ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0264 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.267

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0264
Datum uitspraak: 23-10-2007
Datum publicatie: 17-07-2009
Zaaknummer(s): 2007.267
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Verzet ongegrond.    

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 23 oktober 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 267.2007 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 15 mei 2007 (zaaknummer 128.2007) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 16 mei 2007 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 21 mei 2007 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 15 juni 2007 gereageerd.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 september 2007 alwaar klager is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 23 oktober 2007.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Er is inmiddels een zaak aanhangig gemaakt voor de gewone rechter in verband met de onjuiste executie van het vonnis.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1 De klacht moet geacht worden te zijn gericht tegen de gerechtsdeurwaarder. In de aanhef van deze beschikking is daarmee reeds rekening gehouden.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn eerdere verweer tegen de klacht. Volgens hem is er geen sprake van dat er door hem te veel is geïncasseerd. 

4.3 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven. Zoals de voorzitter reeds heeft overwogen, dienen geschillen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van een executoriale titel te worden voorgelegd aan te worden voorgelegd aan de bevoegde (executie)rechter. Klager heeft dit inmiddels zelf ook ingezien. 

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. R.G. Kemmers, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en  J.Smit (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 oktober 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.