ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0277 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.508

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0277
Datum uitspraak: 19-06-2007
Datum publicatie: 17-07-2009
Zaaknummer(s): 2006.508
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager stelt dat hij door twee gerechtsdeurwaarders voor dezelfde (onterechte) vordering is aangeschreven. Hij heeft zijn beklag gedaan bij [     ] en die heeft hem inmiddels medegedeeld een onderzoek te zullen starten en hem van de afloop daarvan op de hoogte te stellen. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders daarnaast onjuiste informatie te hebben verstrekt en  allerlei kosten te berekenen zonder onderliggende gegevens. De Kamer oordeelt dat de klacht ongegrond is.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 19 juni 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 508.2006 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

1.      [     ]

2.      [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

1. Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 1 november 2006 heeft klager een klacht ingediend tegen (onder meer het kantoor van) de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 4 december 2006 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 mei 2007, alwaar klager is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

Bij brief van 30 mei 2007 hebben de gerechtsdeurwaarders op verzoek van de Kamer aanvullende informatie gegeven.

De uitspraak is bepaald op 19 juni 2007.

Gronden van de beslissing

1.   De feiten

 Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Bij vonnis van 20 november 2001, gewezen door de kantonrechter te [     ], is klager veroordeeld tot betaling van in totaal een bedrag ad ƒ 450,17, welk vonnis op 6 december 2001 aan klager in persoon is betekend. Deze zaak is bij de gerechtsdeurwaarders in behandeling onder zaaknummer 200009500.

b)      Op 23 oktober 2006 hebben de gerechtsdeurwaarders een collega-gerechtsdeurwaarder in [     ] de opdracht gegeven tot executie van het vonnis van 20 november 2001 over te gaan.

c)      De gerechtsdeurwaarders hebben van [     ] Zorgverzekeraar de opdracht gekregen een vordering op klager te incasseren. De zaak staat bij de gerechtsdeurwaarders geregistreerd onder nummer 200686385.

d)      Bij brief van 25 oktober 2006 hebben gerechtsdeurwaarders klager in de zaak met nummer 200686385 gesommeerd tot betaling van het verschuldigde over te gaan.

2. De klacht

Klager stelt dat hij door twee gerechtsdeurwaarders voor dezelfde vordering is aangeschreven. De vordering is bovendien niet terecht. Hij heeft zijn beklag gedaan bij [     ] en die heeft hem inmiddels medegedeeld een onderzoek te zullen starten en hem van de afloop daarvan op de hoogte te stellen. Daarom is de vordering van de gerechtsdeurwaarders onterecht en onjuist. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders onjuiste informatie te hebben verstrekt en eist van beiden een geldboete. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders daarnaast allerlei kosten te berekenen zonder onderliggende gegevens. Hij acht de opgevoerde post proceskosten het meest schandalig omdat er geen proces is geweest

3 Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

3.1. De gerechtsdeurwaarders hebben aangevoerd dat het om twee verschillende vorderingen gaat die onder twee verschillende dossiernummers bij hen in behandeling zijn. In één van de vorderingen is een vonnis gewezen, dat aan klager is betekend en waarin in 2003 beslag is gelegd ten laste van klager onder de Gemeentelijke Sociale Dienst. Aangezien het op grond van het vonnis verschuldigde nog niet is voldaan, hebben zij het vonnis ter verdere executie in handen van een collega-gerechtsdeurwaarder gesteld. De andere vordering betreft een recente vordering van [     ] op klager, bij hen in behandeling onder nummer 200686385.

Zij hebben klager op 25 oktober 2006 tot betaling gesommeerd. [     ] heeft de gerechtsdeurwaarders op 21 november 2006 telefonisch verzocht die zaak voorlopig stil te leggen. Dit verzoek heeft uitsluitend betrekking op de vordering van oktober 2006 (dossiernummer 200686385). De executiekosten en proceskosten waaraan klager refereert hebben betrekking op het vonnis van 20 november 2001.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] (thans genaamd [     ]) kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Uit het verweer moet worden afgeleid dat de gerechtsdeurwaarders [     ] en [     ] zich verantwoordelijk achten voor de handelingen waarop de klacht betrekking heeft. Daarom worden zij aangemerkt als beklaagden, waarmee in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2  Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3 De gerechtsdeurwaarders hebben aangetoond dat het om twee verschillende zaken gaat.

In de eerste zaak is hun opgedragen een ten laste van klager gewezen vonnis verder te executeren. Aan die opdracht waren de gerechtsdeurwaarders op grond van de wet (de zogenaamde ministerieplicht als vermeld in artikel 11 van de Gerechtsdeurwaarderswet) verplicht te voldoen. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is hier niet gebleken.

4.2 De andere zaak betreft een vordering die aan de gerechtsdeurwaarders ter incasso in handen is gesteld. Bij brief van 30 mei 2007 hebben de gerechtsdeurwaarders daaromtrent medegedeeld dat het overdragen van vorderingen elektronisch geschiedt. De opdrachtgever ([     ]) maakt een elektronisch bestand aan welk bestand vervolgens door de gerechtsdeurwaarder wordt ingelezen. Een kopie van het aangeleverde bestand is door de gerechtsdeurwaarders overgelegd. Nadat de zaken zijn ingelezen, worden deze handmatig ingevoerd zodat voor iedere debiteur kan worden bekeken of deze al dan niet bekend is.

Als alles gecontroleerd is, worden de sommaties verzonden. In het onderhavige geval is de eerste sommatie aan klager verzonden op 25 oktober 2006. In dat schrijven is klager tevens medegedeeld dat eventuele bezwaren schriftelijk bekend moeten worden gemaakt. Dat heeft klager gedaan door [     ] aan te schrijven. [     ] heeft daarop besloten eerst onderzoek te doen en heeft de gerechtsdeurwaarders medegedeeld in afwachting van het onderzoek de zaak voorlopig stil te leggen. Zodra het onderzoek is afgerond zal [     ] klager daarvan op de hoogte stellen.

4.3 Naar het oordeel van de Kamer is ook hier van tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet gebleken. Indien na het onderzoek van [     ] nog verschil van mening blijft bestaan over de verschuldigdheid van de vordering is het de keuze van [     ] welke stappen eventueel verder tegen klager worden ondernomen.

6. Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. M.M. Beins en J. Smit, (plaatsvervangende) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.