ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0224 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.367

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0224
Datum uitspraak: 24-04-2007
Datum publicatie: 20-03-2009
Zaaknummer(s): 2006.367
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze zijn privacy heeft geschonden door het in zijn zaak gewezen vonnis over te leggen in de andere procedure zonder de aanduiding van zijn persoon in dat vonnis te anonimiseren. De Kamer oordeel dat de gerechtsdeurwaarder een redelijk belang had bij overlegging van het vonnis zonder dit te anonimiseren.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 24 april 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer van 367.2006 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief van 14 augustus 2006 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij aangehechte brief van 1 september 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 maart 2007.

Klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

De uitspraak is bepaald op 24 april 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      In een procedure tussen klager en een recreatiecentrum is de gerechtsdeurwaarder opgetreden als procesgemachtigde van laatstgenoemde.

b)      Eveneens is de gerechtsdeurwaarder als rolgemachtigde opgetreden voor het recreatiecentrum in een procedure tegen zekere [     ].

c)      In de onder b bedoelde procedure heeft de gerechtsdeurwaarder een kopie overgelegd van het in de onder a bedoelde procedure gewezen eindvonnis.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze zijn privacy heeft geschonden door het in zijn zaak gewezen vonnis over te leggen in de andere procedure zonder de aanduiding van zijn persoon in dat vonnis te anonimiseren. Klager kent [     ], is door deze over het vonnis aangesproken en is daarvan niet gediend.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder acht de klacht ongegrond. Hij heeft aangevoerd dat hij belang had bij het in het geding brengen van het vonnis. Ook de procedure tegen [     ] betrof een vordering van het recreatiecentrum tot nakoming van de serviceovereenkomst. Het recreatiecentrum heeft verzocht het vonnis over te leggen en had belang bij uniformiteit in de rechtspraak met betrekking tot haar servicekostenovereenkomsten. In de zaak tegen klager is door de kantonrechter onder meer overwogen dat klager gebonden was aan de serviceovereenkomst ongeacht of hij van de diensten gebruik maakt. Deze beoordeling gold naar de opvatting van recreatiecentrum ook voor [     ]. Beiden hebben verweer gevoerd tegen de serviceovereenkomst, in beide zaken was recreatiecentrum eisende partij. In beide zaken is een beroep gedaan op buitengerechtelijke ontbinding. Beiden zijn lid van de vereniging van eigenaars, kennen elkaar en zijn de enigen die zich van dezelfde argumenten bedienen om zich aan hun verplichtingen op basis van de overeenkomst te onttrekken. Klager was van de veroordeling van [     ] op de hoogte. Zwaarwegende redenen voor anonimiseren waren er niet. Het vonnis is in het openbaar uitgesproken en er wordt zo vaak op deze wijze gepubliceerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het Deurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. [     ] heeft zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3 De Kamer is van oordeel dat de klacht ongegrond is. Ter zitting is gebleken dat de gerechtdeurwaarder een redelijk belang heeft gehad bij het overleggen van het vonnis. Beide zaken vertonen grote overeenkomsten en [     ] heeft min of meer op dezelfde onderdelen verweer gevoerd tegen de verplichting tot betaling van servicekosten. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij een zwaarwegend belang had bij anonimiseren.     

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en J. Smit (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 april 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.