ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0274 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.536

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0274
Datum uitspraak: 19-06-2007
Datum publicatie: 17-07-2009
Zaaknummer(s): 2006.536
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder onder meer dat deze in strijd met een gemaakte afspraak de geïncasseerde bedragen op eigen initiatief aan haar advocaat heeft overgemaakt in plaats van rechtstreeks aan haar en dat hij zonder toelichting en zonder overleg zijn kosten op de betalingen heeft ingehouden.De Kamer zet op een rij welke bedragen door wie, aan wie en waneer is betaald en verklaart de klacht ongegrond.  

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 19 juni 2007 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 536.2006 van:

[     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

gevestigd te [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 28 november 2006 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief van 27 december 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 8 mei 2007 alwaar klager, zijn gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

Bij brief van 9 mei 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder een nadere reactie gegeven.

Bij brief met bijlagen van 20 mei 2007 heeft klaagster gereageerd op de brief van de gerechtsdeurwaarder van 9 mei 2007.

Bij brief van 30 mei 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder een aan klaagster verzonden brief van 30 mei 2007 overgelegd.

De uitspraak is bepaald op 19 juni 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Sinds begin 2004 is de gerechtsdeurwaarder in opdracht van de advocaat van klaagster belast geweest met de inning van alimentatie op de voormalige echtgenoot van klaagster. Bij brief van 6 oktober 2004 heeft de advocaat van klaagster de gerechtsdeurwaarder verzocht de ontvangen bedragen voortaan rechtstreeks aan klaagster over te maken.

b)      Bij brief van 7 juni 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder de advocaat van klaagster onder meer geschreven: " In bovengenoemde zaak hebben wij uit uw fax d.d. 3 juni jl. opgemaakt dat de gelden aan u dienden te worden overgemaakt. Indien zulks incorrect is dan betreuren wij dat".

c)      Bij brief van 23 juni 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder de advocaat van klaagster een pro forma nota verzonden.

d)      Bij brief van 19 augustus 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder de advocaat van klaagster een specificatie van de door de debiteur bij zijn kantoor gedane betalingen gegeven.

e)      Bij brief van 14 oktober 2005 heeft de advocaat van klaagster de gerechtsdeurwaarder om commentaar gevraagd over vermeend te lage afdrachten over april en mei 2005. Volgens klaagster had zij nog recht op tenminste € 679,00 (na aftrek van de kosten).

f)        Bij brief van 14 november 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder de advocaat van klaagster zijn afrekening toegezonden.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder allereerst dat deze in strijd met een gemaakte afspraak de geïncasseerde bedragen op eigen initiatief aan haar advocaat heeft overgemaakt in plaats van rechtstreeks aan haar. Voorts verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat hij zonder toelichting en zonder overleg zijn kosten op de betalingen heeft ingehouden.

Tot slot verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat hij niet heeft gereageerd op de verzoeken van de advocaat van klaagster om uitleg te geven over betalingen en een bedrag van € 679,00 ten onrechte niet heeft overgemaakt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Zijn opdrachtgever was de advocaat van klaagster. De betalingen zijn daarom terecht aan hem verricht. Na het verzoek om de bedragen voortaan rechtstreeks aan klaagster over te maken, is daaraan gevolg gegeven. De afwikkelingskosten zijn gereserveerd en bij de slotafrekening in rekening gebracht. Het is de gerechtsdeurwaarder niet duidelijk wat klaagster bedoelt met het uitblijven van een overboeking van € 679,00.      

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk (kandidaat-) gerechtsdeurwaarder betaamt.

Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. Ter zitting heeft gerechtsdeurwaarder [     ] zich opgeworpen als beklaagde. Hij wordt door de Kamer als zodanig aangemerkt waarmee in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

Uit het door de gerechtsdeurwaarder bij brief van 19 augustus 2005 aan de advocaat van klaagster verzonden overzicht van ontvangen betalingen blijkt dat een totaalbedrag ad

€ 27.626,79 door de gerechtsdeurwaarder is ontvangen. Uit dat overzicht blijkt dat 10 betalingen per bank zijn gedaan door de werkgever van de ex echtgenoot van klaagster en 2 betalingen door de ex-echtgenoot van klaagster per kas. Door klaagster is blijkens de door haar zelf overgelegde bankafschriften een bedrag van in totaal € 26.650,00 ontvangen. Hierna wordt in een tabel weergegeven welke bedragen door wie, aan wie en wanneer zijn betaald en welke bedragen door wie, aan wie en wanneer zijn doorbetaald. De in de eerste drie kolommen vermelde gegevens zijn afgeleid uit de brief van 19 augustus 2005, de in de derde en de vierde kolom vermelde gegevens uit de brief van 30 mei 2007 en de in de laatste kolom vermelde gegevens zijn afkomstig van de door klaagster ter zitting overgelegde bankafschriften.

datum

door gdw ontvangen van

bedrag

door gdw aan

klaagster betaald 

op datum

datum ontvangst

door klaagster

25 maart 2004

bank werkgever

  2276,54

  2000,00

19 april 2004

27 april 2004

16 april 2004

bank werkgever

  2010,67

  1750,00

5 mei 2004

18 mei 2004

24 mei 2004

bank werkgever

  2010,67

  2000,00

2 juni 2004

7 juni 2004

23 juni 2004

bank werkgever

  2010,67

  2000,00

28 juni 2004

15 juli 2004

22 juli 2004

bank werkgever

  2010,67

  2000,00

3 aug. 2004

12 aug. 2004

23 aug. 2004

bank werkgever

  2010,67

  1250,00

9 sept. 2004

9 sept. 2004

    250,00

16 sept. 2004

22 sept.2004

23 sept. 2004

bank werkgever

  2010,67

  2000,00

4 okt. 2004

6 okt. 2004

21 okt. 2004

bank werkgever

  2010,67

  2400,00

26 okt. 2004

3 nov. 2004

23 nov. 2004

bank werkgever

  2010,67

  2000,00

7 dec. 2004

14 dec. 2004

17 dec. 2004

bank werkgever

  2010,67

  2000,00

3 jan. 2005

7 jan. 2005

  2000,00

5 jan. 2005

20 jan. 2005

    900,00

24 maart 2005

21 april 2005*

22 maart 2005

ex per kas

  2900,05

  1100,00

30 maart 2005

31 maart 2005

31 mei 2005

ex per kas

  4354,17

  3000,00

8 juni 2005

10 juni 2005*

Totaal

27626,74

26650,00

* van Kerckhoffs

4.3 Uit de tabel kan worden afgelezen dat door de gerechtsdeurwaarder op 5 mei 2005 een bedrag ad € 250,00 is ingehouden en op 9 september 2004 een bedrag ad € 750,00. Uit de tabel kan eveneens worden afgelezen dat beide bedragen naderhand weer aan klaagster zijn terugbetaald. Het bedrag ad € 250,00 op 16 september 2004 en van het bedrag ad € 750,00 heeft de gerechtsdeurwaarder op 26 oktober 2004 een bedrag ad € 400,00 terugbetaald. Het restant heeft de gerechtsdeurwaarder onder zich gehouden voor de door hem eventueel nog te maken kosten. In zijn brief van 7 juni 2005 aan de advocaat van klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder dat ook medegedeeld. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is naar het oordeel van de Kamer niet gebleken.

4.5 Dat er tweemaal een bedrag aan de advocaat van klaagster is overgemaakt berust op een misverstand. Tuchtrechtelijk laakbaar is dat niet. Dat er in de maanden januari en februari 2005 geen betalingen op de door de gerechtsdeurwaarder verstrekte specificatie staan vermeld volgt uit het feit dat er in die maanden geen betalingen van de ex-echtgenoot van klaagster zijn ontvangen.

4.6 Dat klaagster nog een bedrag ad € 679,00 diende te ontvangen, als in de brief van de advocaat van 14 oktober 2005 vermeld, berust op een verkeerde interpretatie van de ontvangen bedragen als uit de hiervoor vermelde tabel blijkt en is dus onjuist.

5. Uit het voorgaande volgt dat geen van de klachten doel treft, zodat wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. M.M. Beins en J. Smit, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:  

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.