder een maatregel is opgelegd voor het niet melden van dergelijke transacties, kan thans volstaan worden met oplegging van de maatregel van waarschuwing.

5. De beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Maastricht:

-          verklaart de klacht tegen de notaris gegrond

-          legt de notaris de maatregel van waarschuwing op.

Aldus gegeven te Maastricht op 1 juni 2007 door mr. J.J.P. Bergmans, plaatsvervangend voorzitter,

mr. J.H.M. Verjans, plaatsvervangend kroonlid en mr. C.L.J.R. Douven, kroonlid,

mr. C.J. Leussink, notarislid, en mr. P.J.N.T. Zeestraten, plaatsvervangend notarislid,

en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.Chr.H.M. Geurts, secretaris. 

m