ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0259 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.90

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0259
Datum uitspraak: 30-10-2007
Datum publicatie: 17-07-2009
Zaaknummer(s): 2007.90
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Fout bij het leggen van beslag.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 30 oktober 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer 90.2007 ingesteld door:

[     ]

gevestigd te [     ]

klagers,

gemachtigde: mr. [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 16 februari 2007 hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij brief van 21 maart 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 september 2007. Partijen hebben te kennen gegeven niet te zullen verschijnen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 30 oktober 2007.

1.      De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Op of omstreeks 5 februari 2007 heeft de opdrachtgeefster van de gerechtsdeurwaarder verzocht om conservatoir beslag ge mogen leggen ten laste van [     ] B.V. gevestigd te [     ]. Het verzoekschrift richtte zich mede tegen klagers maar jegens hen is geen verlof tot beslaglegging gevraagd. Het verlof tot beslaglegging ten laste van [     ] B.V. is verleend op 5 februari 2007

b)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 5 en 6 februari 2007 zowel ten laste van [     ] B.V. als ten laste van klagers beslagen gelegd onder ABN AMRO Bank N.V. en onder Postbank N.V.

c)      Op 12 februari 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder de beslagen ten laste van klagers opgeheven. Hierover heeft de gerechtsdeurwaarder klagers niet bericht. Eveneens op 12 februari 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder opnieuw ten laste van klagers beslag gelegd op basis van een inmiddels verleend verlof gegrond op een tweede verlofrekest.

2. De klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. Hij heeft een fout gemaakt, deze niet direct hersteld en hij heeft de beslagdebiteuren niet in kennis gesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft ook gehandeld in strijd met zijn onafhankelijkheid en derhalve in strijd met de artikelen 1 en 2 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. Ook is in strijd met artikel 5 van de Verordening gehandeld doordat de gerechtdeurwaarder de indruk heeft gewekt dat de eerste beslaglegging doel had getroffen.

3. Het verweer

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij een fout heeft gemaakt bij het lezen en interpreteren van het verzoekschrift met verlof. Daarbij is over het hoofd gezien dat het verlof slechts is verleend ten aanzien van één vennootschap. Hij is op 12 februari 2007 door zijn opdrachtgever erop gewezen dat er een fout was gemaakt. Tot dat moment was hij zich niet bewust van de fout. Hij heeft toen zo spoedig als mogelijk was de gelegde beslagen opgeheven. Het is niet juist dat daarmee bewust is gewacht tot opnieuw en wel rechtsgeldig beslag kon worden gelegd. Er geldt geen regel die voorschrijft de beslagdebiteuren op de hoogte te stellen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De Kamer is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel gegrond is. De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klagers beslag gelegd zonder ten aanzien van hen over een titel te beschikken. Dat is tuchtrechtelijk laakbaar en rechtvaardigt naar het oordeel van de Kamer dat na te melden maatregel wordt opgelegd.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat hij op dezelfde dag dat het hem duidelijk werd dat hij een fout had gemaakt, het beslag heeft opgeheven. Klagers hebben dit in hun brief van 5 september 2007 niet weersproken. Daardoor is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder heimelijk de onrechtmatige toestand in stand heeft gelaten, zoals klagers hebben gesteld. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft terecht aangevoerd dat hij niet verplicht was om bij de opheffing van het beslag de beslagdebiteuren daarvan op de hoogte te stellen. Dit onderdeel van de klacht is eveneens ongegrond.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond;

-        legt voor het gegronde deel van de klacht aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter en mr. H.C. Hoogeveen en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.